donderdag 29 oktober 2009

Ramses

We schrijven ‘1974’. Fischer speelde niet, maar haalde nog regelmatig de pers. Karpov begon geschiedenis te schrijven: hij won samen met Kortsjnoj het Interzonetoernooi en zelfs Donner kwam woorden te kort om de verbazing te beschrijven toen de jongeman achtereenvolgens zijn kandidatenmatches met de schaakreuzen Polugajevsky en Spassky wist te winnen. Schaken stond enorm in aanzien. En juist in dat jaar slaagde ik voor de middelbare school en kon ik in Amsterdam gaan studeren: een waar schaakwalhalla.

Tijdens de introductie ontmoette ik Paul van der Sterren, die later een sterke grootmeester zou worden. Ik kende hem, omdat hij al minstens vijf jaar kampioen van Limburg was. Hij raadde me aan in de interne competitie van Watergraafsmeer te gaan spelen. Daar bleken verschillende net iets oudere schaakcoryfeeën te spelen en al gauw troonden ze me na de wekelijkse schaakavond mee naar de talloze nachtcafés in het centrum van Amsterdam. Jongens waren we - maar wilde jongens. Het meest geliefde adres was De Oude Herberg aan de Geldersekade. Je kon er bier drinken, stevige bruinebonensoep eten en sluitingstijd hadden ze niet. Er werd geschaakt en vooral veel gebrald, maar er waren ook andere gasten. Opmerkelijke types.

Op een vaste plaats aan de bar zat iedere avond Ramses Shaffy. Hij had een eigen fles jonge jenever aan zijn voeten staan, maar liet zich ook graag fêteren op andere alcoholica. Hij kwam overal mee weg, want iedereen bewonderde hem en hij praatte tegen iedereen. Met de schakers bemoeide hij zich zelden, maar ik herinner me dat hij naar ons toe kwam toen ik op een avond met de vriendin van een andere schaker zat te praten. “Wat zijn jullie toch een mooi stel”, zei hij. Toen wij wat lacherig reageerden, bood hij ons een biertje aan en maakte nog een paar complimenten. “Hou nou maar op”, zei m’n gesprekspartner. “Je maakt bij hem net zo weinig kans als ik bij jou!”

Wat zou het mooi zijn om dit stukje af te sluiten met Ramses Shaffy aan de piano, die “Wij zullen doorgaan!” begint te zingen. Helaas zou dat de waarheid te veel geweld aandoen. Het is al mooi dat ik deze herinnering kan ophalen. Van de week was hij weer eens op de televisie. Hij houdt het nog lang vol.


Dat er in die tijd ook serieus geschaakt werd, moge blijken uit opgave 291. Wit heeft geen zin om de schaakjes op g3 uit te rekenen en vindt een elegante weg naar de winst.

Opgave 290 kwam uit de partij Nijboer-Grooten van het Univé-toernooi van vorige week. Grooten stond totaal verloren, maar probeerde nog 1. Kd4-e4. Zwart trapte erin en speelde 1. … Td2xd3? Nu heeft wit een zogenaamde dolle toren. 2. Th6-h8+ Kg8-g7 (Of 2. .. Kxh8 3. g7+ en pat) 3. Th8-h7+ Kg7xg6 4. Th7-h6+ en de toren blijft de koning, waar hij ook gaat, over de rand van het bord aanvallen. Slaan resulteert steeds in pat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 22 oktober 2009

Het Münchhausen Trilemma

Tijdens zijn vele avonturen kwam de beroemde Baron Von Münchhausen menigmaal in een moeilijk parket. Eens, toen hij met zijn paard over een brede rivier wilde springen, raakte hij te water. Erger nog, het bleek een moeras. Hij kon niet meer voor of achteruit. Maar hij greep zijn enige kans. Hij klemde het paard tussen zijn krachtige dijen en tilde zichzelf met paard en al aan zijn haren omhoog en zette zich op het droge. Uiteraard aan de goede kant van de rivier, anders was het verhaal snel afgelopen.

