donderdag 31 december 2009

Griezelen op oudejaarsavond

Een goed schaakprobleem drukt een idee uit. De beginstelling leidt via een aantal bijzondere zetten tot een onontkoombare conclusie. Het eindresultaat is een gevoel van esthetiek. Zo moet het, zo is het en o wat is de wereld mooi. Voor een schaker is er niets zo akelig als een probleem dat niet klopt.

Bij presentaties heb ik vaak het verhaal verteld van de schaakpartij tussen de zelfmoordenaar en de duivel. Een jongeman, die have en goed had verspeeld in het schaakcafé, had zich voorgenomen om op oudejaarsavond zelfmoord te plegen. (Ik kan hier het beste even invoegen dat hij van zijn laatste centen een fles Malt Whisky had gekocht die hij precies om middernacht in één teug leeg wou drinken, dat komt mooi uit in de rest van het verhaal.) Die avond verschijnt echter de duivel ten tonele, die de jongeman uitdaagt voor een allerlaatste schaakpartij, uiteraard met als inzet de ziel van de jongeman. Wat de duivel ertegenover stelt, weet ik niet meer, het zal wel talent zijn geweest, maar dat doet er niet toe; de jongeman heeft geen keus: zijn ziel is toch verloren wanneer hij zelfmoord pleegt.

Bij het verhaal hoort een schaakprobleem, zogenaamd een stelling uit deze duistere schaakpartij. Het probleem eindigt met een bijzondere frappe, die de duivel verhindert mat te geven, waarna de jongeman zich in de oorspronkelijke versie bekeert. Ik maak er altijd van dat hij zich met hernieuwde kracht op de schaakstudie stort, want dat vind ik leuker. Het is precies dit verhaal en dit schaakprobleem dat ik wilde gebruiken voor de oudejaarsavondpuzzel. Maar toen ontdekte ik op internet een totaal andere versie van het probleem: een zevenzetter, waarin de duivel aan het eind gedwongen is te kiezen tussen twee manieren om in Gods val te trappen.

Ik vloekte hartgrondig toen ik merkte dat de stelling vol nevenoplossingen zat. Voor ik er erg in had, zat ik al stukken te verplaatsen om het probleem correct te krijgen en niets is zo’n helse klus als het componeren van schaakproblemen. “Het was of hij een kloppende detective probeerde te schrijven en ineens merkte dat het tweede hoofdstuk over de irrigatiewerken in Ethiopië ging. Schrapte hij dat hoofdstuk, dan heetten alle vrouwen Rodrigo, en als ze hun eigen namen weer hadden, dan bleek het lijk op de oneven bladzijden toch te leven”, schrijft Tim Krabbé in het verhaal Meester Jacobson (uit De Matador en andere verhalen), als hij de moeilijkheden om een schaakprobleem te creëren probeert uit te leggen.

De jongeman had het moeilijk. De duivel stonk naar zwavel, bij iedere zet stootte hij een holle lach uit en in bovenstaande stelling, opgave 230, kondigde hij met wit opeens mat in zeven aan. In lang vervlogen tijden was het heel gebruikelijk vooraf aan te kondigen in hoeveel zetten de tegenstander mat zou lopen: de ultieme vernedering voor de tegenstander, maar als de berekening niet klopte, was dat een minstens zo grote schande als het verlies van de partij.

De duivel begon met 1. Tg8xg7+, een afschuwelijke sleutelzet in een schaakprobleem: de ware kunst verdraagt noch een schaak, noch een slagzet. 1. … Kg7-f6 2. Da6xc6+! In de stelling die ik op internet vond, staat de zwarte dame op a3, maar dan leidt 2. Dxa3 ook tot mat in zeven. 2. … Tc5xc6 3. Tc1xc6+ Db4-d6 4. Tc6xd6+ c7xd6 5. Pa8-c7? Maar hier maakt de duivel een verschrikkelijke fout. Deze dual krijg ik er niet uit en ik heb de Malt Whisky uit de tweede alinea nodig om de duivelse blunder te verklaren. 5. Pb6! is een nevenoplossing, die de duivel wel succes zou hebben gebracht. Had hij maar niet zo veel moeten drinken! 5. … d6-d5!

In de stelling die nu is ontstaan, kan de duivel op twee manieren mat in twee geven. Maar plotseling is hij, terwijl de klok twaalf slaat, met een knal en een lichtflits verdwenen. Ziet u wat er aan de hand is?

De tweede diagramstelling verdient een beter inleiding op het schaakbord. Voor wie zich een keer aan de compositie wil wagen, is ook dat misschien een mooie oudejaarspuzzel. Maar voorlopig vertel ik mijn verhaal maar weer met opgave 301. Hetzelfde verhaal, maar hier kondigde de duivel mat in vier aan.

Maar daarmee is dit griezelverhaal nog niet ten einde. Op 31 december 2009 verscheen dit verhaal in brabants centrum en daarna op deze site. De krant lag nog maar nauwelijks op de mat, toen ik een mailtje binnenkreeg van Gerard Smits, een grote probleemcomponist die woonachtig is in Boxtel. Hij schreef:

"Lang geleden dat ik me met je rubriek heb bemoeid, maar als ik zie dat het over schaakproblemen gaat kan ik me niet inhouden...

Bijgaand een correcte (computergeteste) versie van je zevenzet. Een stille zet als sleutel zit er waarschijnlijk niet in vanwege zwarts vele mogelijkheden tot schaak.

Op zich wordt het bestaan van twee mogelijkheden in het oplossingsverloop (een zgn. dual) in schaakprobleemkringen als verwerpelijk beschouwd, maar in je verhaal komt het goed tot zijn recht. Het is ook leuker dan in de vierzet die je in je rubriek laat zien, want daar is alleen sprake van zetverwisseling en is de matstand in beide gevallen identiek. In de zevenzet zijn er twee verschillende matstanden.
Prettige jaarwisseling en veel succes in 2010 met je rubriek en met Dubbelschaak!"

Gerard, bedankt! De whisky is in het verhaal niet meer nodig. Laten we die vanavond zelf maar opdrinken. Proost.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 24 december 2009

Relikul en pseudowetenschap

Eindelijk gaan de dagen weer lengen. Op straat wordt de zonnewende gevierd met vuurkorven, glühwein en gezang. Thuis onder de boom is het behaaglijk warm, ideaal om het jaar af te sluiten met een mooi boek. Maar we moeten het ergste vrezen voor de leesliefhebbers, want hoog in de boekentoptien staat Dan Browns Het Verloren Symbool: net als zijn vorige beststellers een onvervalste thriller tegen de achtergrond van relikul en pseudowetenschap. Dit keer heeft het er echter alle schijn van dat Brown zijn schrijverstalent alleen aanwendt om zoveel mogelijk lezers te bekeren. Enorme bibliotheken vol boekenkasten laat hij omvallen om de lezer te overtuigen dat de oude heilige boeken al lang hebben beschreven wat de modernste wetenschap heeft ontdekt. En massameditaties, gebedsbijeenkomsten en healingsessies hebben aantoonbare gevolgen voor het gedrag van elementaire deeltjes, betoogt het boek. Om het er maar stevig genoeg in te peperen zet Brown de meest cruciale zinnetjes cursief. Er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen.

Uiteraard zit het boek weer vol met allerhande kryptopuzzeltjes. De hoogintelligente en ongelofelijke rijke hoofdpersonen, weten van wanten met magische vierkanten en anagrammen. De lezer wordt steevast verslagen door hun ongelofelijke vernuft, maar dat is geen wonder, want ons lezers ontbreekt kennis, waardoor in het boek steeds opnieuw naar alinealange referaten met professorale uitleg moet worden gegrepen. Zo kunnen we het allemaal.


Bovenstaand diagram is ook zo’n soort puzzel, maar nu van eigen fabrikaat. Het is een groot raadsel hoe de tekst is gecodeerd. Gelukkig hebben we via een geavanceerd zoekprogramma op internet een vergelijkbare tekst kunnen achterhalen, maar ook die is jammer genoeg danig verminkt.

Het … … … … … … … .
Ge- … … … … … . Echt niet!
Een … … … … … … … .
Niet … … … … … . O zo!
Als … … … … … … … ,
voor- … … … … … (dat kán!),
blijft … … … … … … …
be- … … … … … . Echt waar!

Wie met een loep naar de puntjes kijkt, ziet dat het wel kleine paardenhoefjes lijken. Het begin van alle wijsheid komt uit het noordoosten. Kunt u de geheime boodschap achterhalen?

