donderdag 25 februari 2010

Schaken in Oaxaca

Jaren geleden trok Boxtelaar Ramón Jessurun als backpacker door Midden-Amerika. Hij werd er verliefd, trouwde en vestigde zich in Oaxaca, Mexico. Daar ontdekte hij een unieke schaakcultuur: op straat, in parken, op de trappen van de kathedraal … overal wordt gesnelschaakt. Een Cubaan heeft er een schaakschool waar hij kinderen lesgeeft. Er is van alles te doen.

Toen Ramón vorig jaar besloot om zich toch maar weer in Nederland te komen wonen, werd hij lid van Dubbelschaak. Hij speelde zich snel in het eerste team en werd zelfs voorzitter. Helaas voor Ramón, maar vooral ook voor Dubbelschaak, lukte het hem niet een vaste baan te vinden. Zijn vrouw kreeg daardoor geen verblijfsvergunning. Ramón is daarom vorige maand teruggekeerd naar Oaxaca waar hij waar hij zijn baan als criminoloog terug kon krijgen aan de universiteit. Toevallig had ik al een carnavalsvakantie in Mexico gepland. Natuurlijk zocht ik hem op.

Ramón troonde me mee naar een klein kraampje van een sleutelmaker op een druk kruispunt. Voor de kraam stond een tafel met twee stoeltjes. Op tafel een schaakspel en een snelschaakklok. Door een groepje fanatieke schakers werden vijf-minutenpotjes gespeeld onder de bekende regel: de winnaar blijft zitten. Ik was al snel aan de beurt. Het bleken bepaald geen klungelaars te zijn. Ik moest me tot het uiterste inspannen om er een stuk of tien achter elkaar te winnen. Toen vond ik het genoeg, want ik reisde niet alleen en mijn reisgenoten houden niet zo van dat geschaak. Nog één ‘ultimo’ potje, zei ik. Toen schoof de sleutelmaker zelf aan. Volgens Ramón heeft hij waarschijnlijk niet eens de lagere school afgemaakt, maar hij veegde me op een verschrikkelijke manier van het bord. Een scherp opgezette Siciliaan met zwart, duidelijk gespeeld met het oog op een pionnenmeerderheid in het centrum. Vervolgens een behendige manoeuvre om mijn blokkade te breken, een kwaliteitsoffer, alles vastzetten en oogsten maar. Grote klasse! Als ik nog eens in Oaxaca kom, vraag ik revanche. Maar dan moet ik wel uit een ander vaatje tappen, want die vent is echt ijzersterk.

In Capelle La Grande is vorige week een groot open toernooi gespeeld. Boxtelaar Franck Steenbekkers hield er keurig een grootmeester op remise, maar kwam toch niet verder dan vijftig procent. Tilburger Cor van Dongen (geen familie) scoorde iets beter, maar werd in de diagramstelling verschrikkelijk gefopt. Wit heeft al een stuk geofferd. Opgave 309: hoe maakt wit het uit?

In opgave 308 bereikte wit, zoals bleek uit een oude partij tussen Jeroen Piket en Van Baarle, winnend voordeel met 1. Pg3-h1!! Het paard gaat over f2 en h3 naar g5 waarna de zwarte stelling instort. Een typisch voorbeeld van positioneel spel uit het strategieboek van Herman Grooten.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

woensdag 24 februari 2010

Herman wint!

Door vakantieperikelen is deze column later op dit blog verschenen dan in de krant (Brabants Centrum 18 februari 2010).

Nadat Herman Grootens Chess Strategy for Club Players eind vorig jaar al was genomineerd voor The Guardian Chess Book of the Year, verscheen het begin dit jaar op de shortlist van een nog vermaardere schaakboekenverkiezing. ChessCafe.com is misschien wel de meest bezochte schaaksite van de wereld. Er verschijnen dagelijks allerlei publicaties op van zeer gerenommeerde medewerkers. En anders dan bij The Guardian, waar de jury feitelijk alleen uit de schrijvers van de wekelijkse schaakrubriek, Ronan Bennet en Daniel King, bestaat, gelden bij ChessCafe.com alleen de stemmen van de bezoekers.