Iets dergelijks behelsde het veelbesproken plan B van Dirk Scheringa. Spaarders met achtergestelde obligaties en spaargelden van boven de ton zouden hun vorderingen moeten omzetten in aandelen. Zo zou de bank nieuw kapitaal aantrekken en voor de ondergang kunnen worden behoed. Dat de aandeelhouders op die manier mede-eigenaar zouden worden van een gigantisch negatief vermogen, werd er niet bij verteld. Ze zouden reddeloos door het drijfzand worden meegezogen. Plan B was zo inventief en zo creatief dat het op het blog van het Nieuw Humoristisch Front niet zou misstaan.

Maar zeg alstublieft niet dat het niet kan. In de parallelle wereld van het schaakspel is het onmogelijke heel normaal. Een voorbeeld hoefde ik niet eens te zoeken: het deed zich voor in de tweede ronde van het Univé-toernooi dat deze week in Hoogeveen wordt gespeeld. In een partij tussen Herman Grooten en Internationaal Grootmeester Friso Nijboer zag het er lange tijd naar uit dat voormalig Boxtelaar Grooten de winst zou pakken. Direct na de opening weerlegde hij een grootmeesterlijke truc waarmee Nijboer het strategische spelletje probeerde te ontregelen, waar Grooten patent op heeft. Herman kreeg winnend voordeel, maar begon vervolgens opzichtig te schutteren. Nijboer liet zich echter qua blunders ook niet onbetuigd en op een gegeven moment kon Grooten de partij in enkele zetten beslissen.

Ook die kans miste hij en een paar zetten later kon hij opgeven. Eén klein kleinigheidje restte hem nog. Een trucje uit het sprookjesschaak, waar niemand intrapt, behalve dan in potjes van absolute beginners die nog geloven dat ze zich aan hun haren uit het moeras kunnen trekken. Het stond zo:

Grooten probeerde ten einde raad plan B: 56. Kd4-e4. Nijboer antwoordde met de vreselijke fout 56. … Td2xd3? Opgave 290: ziet u hoe wit zich nu kan redden?

In een partij tussen Robert Byrne en de legendarische Bobby Fischer speelde zwart in de stelling van opgave 289 1. … Dd8-d7! Er dreigt simpel 2. … Dh3+, 3. … Lxd4+ en 4. … Dg2 mat. De voor de hand liggende verdediging 2. Dd2-f2 helpt niet wegens 2. … Dd7-h3+ 3. Kf1-g1 Te8-e1+!! 4. Td1xe1 Lg7xd4 5. Df2xd4 Dh3-g2 mat.

Alle nieuws over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 15 oktober 2009

De macht van de media

Publiciteit is goud. Toen Fischer om het wereldkampioenschap tegen Spassky speelde – een Amerikaan tegen een Rus op het hoogtepunt van de Koude Oorlog – haalde het schaakspel alle televisiestations. Schaakclubs groeiden als kool. Later hielden Karpov en Kasparov de hausse in stand. Pas toen er op de televisie en in de krant nauwelijks meer over het schaakspel werd gepubliceerd, zakte de belangstelling in. De schakers trokken zich terug op de nichemarkt van het internet. Dat levert dagelijks ontelbare digitale potjes op, maar de schaakclubs lijden een marginaal bestaan. Dubbelschaak is een positieve uitzondering. Deze rubriek, die wekeijks eerst in Brabants Centrum verschijnt, helpt er aan mee dat de Boxtelse schaakvereniging geheel tegen de trend in al enkele jaren beduidend meer aanmeldingen dan afmeldingen krijgt.

Reclamejongens en andere types uit de public relations hebben een en ander altijd goed begrepen. Free publicity is het ideaal, maar desnoods betaal je voor een opvallende plaats in de redactionele rubrieken of voor een spotje vlak voor het nieuws. Als tekstschrijver heb ik menig marketing manager horen beweren dat zelfs slecht nieuws, heel wat beter is dan geen publiciteit. Al was het alleen maar om de naamsbekendheid. Maar daar hebben ze het mis. Er is waarschijnlijk geen bank in Nederland met een grotere naamsbekendheid dan DSB, maar het brengt Dirk Scheringa weinig goeds.