In hoofdstuk 77 komt Aleister Crowley voorbij. Browns schurk Mal’akh herinnert zich zijn boeken, citeert er een paar zinnen uit en speelt even met het begrip sacrificie, ‘opoffering’ dat Crowley (volgens Brown/Mal’akh) ziet als middel om ‘heilig’ te worden en zo goddelijke macht te verwerven. Brown vertelt erbij dat Crowley door de kerk werd veroordeeld als ‘de slechtste man die ooit geleefd heeft’ en de vertaler voegt nog een bêtise toe door Browns “from the early 1900s” te vertalen als “in het begin van de 19e eeuw”.

Tegenwoordig heeft nog nauwelijks iemand van Aleister Crowley gehoord, maar ik denk dat bijna alle lezers van deze rubriek een foto van hem in huis hebben. Hij staat op de cover van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, op de achterste rij de tweede van links. Aleister Crowley leefde van 1875 tot 1947. Hij was in zijn tijd een internationaal gevierd schrijver en een ware celebrity. De openlijke biseksuele Crowley maakte het in zijn leven zo bont, dat de toenmalige roddelbladen hem ‘The wickedest man in the world’ noemden, maar al hield hij zich met occultisme bezig, ik kan geen enkele bron vinden die een kerkelijke uitspraak over Crowley aanhaalt. Cultuurhistorisch kan hij overigens net zo goed als surrealist worden omschreven dan als satanist.

Ik kende Crowley al uit The Romantic Agony, het klassieke meesterwerk van Mario Praz over de Romantiek. Bovendien was Crowley een schaker. In zijn jonge jaren speelde hij aan het eerste bord van Trinity College en van het universiteitsteam van Cambridge. Hij was vrijwel onverslaanbaar en meende serieus dat hij wereldkampioen kon worden. Toen hij echter aan een toernooi in Berlijn mee wilde doen, kreeg hij naar eigen zeggen een spirituele ervaring. Hij zag de sjofele schaakspelers in de rokerige toernooizaal zitten om daarna onmiddellijk tot het mystieke inzicht te komen dat schaken als levensvervulling toch echt niets voor hem was.

Van Crowley zijn ook enkele schaakproblemen bekend. In nevenstaande stelling moet u met wit aan zet een mat in drie vinden. Het begint natuurlijk met een ‘sacrificie’. Als u de oplossing vindt, wat ik u van harte toewens, heeft u van de feestdagen meer te verwachten dan van het laatste woord in Browns Het Verloren Symbool: Hoop.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 17 december 2009

Veertig

Op 11 december is schaakwereldkampioen Vishwanathan Anand veertig geworden. Hij heeft in zijn carrière alles gewonnen wat er te winnen valt. Hij werd op zijn achttiende Internationaal Grootmeester door het Jeugdwereldkampioenschap te winnen. Vooral in zijn eerste jaren in de internationale arena viel hij op door zijn waanzinnig snelle spel. In die tijd werd er in vrijwel alle toernooien gespeeld met een bedenktijd van twee en half uur per veertig zetten. Anand gebruikte echter zelden meer dan een haf uurtje. Tegenwoordig begrijpt hij beter hoe moeilijk het schaakspel is: hij maakt gewoon zijn bedenktijd op en sindsdien is hij vrijwel onverslaanbaar.

Of hij nog lang wereldkampioen zal blijven, is echter de vraag. In april 2010 zal hij zijn titel moeten verdedigen tegen Veselin Topalov, die in 2005 ook al even wereldkampioen was. Net als de Indiër Anand is de Bulgaar Topalov een waar schaakgenie. Hij heeft de laatste jaren het patent op uiterst scherp aanvalsspel, waarbij hij er niet voor terugschrikt keer op keer fors materiaal te offeren voor op het eerste gezicht vage aanvalskansen. Zelfs de sterkste schaakcomputers weten zijn concepten echter zelden te kraken. Alleen al om die reden zal Anand het zwaar krijgen. Maar er zijn nog meer slechte voortekenen.

Topalov is vierendertig. Dat is al tamelijk oud voor een schaakwereldkampioen. Maar voor Anand kan de leeftijd helemaal wel eens gaan tellen. Zelfs Kasparov verloor op zijn veertigste de wereldtitel. Voor een oudere wereldkampioen moeten we ver terug in de tijd naar Botwinnik, die in 1963 op 52-jarige leeftijd de titel verloor, of naar legendarische grootheden Aljechin, Lasker en Steinitz uit nog vroegere tijden.

Volgens veel analisten is ook de plaats van handeling in het voordeel van Topalov. De match over twaalf partijen wordt gespeeld in de Bulgaarse hoofdstad Sofia. Het moet er echter wel heel opzichtig aan toe gaan, wil een thuisvoordeel bij schaken niet in een groot nadeel kunnen omslaan. Ook zonder zware druk van het publiek is een schaakwedstrijd al zenuwslopend genoeg. En juist op zenuwen scoort Anand hoog: hij lijkt ze al jaren niet te hebben. 2010 belooft een boeiend schaakjaar te worden.

De onderlinge score tussen Anand en Topalov is 23-14 bij 49 remises. Opgave 298 is afkomstig uit een partij tussen Anand en Topalov, gespeeld in Leon 2007. Het gevecht is over: wit speelt en wint.

Opgave 297 is een eenvoudig pionneneindspelletje. Zwart kan natuurlijk naar pion a2 rennen. Zijn a-pion is dan bijna aan de overkant. Wit houdt nog net remise met 1. Kg8-h8! Daarna rent hij zwarts koning achterna om na 6. … Kb2xa2 met 7. Kd3-c2 de deur dicht te gooien. 1. Kf8 werkt niet wegens 1. … Kf6 en wit komt te laat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 10 december 2009

Onder grootmeesters

Veel kans heb je natuurlijk niet, maar het is wel altijd een belevenis om tegen een Internationale Grootmeester te mogen spelen. Er gebeurt gegarandeerd iets bijzonders en wie er in slaagt zo’n topspeler het vuur aan de schenen te leggen, moet helemaal opletten. Het kleinste kansje blijkt meestal ruim voldoende om de ambitieuze amateur onaangenaam te verrassen. En om te winnen moet je helemaal van goeden huize komen. Er wordt wel beweerd dat je om één punt te halen, drie keer van een grootmeester moet winnen: één keer in de opening, één keer in het middenspel en één keer in het eindspel.

Afgelopen zondag speelde ik tijdens het NK snelschaken voor clubteams in de laatste ronde tegen de jonge Nederlandse grootmeester Robin Swinkels. Ik ken hem al jaren, want hij heeft sinds zijn prilste jeugd in allerlei Brabantse toernooien en competities meegespeeld. Hij heeft de afgelopen twee jaar talloze internationale toernooien gewonnen. Maar ik achtte me niet helemaal kansloos: in 1995 had hij me, toen ik Brabants kampioen werd, om een handtekening gevraagd. Misschien was hij nog onder de indruk.

Tijdens het NK snelschaken werd gespeeld met zeven minuten bedenktijd per persoon per partij. Er moest dus op routine en intuïtie worden gespeeld en hypergeconcentreerd worden gerekend. Mijn partij tegen Swinkels verliep in eerste instantie volledig naar wens. Met zwart slaagde ik erin via een ongebruikelijke opening zeer onoverzichtelijke complicaties op het bord te brengen. Daar houden topspelers niet van, want een foutje is dan gauw gemaakt. De partij bleef lange tijd een wederzijds loeren op materiaalwinst of koningsaanval, maar uiteindelijk zag ik geen andere mogelijkheid dan af te wikkelen naar een eindspel met een pion minder. Theoretisch zou dat waarschijnlijk verloren voor me moeten zijn, maar erg duidelijk was het toch niet en hij moest zeker nog een stuk of dertig nauwkeurige zetten doen om er iets van te maken. Daar stond tegenover dat ik meer bedenktijd had: zestien seconden tegen vijftien voor de rest van de partij. Dat zijn uitstekende winstkansen in een snelschaakpotje. Dus ik ging er eens goed voor zitten.

Ik begrijp nog steeds niet wat me overkwam. Ik meen toch dat ik heel snel kan zetten en dat was het enige waar ik me op concentreerde. Een zet of tien later wierp ik een snelle blik op de klok om te zien of hij de tijd al had overschreden. Ik had nog twee seconden en hij veertien. En ik stond ondertussen ook totaal verloren.

In opgave 297 kan wit remise houden. Ziet u hoe?