Het is al een geweldige eer voor de schrijver als een boek daar bij de laatste drie eindigt. Jaarlijks verschijnen wereldwijd minstens een kleine duizend schaakboeken. Als je boek in zo’n ratrace in de kopgroep zit, heb je het uitstekend gedaan. Maar als je ook nog wint …

Herman Grooten hééft gewonnen! ChessCafe.com citeert een aantal commentaren van de stemmers. “It’s superb and I think Nimzo might now rest in peace. It’s the new standard of middlegame strategy for all club players!” schreef één van hen. “My only vote goes to Herman Grooten’s masterpiece, a class of its own!” mailde een ander.

In mei vorig jaar heb ik in deze rubriek het boek al eens besproken. In november bij de nominatie door The Guardian deed ik het nog eens dunnetjes over. Om niet in herhalingen te vallen laat ik de loftuitingen nu maar achterwege. Herman woonde als middelbare scholier enkele jaren in Boxtel. Als veertien jarig ventje werd hij in 1972 al seniorenkampioen van De Waltoren, omdat hij in de play off zijn één jaar oudere vriend versloeg. Ik heb daar jarenlang van gebaald, want ik speelde in die tijd veel beter dan Herman. Maar met zijn boek heeft Herman het meer dan goed gemaakt.

Op bladzijde 289 schrijft hij: “In my youth, my then chess trainer Huub van Dongen encouraged me to play gambits. ‘That will teach you how to play good chess’, he said.” Direct daarna bespreekt hij een vlijmscherp openingssysteem dat we samen begin jaren zeventig bestudeerden. En datzelfde boek krijgt nu een tweede druk en een vertaling in het Duits. Misschien komt er zelfs wel een Russische uitgave. Uw stukjesschrijver glimt van trots!

Het hak- en smijtwerk van de gambietspeler heeft Herman Grooten later in zijn carrière verruild voor subtiel positiespel. Zijn boek gaat vooral over strategie, zoals de titel al aangeeft. Eerst moeten de stukken naar de beste velden. De winnende wending kan daarna niet meer uitblijven.

Eén van de fraaiste illustraties van dat principe komt uit een partij tussen Jeroen Piket en John van Baarle. We maken er opgave 308 van. Offers op h5 zijn beslist veelbelovend, maar de rustige aanpak is veel sterker. Met welke fantastische manoeuvre haalde wit de winst binnen.

Opgave 307 is een eindspelstudie van Farago. Wit wint met 1. e6-e7 Ta3-a8 2. Lh3-c8!! Ta8xc8 3. d5-d6 en wit haalt dame. Bijvoorbeeld 3. … Kf6 4. d7 en omdat zowel gaan als slaan dreigt is er niets meer aan te doen.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 11 februari 2010

Interne(t) competitie

Een ideale schaakclub kent diverse vormen van competitie. Uiteraard worden regelmatig wedstrijden tegen andere verenigingen gespeeld: de externe competitie. Maar wat nog veel belangrijker is voor een gezond verenigingsleven is de interne competitie. Wekelijks spelen de leden partijen en partijtjes tegen elkaar. Wie verliest, beschouwt de interne competitie als een broodnodige oefening voor het echte werk: de externe. Wie wint, neemt de interne bloedserieus. Van de uitslagen wordt een keurige ranglijst van bijgehouden. Wie het meeste wint, mag zich kampioen noemen.

Bovendien heeft een zichzelf respecterende schaakclub meerdere interne competities. Dubbelschaak heeft bijvoorbeeld een competitie om het clubkampioenschap, een knockout-competitie om de Meierijcup waar ook leden van andere verenigingen aan mee kunnen doen en een zogenaamde ‘spek-en-bonencompetitie’ waarin, bijvoorbeeld ook door bezoekers, vrije partijen gespeeld worden. Hoofdprijzen: foeilelijke wisselbekers, een pot bruine bonen en een zak spekkies.