Wie kritiek uit op de rol van de media, krijgt van journalisten steevast het verwijt dat de boodschapper het kennelijk weer heeft gedaan. Eén en ander gaat terug op de mythe dat in het Romeinse Rijk en bij de Grieken de brenger van slecht nieuws ter dood werd veroordeeld. Tegenwoordig is het wel anders. Het journaille heeft zichzelf heilig verklaard en houdt zelf de microfoon in de hand zodat niemand kan tegenspreken. Wie een negatieve mediahype over zich heen krijgt, is reddeloos verloren. We zagen het aan Ad Melkert, Ella Vogelaar en nu aan de DSB-bank. Op zich was er steeds weinig aan de hand, maar als de VARA dagen op een rij de zonsondergang kraait, dooft het licht. Ook Hamers, Wellink, Zalm en Bos zijn inmiddels door de trotse Pauwen en onsterfelijke Wildemannen ten dode opgeschreven. De boodschappers zijn onaantastbaar, wat voor lariekoek ze ook in het nieuws brengen, wat voor keuzes ze ook maken en wat voor toon ze ook aanslaan. Als enige troost kan gelden dat na Verdonk ook Wilders nog wel aan zijn trekken komt.

De stelling van opgave 289 met Fischer als zwartspeler aan zet is wereldberoemd. Sinds zijn veertiende was Fischer vijf keer op rij Amerikaans kampioen geworden en iedereen keek uit naar zijn ondergang. In de commentaarzaal had Rossolimo net aan het publiek uitgelegd dat Fischer dit keer veel te ver was gegaan met zijn offers. Toen de partij één zet later was afgelopen, wilde menigeen de witspeler feliciteren. Maar in de schaaksport regeert de logica: Robert Byrne had na 1. … Dd8-d7 opgegeven. Waarom kan hij zich eigenlijk niet gewoon verdedigen met 2. Dd2-f2?

In opgave 288 uit een partij Teichman-Schlechter volgde na 1. Ld5xf7+! Kg8xf7 2. Pf3-g5+ Kf7-g8 3. Dd1-h5 Pe7xf5 4. Dh5xh7+ Kg8-f8 5. Dh7xf5 Kf8-g8 de fantastische zet 6. Df5-g6!! Zwart kan zich niet verweren tegen het simpele plan Te1-e3-f3 en Dh7 mat.

Alle nieuws over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 8 oktober 2009

Holistisch denken

Jan Smuts was geen kleine jongen. Hij was vele jaren premier van Zuid-Afrika en beklede diverse andere ministersposten. In het Britse leger bracht hij het tot veldmaarschalk. Na de Tweede Wereldoorlog had hij een groot aandeel in de oprichting van de Verenigde Naties. En als filosoof was hij de grondlegger van het holisme.

Het is niet zo gemakkelijk het holisme in het kort uit te leggen zonder in platitudes te vervallen. “Het geheel is meer dan de som der delen”, is er zo één. Feit is in elk geval dat het holisme de afgelopen decennia gegijzeld is door allerlei alternatievelingen, therapeutentypes en nieuwe-tijdstheoretici. “Alles hangt met alles samen”, is hun paradigma, een waarheid als een Kaapse buffel en minstens zo moeilijk om mee te werken.

In de politiek is de wazige vruchteloosheid van het new-agedenken inmiddels gemeengoed. De Westerschelde kan niet worden uitgediept zonder een polder te ontpolderen om op die manier natuur aan te leggen. Er wordt kennelijk aan een groter geheel gedacht, maar de eenvoudige reductionist, die met de poten in de klei staat, ontgaat de portee. Zo kunnen er in Boxtel ook geen spoortunneltjes aangelegd worden zonder verkeersplan inclusief noordelijke ontsluitingsweg, parkeervisie, groendoelstellingen, plattelandsplanologie en weet ik wat allemaal nog meer. Zo wordt ieder dossier encyclopedisch, terwijl voor probleem en oplossing samen een A-viertje volstaat.

Het schaakspel heeft een mooie begrensde werkelijkheid. Zelfs daar groeien de complicaties de denkers boven het hoofd als ze in grote gehelen blijven hangen. Alleen door de problematiek te analyseren en dan stapje voor stapje aan oplossingen te werken, boekt de schaakspeler vooruitgang. Als er mat dreigt, moet hij daar eerst iets aan doen; de verovering van een vijandelijk pionnetje kan dan beter even worden uitgesteld. Het is al heel wat als hij ergens in zijn achterhoofd het grote geheel koestert (hij dekt mat zonder zijn stelling te verzwakken). Wie zich constant het geheel voor ogen houdt, ziet niets. Het is te groot. We moeten het in mootjes hakken en symptomen bestrijden, dan voelen we ons beter. En in elk geval doen we dan veel betere zetten.