In opgave 296 van vorige week wint zwart aan zet met het verrassende 1. … Ta2-a8!! Daarna is de witte onderste rij te zwak, bijvoorbeeld 2. Dd8-c7+ Dc5xc7 3. b6xc7 Ta8-a1+ 4. Pg2-e1 Ta1xe1+ Kg1-g2 5. Lb5-f1+ Kg2-g1 6. Lf1-h3 mat.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Prima prestatie Dubbelschaak op NK

Op het NK snelschaken voor clubteams, dat afgelopen zondag in De Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch werd gespeeld, is Dubbelschaak boven zichzelf uitgestegen. Dubbelschaak was als 26e geplaatst, maar deelde in de eindrangschikking de 14e plaats met onder andere Eindhoven, Paul Keres Utrecht en DSC Delft. Aan het toernooi deden onder andere zes grootmeesters mee, waaronder Nederlands kampioen Anish Giri, vijftien Internationaal Meesters en nog talloze andere titelhouders. De titel ging naar Voerendaal, dat zich voor de gelegenheid had versterkt met drie Oost-Europese grootmeesters uit Duitsland.


Ook de individuele prestaties van de Dubbelschakers mochten er zijn. Reservespeler Ramon Jessurun, de laagst gerate speler in het toernooi, scoorde een keurige 5 uit 9. Rob van Meurs en Michel van der Stee scoorden ongeveer volgens ratingverwachting, maar Martien van der Meijden en Huub van Dongen stegen daar ver bovenuit. Van der Meijden haalde 6½ uit 11 aan bord twee en drie. En op bord één wist Huub van Dongen zich met 6 uit 11 keurig tussen de toppers te handhaven.

Een tweede team van Dubbelschaak dat in de regionale klasse uitkwam, kwam niet tot aansprekende prestaties. Dubbelschaak-1 had echter nog hoger kunnen eindigen als in de laatste ronde de loting iets gunstiger had uitgepakt. Het Boxtelse viertal had zich met puur vechtschaak bij de eerste acht in de eindrangschikking weten te voegen, maar trof in de laatste ronde SC Utrecht, een team met louter titelhouders. Dubbelschaak ging met 4-0 ten onder, wat Utrecht de tweede plaats in de eindrangschikking opleverde en waardoor Dubbelschaak ver duikelde in het klassement.

Op de foto van links naar rechts: Rob van Meurs, Martien van der meijden, Michel van der Stee en Huub van Dongen. Foto René Olthof. Eindstanden en individuele scores vind je hier.

vrijdag 4 december 2009

ChessTempo.com

Om beginnende spelers in tactiek en techniek te trainen wordt bijna overal op de wereld de Nederlandse Stappenmethode gebruikt, ontwikkeld door Internationaal Meester Cor van Wijgerden en pedagoog Rob Brunia. De methode bestaat uit docentenhandleidingen en werkboeken, maar heeft opmerkelijk genoeg de slag om het internet vrijwel volledig gemist. Dat is te wijten aan wanbeleid van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond die tonnen heeft geïnvesteerd in een Digitale Schaakacademie, maar er ondanks veel inspanningen en nog meer subsidie niet in slaagde de juiste softwareontwikkelaars te vinden om het project operationeel te maken. Van Wijgerden is nu zelf bezig een digitale Chess Tutor op basis van zijn methode te ontwikkelen, maar ook daar zit niet veel schot in: er bestaat alleen nog een pakket met Stap 1 en daar is de ijverige student echt in een paar weken wel doorheen.

Of het nog ooit iets wordt met de Stappenmethode op internet mag worden betwijfeld, want sinds een jaar of twee is er een geweldig alternatief: ChessTempo.com, een website met een schieroneindige hoeveelheid trainingsmateriaal. In het begin zaten er nog wat haken en ogen aan de opzet, maar de site ontwikkelt zich razendsnel en inmiddels werkt alles fantastisch. Bij een gratis registratie kun je kiezen of je eindspeltechniek of tactiek wilt oefenen. Heb je een opgave goed, dan stijgt je virtuele rating, bij fouten verlies je ratingpunten; het niveau van de opgaven wordt automatisch aan aangepast. Er is zelfs begeleiding: een computeranalyse geeft uitleg over de opgaven en je kunt opmerkingen plaatsen, vragen stellen en verder discussiëren via een gebruikersforum. Bovendien worden er automatisch erg handige statistieken gegenereerd waar je je vorderingen aan kunt aflezen. Bij een (erg voordelig) betaald lidmaatschap biedt de site nog veel meer faciliteiten, zoals training op bepaalde tactische of technische thema’s en veel gedetailleerdere computeranalyses.

ChessTempo is ontwikkeld door ene Richard Jones. Die zijn er meer in de schaakwereld en de ‘administrator’ van de site is niet scheutig met biografische gegevens. Het enige dat ik met zekerheid kan zeggen, is dat hij een heel behoorlijke schaker moet zijn met een achtergrond in de IT. ChessTempo.com is uiterst geavanceerd, heel leuk en beschikbaar in vele talen, waaronder het Nederlands. Enig nadeel: met dit trainingsmateriaal kunnen beginnende schakers wel heel snel geduchte concurrenten worden van oude glories op hun retour. Uw columnist houdt zijn hart vast.

Mijn opgave 296 heb ik geleend van ChessTempo.com. Om maar even de hoeveelheid materiaal te illustreren: daar is het opgave 41.730. Zwart speelt en wint. Ik dacht het na vier minuten gevonden te hebben, maar ik had het fout! Ziet u het wel?

In opgave 295 wint wit met een zogenaamd koningsdriehoekje. Op 1. Kc5 moet zwart 1. … Kb6 kunnen spelen, want anders komt wit op b6. En op 1. Kd6 moet zwart 1. … Kd8 hebben, anders loopt de pion door. Wit begint daarom met. 1. Kd5-c4 Kc8-d8 (1. … Kc7 2. Kc5 en wint) 2. Kc4-d4 (Het kan natuurlijk ook met 1. Kd4 en 2. Kc4) 2. ... Kd8-c8 3. Kd4-d5 en nu zijn we terug in de beginstelling maar nu is zwart aan zet. Op 3. … Kc7 volgt 4. Kc5 en op 3. … Kb8 of d8 volgt 4. Kd6 Kc8 5. c7 Kb7 6. Kd7 Ka7 7. Kc6! Ka8 8. c8D+ Ka7 9. Db7 mat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 26 november 2009

Ratingstatistieken

Prof. Dr. Arpad Elo (1903-1992) was een Amerikaanse schaakmeester van Hongaarse afkomst. Van zijn schaakpartijen ken ik alleen een nipte nederlaag uit 1957 tegen Robert James Fischer, maar die heette toen nog Bobby en hij moest nog veertien jaar worden. Toch zal Arpad Elo in de schaakwereld nooit worden vergeten, want hij is de uitvinder van het ratingsysteem, dat de krachtsverschillen tussen schakers meet en dat tegenwoordig ook bij allerlei andere sporten wordt gebruikt.

Het principe is heel eenvoudig. Wie wint van een gelijkwaardige tegenstander, krijgt er punten bij. Wie verliest, levert punten in. Win je van een zwakkere tegenstander, dan ga je niet veel vooruit, maar win je van een hoger gerate speler, dan stijg je behoorlijk. Beginners hebben een rating van rond de 1000. Wereldtoppers hebben vandaag de dag getallen van boven de 2800 achter hun naam staan. De berekening gaat volgens een tamelijk ingewikkelde wiskundige formule, maar het aardige is, dat het ratingsysteem statistieken genereert met een grote voorspellende waarde.

De statistische winstkans in een schaakpartij tussen twee spelers met een bekende en betrouwbare rating (dat wil zeggen gebaseerd op een behoorlijk aantal verwerkte partijen), is gemakkelijk af te lezen in de zogenaamde ratingtabellen. Tegen een speler met een gelijke rating is de winstkans 50 procent. Tegen absolute wereldtoppers moet ik in honderd partijen ongeveer drie punten kunnen halen. Maar de voorspellingen horen het beste tot hun recht te komen in teamwedstrijden.

Afgelopen zaterdag speelde Dubbelschaak tegen schaakvereniging De Pion uit Roosendaal. Het gemiddelde ratingverschil over acht borden bedroeg maar liefst 126 punten in het voordeel van Dubbelschaak. De winstkansen bedragen volgens de ratingtabellen in zo’n geval ongeveer 67 procent en de normaalscore was dus 5,36 - 2,64 in Boxtels voordeel. Maar we verloren met 2½ - 5½, zoals u elders in dit blad kunt lezen. Dat is echt een onwaarschijnlijk groot verschil. De kans op zo’n nederlaag is minder dan een half procent! Zo zie je maar: aan statistieken heb je niets. We zullen het maar op de geheime krachten in de sport houden. Maar een wanprestatie blijft het.

Dat schaken ook als er vrijwel geen materiaal meer over is nog knap lastig is, moge blijken uit opgave 295. Wit aan zet kan winnen. Ziet u hoe?