De schaakbond heeft al sinds jaar en dag te kampen met een teruglopend ledental. Dat wordt gewijd aan het computerschaak en het schaken op internet. Wie thuis immers een tegenstander vindt, al is het maar een digitale, hoeft immers niet naar de schaakclub. De bond heeft daarom besloten een internetcompetitie op te zetten. Wie meedoet, is vanzelf bondslid. En zo moet het ledental worden opgehoogd.

Volgens mij klopt er iets niet aan deze redenering. Op internet zijn al tientallen competitie gaande. Iedereen kan meedoen. Gratis of tegen een zacht prijsje. Daar heeft niemand de KNSB voor nodig. En bovendien: zelfs al zou het ledental hierdoor een beetje stijgen, de verenigingen zijn er niet mee geholpen.

Ik denk dat de KNSB veel efficiënter leden zou kunnen werven door de verenigingen te helpen in hun communicatie. Een schaakrubriek in de plaatselijke krant, regelmatige berichtgeving over de wedstrijden, een goede uitgebreide en up to date website en veel aandacht voor de jeugd doen wonderen. Kijk maar naar Dubbelschaak. Iedere dinsdagavond in Grand Café Rembrandt. Het wordt steeds drukker. Alleen met carnaval natuurlijk een weekje niet.

Opgave 307 is een elegante ‘wit speelt en wint’. Ziet u hoe?

Opgave 306 kwam uit de zwartpartij van Anish Giri tegen Nisipeanu uit het Corus-toernooi. Zwart speelde 1. … Ld7xh3! Die loper kan niet genomen worden wegens 2. … f3, want dan kan de toren niet spelen wegens 3. … Dg5+, terwijl op f3 slaan de dame kost. Wit moet dus in pionverlies berusten, maar nu een deel van het pionnenschild rond de witte koning is weggeslagen, is het natuurlijk snel uit.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

Dubbelschaak verliest weer

Terneuzen blijkt te sterk

Hoewel Dubbelschaak dit seizoen als favoriet startte in poule 3F van de landelijke schaakcompetitie, is de Boxtelse club na vijf wedstrijden in de degradatiezone terechtgekomen. Afgelopen zaterdag verloor Dubbelschaak thuis nipt van Terneuzen, maar een betere uitslag zat er de hele middag niet in.

De wedstrijd werd verloren aan de topborden. Wil van Lankveld, voor de gelegenheid op bord één, verloor geruisloos. Huub van Dongen speelde in een vlaag van schaakblindheid een volkomen foutieve combinatie. En Martien van der Meijden werd in de aanval weggevaagd.

Op de overige borden had Dubbelschaak echter een behoorlijk ratingoverzicht. Vooraf was er vanuit gegaan dat de topborden het wel droog zouden houden om in de staart de punten te pakken. Dat laatste lukte, maar het was natuurlijk niet meer genoeg. Peter Boll en Ramon Jessurun moest in remise berusten. Michel van der Stee won. Tussenstand met nog twee partijen te gaan 2-4.

Het zag er geen moment naar uit dat Dubbelschaak beide resterende partijen zou winnen. Rob van Meurs had slechts een marginaal voordeeltje. En Guido Jansen stond zelfs ronduit slecht. Toch kwam Dubbelschaak nog dicht bij een gelijkspel. Jansen wist zijn tegenstander aardig te bezwendelen en pakte hem zo een paar pionnen af. Dat punt was binnen. Helaas kon Rob van Meurs, wat hij ook probeerde, er niet doorkomen. Eindstand 3½ - 4½.

Brabantse competitie

Ook in de Brabantse competitie wil het dit jaar niet erg lukken. Dubbelschaak-2 verloor opnieuw, dit keer met 1½- 6½ van het tweede team van Bergen op Zoom. Het Boxtelse tweede staat nu strak op de laatste plaats in de promotieklasse en kan met nog drie wedstrijden te gaan degradatie nauwelijks meer ontlopen.