Opgave 288 komt uit een oude partij tussen Teichmann en Schlechter. Iedere rechtgeaarde schaker denkt hier meteen aan het grote geheel: de jacht op de zwarte koning, beginnend met 1. Ld5xf7+ Kg8xf7 2. Pf3-g5+. Dan moet echter het analytische denken beginnen. De zwarte koning heeft vier zetten, die een voor een moeten worden afgehandeld. Analyseer als laatste 2. … Kf7-g8 3. Dd1-h5 Pe7xf5 4. Dh5xh7+ Kg8-f8 5. Dh7xf5+ Kf8-g8. Daar moet u iets bijzonders ontdekken. Een visionaire zet waar u misschien zelfs een beetje holistisch voor moet denken.
In de stelling van opgave 287 besliste Nezhmetdinov met zwart de partij met 1. … Df4xh2+ 2. Kh1xh2 Ph5-g3+ 3. Kh2xg3 f5-f4 mat.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 1 oktober 2009

Schaakles en training

De docent is van middelbare leeftijd. Zijn haren beginnen te grijzen en hij heeft enig overgewicht. Wekelijks komt een groepje cursisten bij elkaar, een trouw gezelschap dat behalve de cursus niets gemeenschappelijks heeft. Over hun verwachtingen en dromen in deze mise-en-scène zijn literaire meesterwerken geschreven en films gemaakt. Het betreft dan bijna altijd een cursus Italiaans, een mooie melodieuze taal uit een land vol cultuur, historie en romantiek. Lees er De Avondschool van Maeve Binchy nog maar eens op na, of download de Deense Dogma-productie Italian for Beginners. Prachtig. Geweldig. Echt waar. Maar ik kan u verzekeren dat schaakles minstens zo poëtisch is.

Volgende week begint in Boxtel een schaakcursus voor volwassenen. Misschien is het beter om het een trainingsprogramma te noemen, want de deelnemers worden geacht gezamenlijk aan hun schaakniveau te werken. De cursus is bedoeld voor iedereen die de spelregels kent en al enige schaakervaring heeft. De schaakopgaven die in de cursus worden gebruikt, kunnen gemakkelijk worden afgestemd op ieders individuele niveau, zodat het programma ook voor sterke schakers beslist interessant blijft. Behalve schaaktechnische onderwerpen zullen ook de geschiedenis en de cultuur van het schaakspel aan de orde komen.

Wanneer? Om de twee weken op woensdagavond. De bijeenkomsten duren anderhalf uur. Kosten zijn er nauwelijks aan verbonden: als er voldoende deelnemers zijn, krijgen we subsidie van de schaakbond en de docent doet het gratis omdat hij dat lesgeven wel eens wil uitproberen nu het schrijven van een schaakrubriek hem zo goed bevalt. Ook als u geen lid bent van de schaakclub, kunt u zich gerust aanmelden.

De precieze data en een voorlopig programma vindt u op dubbelschaaktraining.blogspot.com. Tijdens de cursus zal het blog worden gebruikt om ervaringen uit te wisselen, vragen te stellen en antwoorden te geven. Daarom is het trainingsblog als de cursus eenmaal gestart is alleen nog toegankelijk voor gebruikers.












Een onderwerp dat beslist aan de orde zal komen betreft de zogenaamde ‘matbeelden’: matpatronen die regelmatig opduiken en die je maar beter in je geheugen gegrift kunt hebben. Daar is enige training voor nodig, maar voor je het zo scherp ziet als Rashid Nezhmetdinov moet er heel wat gebeuren: zwart geeft mat in drie.












Opgave 286 kwam uit een partij tussen Anish Giri en Frans Cuijpers, gespeeld tijdens het Nederlands Kampioenschap van enkele weken geleden. Giri deed 1. Dg7-e5!! waarna zwart meteen kon opgeven. Er dreigt mat of damewinst en 1. … De4xe5 kan niet wegens 2. Ta1xa4 mat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.