Opgave 294 kwam uit een snelschaakpartij tussen Paul Keres en David Bronstein. Bronstein, een echte schaaktovenaar, zag waarschijnlijk dat hij door de onreglementaire zet 1. … Lxf8+ snel mat kon geven en deed het toen maar zo: 1. … Ta8-a4+! 2. Kb4xa4 Tf8-a8+ 3. Ka4-b4 Lh6-f8+ (nu mag het wel!) 4. Kb4-c4 b6-b5+ 5. Kc4xd4 Ta8-d8 mat.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

Grote opkomst bij Grand-Prix voor de jeugd

Voor het derde jaar op rij organiseert Dubbelschaak een serie van vijf Grand Prix-toernooien voor de jeugdspelers uit de districten Den Bosch en Tilburg. Nog nooit was de opkomst zo groot. Afgelopen zondag werd in De Walnoot het eerste toernooi gespeeld en er hadden zich maar liefst 91 kinderen ingeschreven.


Ook alle Dubbelschakertjes doen dit jaar mee en bij het eerste toernooi waren meteen verschillende grote Boxtelse successen op te tekenen. In de hoogste leeftijdscategorie werd groep 1 met overmacht gewonnen door Jaap Gottlieb. Met zijn 6 ½ uit 7 bleef hij de concurrenten maar liefst twee punten voor. Gedeeld tweede in die groep werd Sjors Cooijmans. Tycho Paulissen werd in zijn leeftijdsklasse gedeeld derde. Maar voor de grootste verrassing van het toernooi zorgde Pjotr Mahieu. Pjotr is pas vanaf het begin van dit schooljaar lid van de club, maar hij is een echte denker. Hij won in de groep kinderen van niveaugroep Stap 1 al zijn partijen en dat is een geweldige prestatie. Alle uitslagen vindt u gemakkelijk via het blog van het toernooi.

Het volgende toernooi in De Walnoot wordt op zondag 13 december gespeeld. De groepen worden dan opnieuw ingedeeld, zodat iedereen tegenstanders van eigen sterkte krijgt. Dan wordt het nog spannender, want de prijsuitreiking volgt pas als de totaalscore over vijf toernooien bekend is.

Op de foto: Pjotr Mahieu. Foto: Karin Gottlieb

Dubbelschaak krijgt afstraffing van Pion Roosendaal

Afgelopen zaterdag was een zwarte dag in de geschiedenis van Dubbelschaak. Alle drie de teams verloren hun competitiewedstrijd. Dubbelschaak-3 verloor nipt met 4½ - 3½ van HMC-5 uit Den Bosch. Het tweede team ging tegen Veldhoven-2 met 5-3 onderuit. Maar de grootste deceptie was het zware verlies van de eerste selectie in de thuiswedstrijd tegen Pion Roosendaal. Het werd maar liefst 2½ - 5½, en dat terwijl het team van Dubbelschaak op ieder bord een gemiddeld ratingsurplus van maar liefst 126 punten had.

Gezien de papieren krachtverhoudingen mocht derhalve op een dikke overwinning worden gerekend, maar zaterdag liep zo ongeveer alles mis wat er mis kan lopen. Ervaren cracks als Michel van der Stee en Peter Boll gingen zwaar in de fout en verloren kansloos. Dubbelschaak-topscorer Rob van Meurs volgde in goede stelling hun slechte voorbeeld. En toen ook Wil van Lankveld en Michiel Luijpen het niet konden bolwerken, was het pleit beslecht.

Gelukkig werd er niet aan alle borden slecht gespeeld. Guido Jansen overspeelde zijn tegenstander na een matige opening met een fraai kwaliteitsoffer. En ook Huub van Dongen op bord twee leek lange tijd op weg een goede overwinning binnen te halen. Hij had een Franse partij met wit scherp opgezet en wikkelde vervolgens keurig af naar een gewonnen eindspel. Helaas verwisselde hij daarin twee zetten, waarna hij in remise moest berusten. De beste Dubbelschaak-prestatie van de dag kwam echter op naam van teamcaptain Martien van der Meijden. Hij was met zwart belabberd uit de opening gekomen. De verdediging kostte hem zeeën van tijd en met de witte aanval in volle gang moest hij nog vijftien zetten in vijfenveertig seconden doen. Die drie seconden bedenktijd per zet waren voor hem echter voldoende om de kansen volledig te laten keren. Toen zijn tegenstander op de veertigste zet een onreglementaire zet deed en de maximale bedenktijd overschreed, stond Martien al huizenhoog gewonnen.

Door deze pijnlijke nederlaag is Dubbelschaak teruggevallen in de middenmoot. Wellicht kan er, als in de rest van de competitie tenminste aanzienlijk beter wordt gespeeld, uiteindelijk nog gespeeld worden om de ereplaatsen. Maar als de schaakblindheid niet gauw wordt genezen, is natuurlijk zelfs degradatie niet uit te sluiten.

Alle gedetailleerde uitlagen vind je op de Dubbelschaak-pagina over de externe competitie.

donderdag 19 november 2009

Boxtel schaakt!

Buiten de reguliere clubavonden op dinsdag voor de volwassenen in Grand Café Rembrandt en op donderdag voor de jeugd in Brede School De Wilgenbroek staan de komende tijd bij Dubbelschaak allerlei activiteiten op het programma. Voor de vaste lezers van deze rubriek bieden ze volop gelegenheid om eens te komen kijken, want publiek is van harte welkom.

Een en ander begint aanstaande zaterdag als Dubbelschaak thuis tegen De Pion uit Roosendaal speelt, een belangrijke wedstrijd, want wie wint neemt de leiding in de 3e klasse van de landelijke competitie. De wedstrijd begint om 13.00 uur. Rond een uur of vier wordt het spannend. Dubbelschaak-2 en -3 spelen uit, respectievelijk in Den Bosch en Veldhoven.

Zondagochtend is de jeugd aan zet. Dubbelschaak organiseert in De Walnoot op vijf zondagen de zogenaamde Kandidaatjes en Grand Prix Toernooien van het de districten Den Bosch en Tilburg van de Noord-Brabantse Schaakbond. Er hebben zich al een kleine honderd kinderen ingeschreven. Het toernooi begint om 10.00 uur en duurt ongeveer tot 13.00 uur. Het is altijd weer een lust voor het oog om zo veel kinderen enthousiast te zien schaken.

Dinsdag 24 november mag Dubbelschaak thuis aantreden voor een KNSB-bekerwedstrijd tegen het Meesterklasseteam van SMB uit Nijmegen. In de KNSB-beker wordt gespeeld met teams van vier spelers. SMB kan putten uit een groot assortiment internationale titelhouders.

Maar dan moet het mooiste nog komen. Op 6 december wordt in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch het Nederlands snelschaakkampioenschap voor clubteams gehouden. Dubbelschaak komt uit met twee teams van vier spelers. Het eerste team mag dienen als kannonnenvoer voor toppers als Anish Giri, Michael Feygin, Robin Swinkels en vele andere grootmeesters. Wie denkt dat schaken geen kijksport is, zal verrast worden. Er wordt gespeeld met slechts zeven minuten bedenktijd per persoon per partij en dat levert altijd spektakel op. Het toernooi begint om 10.30 uur. De prijsuitreiking staat gepland rond 17.00 uur.

Dat ook bij snelschaken fraai gecombineerd kan worden bewijst opgave 294. In een vluggertje tussen de wereldkampioenskandidaten Paul Keres en David Bronstein kon zwart in bovenstaande stelling eenvoudig winnen met 1. … Pc2+, maar dan duurt de partij nog wel even. Met slechts enkele seconden bedenktijd vond Bronstein echter een geforceerd mat in vijf. U mag er langer over nadenken.

In de stelling van opgave 293 uit de 47e partij uit de WK-match van 1984-1985 tussen Karpov en Kasparov volgde na 31. Pd2-b1? eenvoudig 31. … d4-d3+ 32. Kc2-b2 d3-d2! en wegens de dreiging 33. … Pc5-d3 kon wit opgeven.

Alle informatie over de schaakactiviteiten in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

zaterdag 14 november 2009

Bruin revisited

Enkele lezers van mijn column over demoniseren vroegen me wat ik met “Dit is bruin” bedoel. Grappen moet je niet uitleggen, maar omdat het serieus bedoeld was: ik wijs er niet op dat ze het bruin bakken, ik refereer zelfs niet aan poep, ik heb het alleen over de kleur van hemden.

donderdag 12 november 2009

Demoniseren

Het is uiterst lastig om precies uit te drukken wat je bedoelt. Wat een feit is en wat waarheid is, daar zijn boeken over vol gefilosofeerd. Zelfs grote geesten als Bertrand Russell komen er niet uit. In Human Knowledge geeft hij als voorbeeld van een ware bewering “This is blue”, tenminste als dat gezegd wordt door iemand die tegelijkertijd van dichtbij naar een blauw vlak wijst. En zelfs bij die uitspraak blijkt hij tientallen bladzijden kanttekeningen te kunnen plaatsen.