Gelukkig wist Dubbelschaak-3 wel te winnen. 4½ - 3½ tegen Goirle is een goed resultaat. Paul van der Leije, Jaap Gottlieb, Hans Bakx en Bart Driesten wonnen. Geert Tiellemans bracht het beslissende halfje op het scorebord.

donderdag 4 februari 2010

Tata-toernooi

Corus is in 2007 overgenomen door Tata Steel, een enorm Indiaas concern. Dit jaar wordt ook in Nederland de naam veranderd. Vaak betekent zo’n overname het einde van allerlei tradities in het bedrijf, maar voor het voortbestaan van het jaarlijks schaakevenement in Wijk aan Zee hoeven we voorlopig niet te vrezen. De schaaksport is wezenloos populair in India. De Tata-delegatie die afgelopen week het Corus-toernooi bezocht was dan ook laaiend enthousiast.

Het toernooi werd dit jaar al voor de 72e keer gespeeld. Sinds het in 1938 onder de naam Hoogovensschaaktoernooi begon, is het uitgegroeid tot een mega-event. De televisie kan op geen stukken na een reëel beeld geven van wat zich in januari elk jaar in Wijk aan Zee afspeelt. Behalve de wereldtop spelen er zo’n tweeduizend amateurs in allerlei subtoernooien. Daarvoor is, zo lang de voorraad strekt, de inschrijving vrij. Nieuwe deelnemers worden ingedeeld op rating. Wie zijn groep wint, mag het volgend jaar meedoen op een hoger niveau. Op die manier kunnen de amateurs dromen van een doorbaak naar het grootmeestersgilde. Maar vergis u niet: in de top van de amateurgroepen schrijft zich menig professional in, in de hoop zo een plaatsje tussen de elite te verwerven.

Dit jaar deden er in de tienkampen drie Dubbelschakers mee. Rob van Meurs en Gerard kAstelein werden eervol derde in respectievelijk groep 3H en 4J. Peter Boll mocht het een niveau hoger proberen en werd vierde in groep 2B. Meedoen is zeer aantrekkelijk, want de hoogste groepen van de amateurs spelen in dezelfde zaal als de grootmeesters. Het futuristische decor zorgt voor een voortreffelijke ambiance. Het publiek heeft vanaf een vide rondom de zaal zicht op de spelers en in aangrenzende zalen wordt door deskundigen uitleg gegeven bij de grootmeesterpartijen, die via beeldschermen en beamer-projecties live zijn te volgen.

Het hoofdtoernooi werd geheel volgens verwachting gewonnen door de jonge Noor Magnus Carlsen, de nummer één op de wereldranglijst. De revelatie van het toernooi was echter Nederlands kampioen Anish Giri. Anish is een scholier van vijftien jaar oud en van de veertien deelnemers in de B-groep stond hij voor aanvang twaalfde op rating. De B-groep was een zogenaamd categorie 16 toernooi. Behalve Jan Timman is het nooit een Nederlander gelukt zo’n sterk toernooi te winnen. Volgend jaar mag hij het tussen de absolute wereldtop proberen.

Nadat hij in de eerste ronde de Indiase grootmeester Pentala Harikrishna had verpletterd, speelde Anish Giri in de tweede ronde met zwart tegen Liviu-Dieter Nisipeanu. Dat is bepaald geen kleine jongen, want Nisipeanu miste in 1999 op een haar na het wereldkampioenschap en werd in 2005 met overmacht Europees kampioen. Met een zeer rustige opzet van de partij wist Giri echter lelijke dreigingen in de stelling te vlechten. Opgave 306: hoe sloeg Anish met zwart onverbiddelijk toe.

In de stelling van opgave 305 uit de interne competitie van Dubbelschaak mocht ik met zwart tegen Michel van den Elzen het spectaculaire 1. … Da2-a4!! spelen. Dat dreigt mat, de dame mag niet genomen worden want dan volgt 2. … Pa2 mat. Op 2. b3 volgt Da3 mat. En 2. Pb3 Dxb3 3. Td2 Pa2+ wint de dame. Wit gaf op.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.