donderdag 14 oktober 2010

De Hollandse Verdediging


Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 26 augustus

Voor wie de laatste weken deze rubriek heeft gevolgd, zal het duidelijk zijn dat de meeste namen van de klassieke schaakopeningen uit Engelse geschriften stammen. Sinds de Engels-Nederlandse zeeoorlogen uit de 17e en 18e eeuw wordt alles wat lelijk en slecht is in het Engels met ‘Dutch’ aangeduid. ‘A Dutch concert’ staat voor een hels kabaal, ‘a Dutch bargain’ is een sigaar uit eigen doos, ‘a Dutch rise’ een salarisverhoging van niks, ‘a Dutch cap’ een kapotje en ‘a Dutch defence’ een slappe verdediging of zelfs een capitulatie. Aangezien 1. d2-d4 f7-f5, zeker in de ogen van de klassieke romantische schaakschrijvers, een buitengewoon verdachte en verzwakkende openingsopzet moet zijn geweest, heb ik altijd gedacht dat de naam een staaltje Engelse humor was. Maar niets is minder waar.

Elias Stein, geboren op 5 februari 1748 in Forlach in de Elzas, vestigde zich al op jonge leeftijd in Den Haag. Schaakpartijen heb ik niet van hem kunnen vinden, maar hij moet een gerenommeerd speler zijn geweest. Anders had hij het niet tot officiële schaakleraar van de zoons van Stadhouder Willem V gebracht. Hij schreef zelfs een leerboek voor hen: het Nouvel essai sur le jeu des échecs, avec des réflexions militaires relatives à ce jeu, dat uitkwam in 1789. Het begint aldus:

A Leurs Altesses Sérénissimes
(Aan Hunne Doorluchtige Hoogheden, vertaling HvD)
Guillaume Frederic
Et
Guillaume George Frederic
Princes d’Orange et de Nassau, etc. etc. etc.

Messeigneurs,

Le Jeu des Echecs faisant partie de la récréation de Vos Altesses Sérénissimes, je prends la liberté de Vous dédier ce léger Ouvrage que j’ai composé sur ses principes.

En dan volgt een serie loftuitingen op de Oranjes en een nog langere lijst ‘souscripteurs’, een comité van aanbeveling van jewelste, met helemaal bovenaan natuurlijk vaderlief.

Op bladzijde 114 van het boek raadt hij de doorluchtige heren aan om in het geval de tegenstander met 1. d2-d4 opent het lastige damegambiet (1. … d5 2. c4) te vermijden door 1. … f7-f5 te spelen. Zijn uitleg: “On a déjà vu que, quand on ne veut pas recevoir le Gambit du Roi, on doit pousser, au second coup, le pion de la Dame deux pas. De même vous devez observer, que, lorsque votre adversaire commence par débuter au premier coup en poussant son pion de la Dame, deux pas, vous ne pouvez mieux faire que de pousser le pion du Fou du Roi deux pas.” Vrij vertaald: tegen 1. e2-e4 kun je beter het Koningsgambiet vermijden door Siciliaans te spelen, en om vergelijkbare redenen is tegen 1. d2-d4 de zet 1. … f7-f5 aan te bevelen.

Of de twee leerlingen er iets van opgestoken hebben, kan ik niet beoordelen. Het lijkt me niet. Zelf raad ik beginners altijd aan voorlopig met hun tengels van de f-pion af te blijven. 1. … f7-f5 is beslist een speelbare zet in de handen van Botwinnik, Bronstein of Kortsjnoj. Maar zelfs zulke 20-eeuwse toppers hebben de opening vooral gebruikt om hun tegenstander te provoceren. Het is een verdediging die - om me bij Elias Steins militaire bespiegelingen aan te sluiten - misschien het beste te vergelijken is met de Hollandse Waterlinie: zodra de vijand opmarcheert, steken we de dijken door in de hoop dat we zelf beter kunnen zwemmen.

Elias Stein stierf op 12 september 1812 in Den Haag. Waar hij begraven ligt, heb ik niet kunnen achterhalen. Op 30 november 1813 keerde Guillaume Frederic, die in 1795 voor de Napoleontische troepen naar Engeland was gevlucht, naar Nederland terug. Met een boerenwagen werd hij van Scheveningen naar Den Haag gereden, waar hij de gevleugelde woorden uitsprak: “Ons gemeene Vaderland is gered: De oude tyden zullen weldra herleeven.” Feitelijk pleegde hij daarmee een staatsgreep, want voordat Napoléon zijn broer Lodewijk tot “Konijn van Olland” benoemde, vormden de Nederlanden een republiek. Guillaume Fréderic slaagde in zijn opzet. Op 16 maart 1815 riep hij zich uit tot Willem I, Koning der Nederlanden. En zo werd de Hollandse verdediging de enige schaakopening met een Koninklijke status.
 
Hoe gevaarlijk het Hollands voor zwart is, moge blijken uit het volgende partijtje. Zonder al te opzichtige fouten, belandt zwarts koning onder de guillotine.

Edward Lasker - George Thomas
London, 1912
1. d2-d4 f7-5 2.e2-e4 f5xe4 3.Pb1-c3 Pg8-f6 4.Lc1-g5 e7-e6 5.Pc3xe4 Lf8-e7 6.Lg5xf6 Le7xf6 7.Pg1-f3 0–0 8.Lf1-d3 b7-b6 9.Pf3-e5 Lc8-b7 10.Dd1-h5 Dd8-e7

 Opgave 336: wit speelt en wint.

Opgave 335 van vorige week komt uit een partij John Cochrane - Moheschunder Bannerjee, Calcutta 1851, die vorige week in deze rubriek stond. Zwart won met 23. ... f5-f4! 24. Ta1-e1 d7-f5 25. Lf3-e4 Te8xe4 26. Te1xe4 Lf5xe4 en wit gaf op.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

2 opmerkingen:

Absent Martian zei

Leuk stuk, maar in het Franse citaat dat je geeft, wordt niet aanbevolen om op 1.e4 Siciliaans te spelen. Er staat dat je, om het Koningsgambiet niet aan te nemen, het beste d7-d5 kunt spelen ("de pion van de Dame twee velden vooruit".

Huub van Dongen zei

Bedankt Absent Martian, je hebt helemaal gelijk! Ik vermoed dat hij Scandinavisch aanbeveelt, dus
1. e2-e4 d7-d5
en er op wijst dat je naar analogie niet
1. d2-d4 e7-e5
kunt spelen.