Afgelopen weekend deed Herman van Veen een uitspraak over de PVV. Wat hij precies zei, doet er niet zo veel toe. Feit is dat de uitspraak ontdaan van iedere context in De Telegraaf kwam. Van Veen ontving daarop duizenden hatemails van PVV-aanhangers. Maandagavond las hij bij Pauw en Witteman schichtig om zich heen kijkend een persverklaring voor. Pauw en Witteman namen het vooral op voor de PVV; Van Veen moest Wilders niet zo demoniseren. De Volkskrant wijdde dinsdagochtend geen letter aan de doodsangst van Van Veen en de bedreigingen door Wilders-fans. Kiest de linkse kerk de kant van Blonde Geert?

Volgens mij is het niet nodig Geert Wilders en de PVV te demoniseren. Wilders heeft herhaaldelijk gezegd dat er tientallen miljoenen criminelen onder de Europese moslims rondlopen en dat die nodig het land en de EU uitgezet moeten worden. Zijn aanhang geeft te kennen Van Veen te willen lynchen. Dat zijn duivelse plannen. Je hoeft er alleen maar naar te wijzen en met Russell te zeggen “Dit is bruin!”

Als er twee schakers zijn die elkaar ooit gedemoniseerd hebben, dan zijn het Kasparov en Karpov wel. Hun eerste match om het wereldkampioenschap werd op 15 februari 1985 na meer dan vijf maanden en 48 partijen geannuleerd. De match ging om zes gewonnen partijen; Kasparov was net van een 5-0 achterstand teruggekomen op 5-3. En precies op dat moment, toen de spanning enigszins terug kwam, besloten de autoriteiten er een punt achter te zetten. Tijdens een hectische persconferentie schroomde een opgewonden Kasparov het niet Karpov in het hartje van Moskou een vriendje van Brezjnev te noemen, een voor beide spelers zeer gevaarlijke kwalificatie, want de Sovjet-Unie verkeerde onder leiding van de doodzieke Tsjernenko in een machtsvacuüm en Gorbatschovs perestrojka was nog niet begonnen. Karpov sputterde maar zwakjes tegen. Voor de meeste schakers was het duidelijk dat hij volkomen uitgeput was door de match en nauwelijks verder kon spelen.

Dat bleek ook uit zijn zetten. In de 47e partij liet Karpov zich met wit de geweldige bunder 31. Pd2-b1 uit de vingers glippen. Na 31. Ta1 zou zwart wellicht iets beter hebben gestaan, maar nu is het meteen uit. Opgave 293: ziet u waarom? Ook in de 48e partij liet hij zich als een kind wegspelen.

Karpovs blunder uit opgave 292 (11e partij WK-match Sevilla 1987) was beduidend minder erg. Wit verloor na 35. Tf6-c6 Pc4-a5! een kwaliteit, maar Kasparov moest nog allerlei uitstekende zetten vinden voordat hij de winst kon bijschrijven.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 5 november 2009

The Guardian Chess Book of the Year

In The Guardian, één van de meest gerenommeerde kranten van Groot-Brittannië, wordt de wekelijkse schaakrubriek verzorgd door de Ierse schrijver Ronan Bennett en de Engelse schaakgrootmeester Daniel King. Ieder jaar loven ze een prijs uit voor het beste schaakboek van het jaar. Het is een soort Booker Prize voor schaakliteratuur. Wie die prijs wint, heeft een bestseller geschreven, want het winnende boek zal wereldwijd veel publiciteit krijgen.

De lezers van de rubriek mogen boeken voordragen. Een deskundige jury onder leiding van Daniel King maakt volgende week bekend welk boek uitverkoren is. Op de shortlist van zes genomineerde boeken, prijkt Chess Strategy for Club Players, van de voormalig Boxtelse kampioen Herman Grooten, voorlopig op de eerste plaats. Het boek is gebaseerd op het trainingsmateriaal waarmee hij als coach spelers als Loek van Wely en Jan Werle heeft begeleid. Geen gemakkelijke stof, maar alles wordt heel helder uitgelegd en het boek is alleen al vanwege de schat aan schaakfragmenten onmisbaar in iedere schaakboekenverzameling.

Alleen de nominatie is natuurlijk al prachtig, maar of hij echt kans maakt is de vraag: de concurrentie is moordend. The Sorcerer’s Apprentice, een boek over de schaakpartijen van David Bronstein, kan volgens mij niet winnen. Het is een wat uitgebreide herdruk van een boek dat al sinds 1995 bij mij in de kast staat. Ook het boek van Isaac Lipnitzky maakt geen kans: Questions of Modern Chess Theory is pas dit jaar in het Engels verschenen, maar het is al ruim vijftig jaar oud; het was decennialang hét handboek van de Sovjet-schaakschool. Wel een geduchte concurrent in John Nunn’s Understanding Chess Endgames, maar ook daar zou Grooten wel eens boven kunnen eindigen, want zulke boeken zijn er wel meer. Meer tegenstand komt van Winning Chess Middle Games van topgrootmeester Ivan Sokolov, dat net als Grooten’s boek over schaakstrategie gaat en daar weet Sokolov natuurlijk alles van. De prijs gaat echter, dat weet ik bijna zeker, naar Gary Kasparov. Hij is genomineerd met een lijvig boekwerk getiteld Kasparov vs Karpov 1986-1987 over de roemruchte WK-matches in Londen, Leningrad en Sevilla. De boeken van Kasparov zijn niet alleen het allerhoogste goed wat er op het gebied van de schaakanalyse verschijnt, maar hij is ook nog een begenadigd auteur die heel meeslepend kan vertellen. Als Grooten daar van wint, verdient hij een standbeeld.

De matches tussen Kasparov en Karpov hadden een buitengewoon hoog niveau. Toch werd er soms ook geblunderd. In de 11e partij van de match in Sevilla (eindstand 12-12) overkwam Karpov iets vreselijks. Als hij hier met wit 1. Lf2 had gespeeld, stond hij beslist iets beter. Hij speelde echter 1. Tf6-c6. Kasparov kon zijn ogen niet geloven: er staan nog filmpjes van op internet. Opgave 292: hoe kan zwart een kwaliteit winnen?



In de stelling van opgave 291 volgde in een partij tussen Huub van Dongen en Peter Egmond uit 1975 1. La3-d6! Td7xd6 2. h5-h6 Db8-g8 3. Tc6-c8! en zwart gaf op.

Alles over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl. De genoemde boeken zijn onder andere te bestellen bij De Beste Zet, het schaakverzendhuis van Erika Sziva.

woensdag 4 november 2009

Dubbelschaak na barrage verder in de KNSB-beker

Persbericht KNSB-beker 2 november 2009

Narrow escape tegen De Drie Torens

Het bekerteam van Dubbelschaak heeft zich maandagavond op het nippertje geplaatst voor de volgende ronde in de KNSB-beker. Het viertal speelde uit tegen De Drie Torens uit Tilburg. Op papier moest die wedstrijd gezien de ratingpunten van de betrokken spelers vrij goed te doen zijn. Maar tijdens de wedstrijd was daar niets van te merken.

Aanvankelijk ging alles naar wens. Guido Jansen en Huub van Dongen, aan respectievelijk het eerste en tweede bord, hadden elkaar al eens geruststellend toegeknikt: ze stonden prima en zouden beslist wel gaan winnen. Hun tegenstanders waren het daar echter volstrekt niet mee eens. Ze wisten akelige complicaties te scheppen, waarin zowel Jansen als Van Dongen zich lelijk lieten verrassen.

Gelukkig hielden Peter Boll op drie en Rob van Meurs op vier het hoofd koel. Boll kwam met een gezonde pluspion uit de opening en schoof zijn tegenstander vervolgens weg. Van Meurs deed er veel langer over. Hij slaagde er na lang manoeuvreren in een eindspel van de goede loper tegen de slechte loper over te houden: een moeilijk thema dat in alle leerboeken wordt besproken. Van Meurs bleek zijn huiswerk te hebben gedaan en hij bracht zijn tegenstander keurig in zetdwang. Eindstand 2-2.

Snelschaken

Net als in het bekervoetbal worden de bekerwedstrijden in de schaaksport na een gelijkspel verlengd. Er wordt dan gesnelschaakt met vijf minuten bedenktijd per persoon per partij. Dat is zo vlak na middernacht bijzonder zenuwslopend, maar het Boxtelse team bleek nog het beste wakker: 3-1 voor Dubbelschaak. Alleen Guido miste zijn strafschop. In de volgende ronde, waarschijnlijk eind november, komt het Meesterklasseteam van SMB uit Nijmegen in Boxtel op bezoek. Of Dubbelschaak dat zal overleven, mag worden betwijfeld, maar het wordt in elk geval een mooie clubavond.

Dubbelschaak blijft steken op 4-4

Persbericht Schaakcompetitie van zaterdag 31 oktober 2009

Vele kansen gemist!

De uitwedstrijd van Dubbelschaak in Overschie eindigde afgelopen zaterdag bijna in de Randstedelijke verkeersproblematiek. Het halve team bleef steken op de A16, de andere helft kwam in een omleiding terecht. Gelukkig was de thuisclub bereid het aanvangstijdstip uit te stellen. Toen de wedstrijd eindelijk was begonnen, ontspon zich een boeiend gevecht, waarin het er lange tijd naar uitzag dat Dubbelschaak glansrijk zou winnen.

Guido Jansen had aan het eerste bord weinig te duchten van zijn tegenstander. De Rotterdammer verzuimde tegenspel te ontwikkelen en werd daarna vakkundig opgebracht. Het stond echter al snel weer gelijk toen Peter Boll aan bord vier in een volkomen gelijke stelling pardoes een volle toren weggaf. Een grote tegenslag zoals er nog velen zouden volgen.

Zo miste Wil van Lankveld in een superieur opgebouwde partij een gemakkelijk winst, waarna hij enkele zetten later in remise moest berusten. En Huub van Dongen probeerde met een trucje de lichte druk van zijn tegenstander af te schudden, zonder te beseffen dat hij zichzelf daarmee in veel grotere problemen bracht die hij niet meer te boven kwam. Tot overmaat van ramp slaagde Rob van Meurs, de teamtopscorer van vorig seizoen, er niet in om in een ogenschijnlijk kansrijke stelling de beslissende klap te vinden. Het was aan Martien van der Meijden te danken dat Dubbelschaak ondanks alles uitzicht hield op de overwinning. Hij speelde een dijk van een partij, waarin zijn tegenstander geen enkele kans werd gegund.

Tijdnoodperikelen

Bij de tussenstand 3-3 zagen de twee resterende partijen er uitstekend uit. Debutant Ramon Jessurun had met zwart in een Spaans Jaenisch-gambiet al in de opening voordeel weten te behalen. In wederzijdse tijdnood bleek hij veel slagvaardiger dan zijn tegenstander die uiteindelijk vlak voor de 40e zet door tijdsoverschrijding verloor.

Jammer genoeg was er ondertussen in de tijdnoodfase bij Michel van der Stee op bord drie iets misgegaan. Hij was in een moeizaam eindspel terechtgekomen, maar hij vocht terug en hield alles keurig binnen de remisemarges. Zijn tegenstander bleef het echter tot het laatste pionnetje proberen en daarmee had hij succes. Van der Stee miste het allerlaatste koningsdriehoekje en verloor. Het 4-4 gelijkspel werd als een grote teleurstelling ervaren.

Tweede team verliest weer

Toen bekend werd dat Dubbelschaak-2 thuis met maar liefst 6-2 verloren had van Stukkenjagers-3 werd de stemming er niet beter op. Die knapte pas weer op toen Diederik Claassen, na aankomst van het eerste team in Dubbelschaak-clublokaal Grand Café Rembrandt, liet zien hoe hij als enige tweedeteamspeler had gewonnen. Echt een hoogst origineel potje, waar geen van de aanwezigen aanmerkingen op kon maken.

donderdag 29 oktober 2009

Ramses

We schrijven ‘1974’. Fischer speelde niet, maar haalde nog regelmatig de pers. Karpov begon geschiedenis te schrijven: hij won samen met Kortsjnoj het Interzonetoernooi en zelfs Donner kwam woorden te kort om de verbazing te beschrijven toen de jongeman achtereenvolgens zijn kandidatenmatches met de schaakreuzen Polugajevsky en Spassky wist te winnen. Schaken stond enorm in aanzien. En juist in dat jaar slaagde ik voor de middelbare school en kon ik in Amsterdam gaan studeren: een waar schaakwalhalla.

Tijdens de introductie ontmoette ik Paul van der Sterren, die later een sterke grootmeester zou worden. Ik kende hem, omdat hij al minstens vijf jaar kampioen van Limburg was. Hij raadde me aan in de interne competitie van Watergraafsmeer te gaan spelen. Daar bleken verschillende net iets oudere schaakcoryfeeën te spelen en al gauw troonden ze me na de wekelijkse schaakavond mee naar de talloze nachtcafés in het centrum van Amsterdam. Jongens waren we - maar wilde jongens. Het meest geliefde adres was De Oude Herberg aan de Geldersekade. Je kon er bier drinken, stevige bruinebonensoep eten en sluitingstijd hadden ze niet. Er werd geschaakt en vooral veel gebrald, maar er waren ook andere gasten. Opmerkelijke types.

Op een vaste plaats aan de bar zat iedere avond Ramses Shaffy. Hij had een eigen fles jonge jenever aan zijn voeten staan, maar liet zich ook graag fêteren op andere alcoholica. Hij kwam overal mee weg, want iedereen bewonderde hem en hij praatte tegen iedereen. Met de schakers bemoeide hij zich zelden, maar ik herinner me dat hij naar ons toe kwam toen ik op een avond met de vriendin van een andere schaker zat te praten. “Wat zijn jullie toch een mooi stel”, zei hij. Toen wij wat lacherig reageerden, bood hij ons een biertje aan en maakte nog een paar complimenten. “Hou nou maar op”, zei m’n gesprekspartner. “Je maakt bij hem net zo weinig kans als ik bij jou!”

Wat zou het mooi zijn om dit stukje af te sluiten met Ramses Shaffy aan de piano, die “Wij zullen doorgaan!” begint te zingen. Helaas zou dat de waarheid te veel geweld aandoen. Het is al mooi dat ik deze herinnering kan ophalen. Van de week was hij weer eens op de televisie. Hij houdt het nog lang vol.


Dat er in die tijd ook serieus geschaakt werd, moge blijken uit opgave 291. Wit heeft geen zin om de schaakjes op g3 uit te rekenen en vindt een elegante weg naar de winst.

Opgave 290 kwam uit de partij Nijboer-Grooten van het Univé-toernooi van vorige week. Grooten stond totaal verloren, maar probeerde nog 1. Kd4-e4. Zwart trapte erin en speelde 1. … Td2xd3? Nu heeft wit een zogenaamde dolle toren. 2. Th6-h8+ Kg8-g7 (Of 2. .. Kxh8 3. g7+ en pat) 3. Th8-h7+ Kg7xg6 4. Th7-h6+ en de toren blijft de koning, waar hij ook gaat, over de rand van het bord aanvallen. Slaan resulteert steeds in pat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 22 oktober 2009

Het Münchhausen Trilemma

Tijdens zijn vele avonturen kwam de beroemde Baron Von Münchhausen menigmaal in een moeilijk parket. Eens, toen hij met zijn paard over een brede rivier wilde springen, raakte hij te water. Erger nog, het bleek een moeras. Hij kon niet meer voor of achteruit. Maar hij greep zijn enige kans. Hij klemde het paard tussen zijn krachtige dijen en tilde zichzelf met paard en al aan zijn haren omhoog en zette zich op het droge. Uiteraard aan de goede kant van de rivier, anders was het verhaal snel afgelopen.

Iets dergelijks behelsde het veelbesproken plan B van Dirk Scheringa. Spaarders met achtergestelde obligaties en spaargelden van boven de ton zouden hun vorderingen moeten omzetten in aandelen. Zo zou de bank nieuw kapitaal aantrekken en voor de ondergang kunnen worden behoed. Dat de aandeelhouders op die manier mede-eigenaar zouden worden van een gigantisch negatief vermogen, werd er niet bij verteld. Ze zouden reddeloos door het drijfzand worden meegezogen. Plan B was zo inventief en zo creatief dat het op het blog van het Nieuw Humoristisch Front niet zou misstaan.

Maar zeg alstublieft niet dat het niet kan. In de parallelle wereld van het schaakspel is het onmogelijke heel normaal. Een voorbeeld hoefde ik niet eens te zoeken: het deed zich voor in de tweede ronde van het Univé-toernooi dat deze week in Hoogeveen wordt gespeeld. In een partij tussen Herman Grooten en Internationaal Grootmeester Friso Nijboer zag het er lange tijd naar uit dat voormalig Boxtelaar Grooten de winst zou pakken. Direct na de opening weerlegde hij een grootmeesterlijke truc waarmee Nijboer het strategische spelletje probeerde te ontregelen, waar Grooten patent op heeft. Herman kreeg winnend voordeel, maar begon vervolgens opzichtig te schutteren. Nijboer liet zich echter qua blunders ook niet onbetuigd en op een gegeven moment kon Grooten de partij in enkele zetten beslissen.

Ook die kans miste hij en een paar zetten later kon hij opgeven. Eén klein kleinigheidje restte hem nog. Een trucje uit het sprookjesschaak, waar niemand intrapt, behalve dan in potjes van absolute beginners die nog geloven dat ze zich aan hun haren uit het moeras kunnen trekken. Het stond zo:

Grooten probeerde ten einde raad plan B: 56. Kd4-e4. Nijboer antwoordde met de vreselijke fout 56. … Td2xd3? Opgave 290: ziet u hoe wit zich nu kan redden?

In een partij tussen Robert Byrne en de legendarische Bobby Fischer speelde zwart in de stelling van opgave 289 1. … Dd8-d7! Er dreigt simpel 2. … Dh3+, 3. … Lxd4+ en 4. … Dg2 mat. De voor de hand liggende verdediging 2. Dd2-f2 helpt niet wegens 2. … Dd7-h3+ 3. Kf1-g1 Te8-e1+!! 4. Td1xe1 Lg7xd4 5. Df2xd4 Dh3-g2 mat.

Alle nieuws over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 15 oktober 2009

De macht van de media

Publiciteit is goud. Toen Fischer om het wereldkampioenschap tegen Spassky speelde – een Amerikaan tegen een Rus op het hoogtepunt van de Koude Oorlog – haalde het schaakspel alle televisiestations. Schaakclubs groeiden als kool. Later hielden Karpov en Kasparov de hausse in stand. Pas toen er op de televisie en in de krant nauwelijks meer over het schaakspel werd gepubliceerd, zakte de belangstelling in. De schakers trokken zich terug op de nichemarkt van het internet. Dat levert dagelijks ontelbare digitale potjes op, maar de schaakclubs lijden een marginaal bestaan. Dubbelschaak is een positieve uitzondering. Deze rubriek, die wekeijks eerst in Brabants Centrum verschijnt, helpt er aan mee dat de Boxtelse schaakvereniging geheel tegen de trend in al enkele jaren beduidend meer aanmeldingen dan afmeldingen krijgt.

Reclamejongens en andere types uit de public relations hebben een en ander altijd goed begrepen. Free publicity is het ideaal, maar desnoods betaal je voor een opvallende plaats in de redactionele rubrieken of voor een spotje vlak voor het nieuws. Als tekstschrijver heb ik menig marketing manager horen beweren dat zelfs slecht nieuws, heel wat beter is dan geen publiciteit. Al was het alleen maar om de naamsbekendheid. Maar daar hebben ze het mis. Er is waarschijnlijk geen bank in Nederland met een grotere naamsbekendheid dan DSB, maar het brengt Dirk Scheringa weinig goeds.

Wie kritiek uit op de rol van de media, krijgt van journalisten steevast het verwijt dat de boodschapper het kennelijk weer heeft gedaan. Eén en ander gaat terug op de mythe dat in het Romeinse Rijk en bij de Grieken de brenger van slecht nieuws ter dood werd veroordeeld. Tegenwoordig is het wel anders. Het journaille heeft zichzelf heilig verklaard en houdt zelf de microfoon in de hand zodat niemand kan tegenspreken. Wie een negatieve mediahype over zich heen krijgt, is reddeloos verloren. We zagen het aan Ad Melkert, Ella Vogelaar en nu aan de DSB-bank. Op zich was er steeds weinig aan de hand, maar als de VARA dagen op een rij de zonsondergang kraait, dooft het licht. Ook Hamers, Wellink, Zalm en Bos zijn inmiddels door de trotse Pauwen en onsterfelijke Wildemannen ten dode opgeschreven. De boodschappers zijn onaantastbaar, wat voor lariekoek ze ook in het nieuws brengen, wat voor keuzes ze ook maken en wat voor toon ze ook aanslaan. Als enige troost kan gelden dat na Verdonk ook Wilders nog wel aan zijn trekken komt.

De stelling van opgave 289 met Fischer als zwartspeler aan zet is wereldberoemd. Sinds zijn veertiende was Fischer vijf keer op rij Amerikaans kampioen geworden en iedereen keek uit naar zijn ondergang. In de commentaarzaal had Rossolimo net aan het publiek uitgelegd dat Fischer dit keer veel te ver was gegaan met zijn offers. Toen de partij één zet later was afgelopen, wilde menigeen de witspeler feliciteren. Maar in de schaaksport regeert de logica: Robert Byrne had na 1. … Dd8-d7 opgegeven. Waarom kan hij zich eigenlijk niet gewoon verdedigen met 2. Dd2-f2?

In opgave 288 uit een partij Teichman-Schlechter volgde na 1. Ld5xf7+! Kg8xf7 2. Pf3-g5+ Kf7-g8 3. Dd1-h5 Pe7xf5 4. Dh5xh7+ Kg8-f8 5. Dh7xf5 Kf8-g8 de fantastische zet 6. Df5-g6!! Zwart kan zich niet verweren tegen het simpele plan Te1-e3-f3 en Dh7 mat.

Alle nieuws over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 8 oktober 2009

Holistisch denken

Jan Smuts was geen kleine jongen. Hij was vele jaren premier van Zuid-Afrika en beklede diverse andere ministersposten. In het Britse leger bracht hij het tot veldmaarschalk. Na de Tweede Wereldoorlog had hij een groot aandeel in de oprichting van de Verenigde Naties. En als filosoof was hij de grondlegger van het holisme.

Het is niet zo gemakkelijk het holisme in het kort uit te leggen zonder in platitudes te vervallen. “Het geheel is meer dan de som der delen”, is er zo één. Feit is in elk geval dat het holisme de afgelopen decennia gegijzeld is door allerlei alternatievelingen, therapeutentypes en nieuwe-tijdstheoretici. “Alles hangt met alles samen”, is hun paradigma, een waarheid als een Kaapse buffel en minstens zo moeilijk om mee te werken.

In de politiek is de wazige vruchteloosheid van het new-agedenken inmiddels gemeengoed. De Westerschelde kan niet worden uitgediept zonder een polder te ontpolderen om op die manier natuur aan te leggen. Er wordt kennelijk aan een groter geheel gedacht, maar de eenvoudige reductionist, die met de poten in de klei staat, ontgaat de portee. Zo kunnen er in Boxtel ook geen spoortunneltjes aangelegd worden zonder verkeersplan inclusief noordelijke ontsluitingsweg, parkeervisie, groendoelstellingen, plattelandsplanologie en weet ik wat allemaal nog meer. Zo wordt ieder dossier encyclopedisch, terwijl voor probleem en oplossing samen een A-viertje volstaat.

Het schaakspel heeft een mooie begrensde werkelijkheid. Zelfs daar groeien de complicaties de denkers boven het hoofd als ze in grote gehelen blijven hangen. Alleen door de problematiek te analyseren en dan stapje voor stapje aan oplossingen te werken, boekt de schaakspeler vooruitgang. Als er mat dreigt, moet hij daar eerst iets aan doen; de verovering van een vijandelijk pionnetje kan dan beter even worden uitgesteld. Het is al heel wat als hij ergens in zijn achterhoofd het grote geheel koestert (hij dekt mat zonder zijn stelling te verzwakken). Wie zich constant het geheel voor ogen houdt, ziet niets. Het is te groot. We moeten het in mootjes hakken en symptomen bestrijden, dan voelen we ons beter. En in elk geval doen we dan veel betere zetten.

Opgave 288 komt uit een oude partij tussen Teichmann en Schlechter. Iedere rechtgeaarde schaker denkt hier meteen aan het grote geheel: de jacht op de zwarte koning, beginnend met 1. Ld5xf7+ Kg8xf7 2. Pf3-g5+. Dan moet echter het analytische denken beginnen. De zwarte koning heeft vier zetten, die een voor een moeten worden afgehandeld. Analyseer als laatste 2. … Kf7-g8 3. Dd1-h5 Pe7xf5 4. Dh5xh7+ Kg8-f8 5. Dh7xf5+ Kf8-g8. Daar moet u iets bijzonders ontdekken. Een visionaire zet waar u misschien zelfs een beetje holistisch voor moet denken.
In de stelling van opgave 287 besliste Nezhmetdinov met zwart de partij met 1. … Df4xh2+ 2. Kh1xh2 Ph5-g3+ 3. Kh2xg3 f5-f4 mat.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 1 oktober 2009

Schaakles en training

De docent is van middelbare leeftijd. Zijn haren beginnen te grijzen en hij heeft enig overgewicht. Wekelijks komt een groepje cursisten bij elkaar, een trouw gezelschap dat behalve de cursus niets gemeenschappelijks heeft. Over hun verwachtingen en dromen in deze mise-en-scène zijn literaire meesterwerken geschreven en films gemaakt. Het betreft dan bijna altijd een cursus Italiaans, een mooie melodieuze taal uit een land vol cultuur, historie en romantiek. Lees er De Avondschool van Maeve Binchy nog maar eens op na, of download de Deense Dogma-productie Italian for Beginners. Prachtig. Geweldig. Echt waar. Maar ik kan u verzekeren dat schaakles minstens zo poëtisch is.

Volgende week begint in Boxtel een schaakcursus voor volwassenen. Misschien is het beter om het een trainingsprogramma te noemen, want de deelnemers worden geacht gezamenlijk aan hun schaakniveau te werken. De cursus is bedoeld voor iedereen die de spelregels kent en al enige schaakervaring heeft. De schaakopgaven die in de cursus worden gebruikt, kunnen gemakkelijk worden afgestemd op ieders individuele niveau, zodat het programma ook voor sterke schakers beslist interessant blijft. Behalve schaaktechnische onderwerpen zullen ook de geschiedenis en de cultuur van het schaakspel aan de orde komen.

Wanneer? Om de twee weken op woensdagavond. De bijeenkomsten duren anderhalf uur. Kosten zijn er nauwelijks aan verbonden: als er voldoende deelnemers zijn, krijgen we subsidie van de schaakbond en de docent doet het gratis omdat hij dat lesgeven wel eens wil uitproberen nu het schrijven van een schaakrubriek hem zo goed bevalt. Ook als u geen lid bent van de schaakclub, kunt u zich gerust aanmelden.

De precieze data en een voorlopig programma vindt u op dubbelschaaktraining.blogspot.com. Tijdens de cursus zal het blog worden gebruikt om ervaringen uit te wisselen, vragen te stellen en antwoorden te geven. Daarom is het trainingsblog als de cursus eenmaal gestart is alleen nog toegankelijk voor gebruikers.












Een onderwerp dat beslist aan de orde zal komen betreft de zogenaamde ‘matbeelden’: matpatronen die regelmatig opduiken en die je maar beter in je geheugen gegrift kunt hebben. Daar is enige training voor nodig, maar voor je het zo scherp ziet als Rashid Nezhmetdinov moet er heel wat gebeuren: zwart geeft mat in drie.












Opgave 286 kwam uit een partij tussen Anish Giri en Frans Cuijpers, gespeeld tijdens het Nederlands Kampioenschap van enkele weken geleden. Giri deed 1. Dg7-e5!! waarna zwart meteen kon opgeven. Er dreigt mat of damewinst en 1. … De4xe5 kan niet wegens 2. Ta1xa4 mat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

dinsdag 29 september 2009

Dubbelschaak overklast Sas van Gent

Persbericht Dubbelschaak
29 september 2009

Terwijl het eerste team van Sas van Gent in ’s-Hertogenbosch tegen Nederlands Kampioen Anish Giri en zijn teamgenoten van HMC Calder mochten aantreden, waren de Zeeuwse reserves in Boxtel bij Dubbelschaak te gast. De Brabantse gastvrijheid hebben de Zeeuwen aan de koffie kunnen ervaren, maar verder zullen ze niet veel plezier hebben beleefd aan hun uitstapje. In Den Bosch werd het 6-4, in Boxtel zelfs 6-2. Met deze uitstekende prestatie heeft Dubbelschaak zich duidelijk als kampioenskandidaat in de landelijke 3e klasse gemanifesteerd. De uitwedstrijd op 31 oktober tegen Overschie zal duidelijk moeten maken of dit vroege optimisme enige grond heeft.

Geen risico
De wedstrijd in Grand Café Rembrandt begon voorspoedig. Teamcaptain Martien van der Meijden gaf het goede voorbeeld door in een scherpe Siciliaanse opening met zwart een vergissing van zijn tegenstander hardhandig af te straffen. Ook op de meeste andere borden zag het er inmiddels florissant uit. Alleen Wil van Lankveld was in moeilijkheden, maar zelfs die leken niet onoverkomelijk.

De situatie was zo rooskleurig dat snel ieder risico werd uitgebannen. Hans Heijstek bood in een iets betere stelling remise aan, hetgeen werd geaccepteerd. En Huub van Dongen forceerde in een scherpe onoverzichtelijke stelling met een stukoffer eeuwig schaak. Dat Van Lankveld na een blunder plotseling verloor, mocht de pret niet drukken, want alle andere borden stonden zeer goed tot gewonnen.

Dat Dubbelschakers degelijk en nauwkeurig kunnen spelen, bleek in het vervolg. Eerst wonnen Rob van Meurs en Peter Boll gedecideerd hun partijen. Vervolgens troefde Michel van der Stee zijn tegenstander met een kleine combinatie af, waarna Guido Jansen op het eerste bord het karwei deskundig afrondde. Hij had eerder in de partij via een pionoffer het initiatief naar zich toegetrokken. Zijn tegenstander had zeeën van tijd nodig om de vele dreigingen af te wenden en kwam daardoor dusdanig in tijdnood dat ongelukken niet konden uitblijven. Jansen won materiaal om vervolgens het eindspel vaardig af te handelen.

Dubbelschaak-2 kansloos in Oss
Het tweede team van Dubbelschaak had in de uitwedstrijd tegen Oss minder succes. Met vier invallers voor late vakantiegangers was er weinig eer te behalen. Alleen Ebe Reitsma wist te winnen. De eindstand werd 3-5.

De volledige uitslagen in de KNSB 3e klasse F vindt u hier.
De uitslagen van de NBSB promotieklasse staan daar.

donderdag 24 september 2009

Anish Giri


In acht zware langdurige partijen tegen de top van Nederland heeft Anish Giri vorige week met ogenschijnlijk gemak 6 uit 8 gescoord en zo het Nederland Kampioenschap schaken gewonnen. Vijf en zeventig procent! Tegen bijna allemaal doorgewinterde professionals. Dat is ontzettend veel voor een jongetje van vijftien dat gewoon iedere dag naar 3 VWO gaat. Hij was er zelf na afloop nog al bescheiden over. Maar daar was bepaald geen reden toe.

Ik heb de partijen van Anish Giri met stomme verbazing nagespeeld. Het leek hem in geen enkele partij opzichtig mee te zitten. Integendeel: in de eerste ronde had de als nummer twee geplaatste Sipke Ernst echt mazzel dat hij nog een remise-eindspel kon bereiken. Ook kreeg Anish in het hele toernooi in geen enkele partij door opzichtige fouten van zijn tegenstanders de winst in de schoot geworpen. Hij moest er iedere partij voor knokken, maar daarbij kwam hij zelf nooit in gevaar. De grootse stijl waarop de grootmeesters Friso Nijboer en Karel van der Weide werden weggevaagd, deed door de diepzinnige positionele offers zelfs aan Kasparov denken.

Het enige dat wel meezat, was de vroegtijdige aftocht van Sergei Tiviakov na een conflict met de scheidsrechter. Tiviakov is een absolute wereldtopper. Giri scoorde in het kampioenschap beduidend meer punten dan op grond van zijn rating mocht worden verwacht, maar voor Tiviakov is zo’n score normaal. Bovendien had Giri na Tiviakov’s vertrek een wel heel gunstige kleurverdeling: vijf keer wit en drie keer zwart. Zou hij ook met Tiviakov hebben gewonnen?

We hoeven niet lang te wachten op een confrontatie. Van 16 tot en met 24 oktober wordt in Hoogeveen het Univé Schaaktoernooi gehouden. Daar zal Giri het behalve tegen Tiviakov moeten opnemen tegen Vassily Ivanchuk en Judith Polgar. Ik vraag me af of het verstandig is zo’n jonge jongen tegen zulke kanonnen te laten spelen. In de dubbelrondige vierkamp hoeft hij gezien zijn rating nauwelijks meer dan 1½ uit 6 te scoren, maar dat voelt iedere jeugdspeler natuurlijk als een afgang. Gelukkig is Giri niet bang.












De leukste zet uit het NK kwam ook op naam van Anish Giri. Frans Cuijpers had met zwart zo juist 39. … a5-a4 gespeeld. Dat was fout. Opgave 286: Ziet u waarom?












In de stelling van opgave 285 maakte Robin Swinkels het tegen Tiviakov heel simpel uit met 37. Dd6-c6! Dameruil is niet te vermijden. Daarna zijn wits lopers zo superieur aan de zwarte paarden dat wit snel promoveert. 37. … De8xc6 38. Ld5xc6 Pa8-c7 39. d4-d5 Pe6xg5 40. d5-d6 Pc7-e6 41.d6-d7 Pe6-d8 42.Lc6-d5 Pg5-e6 43.Lb4-e7 en zwart gaf op.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.