donderdag 28 oktober 2010

Schaakblindheid

Iedere schaker overkomt het wel eens dat hem een afgrijselijk slechte zet ontglipt. Als hij dronken en lallend in het café zou zitten snelschaken, zou hij de zet nooit hebben gespeeld. Maar in een gewone rustige partij, waarin hij bedachtzaam alle mogelijkheden heeft overwogen, ziet hij ineens iets triviaals over het hoofd. Het is een kwestie van concentratie, is steevast het commentaar. Ik geloof er helemaal niets van. Volgens mij is het een vorm van tunnelvisie.

In de KNSB-bekerwedstrijd met Dubbelschaak uit tegen Terneuzen had ik met zwart vrij veel bedenktijd verbruikt om een kansrijke stelling te krijgen tegen een zeer ongebruikelijke opening van mijn tegenstander. Maar na vijftien zetten had ik de stelling op het bord die ik voor ogen had gehad. Ik had een kleine verzwakking geaccepteerd voor mooi stukkenspel en ik dacht dat ik prima stond. Mijn tegenstander kennelijk ook, want hij bood remise aan. Zo’n remiseaanbod is voor de ervaren schaker hét signaal om nog eens goed na te denken. Als er iets niet blijkt te kloppen, kun je veilig remise aannemen. En de stand op de andere borden – schaken is een teamsport – gaf ook geen enkele aanleiding om enige druk te voelen. Op de zet die ik van plan was, ontdekte ik echter een verborgen mogelijkheid voor wit om zijn stelling duurzaam te versterken. Als ik verder wilde spelen, moest ik het anders doen. Er moest iets zijn, meende ik, want mijn stukken stonden uitstekend. Ik besloot met een kleine dreiging op de damevleugel, een koningsaanval voor te bereiden. Als hij zou proberen via dameruil de stelling te vervlakken, kon ik heel listig met tempowinst al mijn stukken richting witte koning manoeuvreren. Er klopte helemaal niets van. Toen ik twee zetten later de geplande manoeuvre uitvoerde, sloeg wit er met schaak een volle toren af. Ik kon meteen opgeven. En dat na meer dan veertig jaar oefenen!

Ach, het kan altijd nog erger. Tigran Petrosian (wereldkampioen van 1963 tot 1969) gaf in een gewonnen stelling tegen David Bronstein een volle dame weg. Vladimir Kramnik (wereldkampioen van 2000 tot 2007) liet zich voor de ogen van de wereld in betere stelling mat in één zetten door een computerprogramma. Wat er door een schaker heengaat op zo’n moment, kunt u zien op dubbelschaak.blogspot.com: een filmpje van Gary Kasparov (niet alleen de beste schaker aller tijden, maar beslist ook de meest expressieve) die een bok schiet tegen Vishwanathan Anand.




Opgave 346: wit forceert mat.
 De ultieme blunder is natuurlijk opgeven in gewonnen stelling. Het overkwam de witspeler in de stelling van opgave 346. Hoe kan wit mat forceren?

Opgave 345
In opgave 345 volgt op 1. Dc4-c2 het venijnige 1. … c5-c4! met de dreiging Lc5 gevolgd door Ph2. En op 1. Kf1-g1 is 1. … Dg3-f2+ 2. Kg1-h1 Te8-d8!! helemaal uit.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

maandag 25 oktober 2010

Max Euwe

Sinds afgelopen week staat het eerste Nederlandse televisiejournaal online. Op die historische donderdagavond van 5 januari 1956 was niet The State of Union van Eisenhower of de onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië het openingsitem, maar de schaakmatch om het Nederlands kampioenschap tussen Hein Donner en Max Euwe.

Donner was in 1954 verrassend Nederlands kampioen geworden voor de voormalige wereldkampioen Euwe. Het reglement bepaalde dat het kampioenschap van 1955 uit een match tussen de oude en nieuwe kampioen moest bestaan. De match over tien partijen kwam pas rond de jaarwisseling tot stand. De 28-jarige Donner was nog niet helemaal op het toppunt van zijn kunnen, maar mocht toch minstens uitzien op een mooie internationale carrière. De 54-jarige Euwe leek een beetje op zijn retour. Ik kan me voorstellen dat de Nederlandse schaakgemeenschap gedacht moet hebben dat het wel eens spannend zou kunnen worden. Maar Euwe liet geen spaan heel van Donner.



Bij de opnames van het journaal had Euwe net de 7e partij gewonnen en de stand op 5½ - 1½ gebracht. Voor veel meer spektakel had de 6e partij gezorgd. Donner had op de 12e zet een ijzersterk openingsnieuwtje gelanceerd. Op de 15e zet had hij een klein positievoordeeltje kunnen krijgen, maar hij koos heel optimistisch voor een scherpere optie. Euwe offerde meteen een stuk en een paar zetten later een kwaliteit. Donner moet niet geweten hebben wat hem overkwam. Met een toren meer werd hij weggevaagd. In de Donner-biografie van Alexander Münninghoff uit 1994 wordt beschreven hoe Donner die avond uitriep: “Mijn God, kunt u mij zeggen waarom ik niet 17. Lxc6 gespeeld heb?” Münninghoff vervolgt: “Zelden zal de schaker zo oprecht bedroefd en eenzaam zijn geweest als Donner op die avond, waarop hij tenminste eenmaal had kunnen bewijzen Euwe ook in een onderling duel te kunnen verslaan.”

Dat is een beetje vreemd, want in de Euwe-biografie van Münninghoff uit 1976 staat een analyse van Euwe, waarin de grand maître over 17. Lxc6 alleen opmerkt dat dat “een andere ingewikkelde variant” is. Tegenwoordig kunnen we het oordeel met een gerust hart aan Fritz of Rybka overlaten: na Euwe’s briljante stukoffer, was er geen houden meer aan! Volgens Münninghoff leed Donner na deze traumatische partij aan een Euwe-syndroom. Euwe zei op zijn oude dag dat de onderlinge stand in de partijen met Donner gelijk was: Euwe won er zelf negen en Donner maakte er negen remise.

Opgave 345
 Naar aanleiding van het journaal heb ik de 6e matchpartij Donner-Euwe nog eens bestudeerd. In de analyse stuitte ik onder andere op deze stelling. Wit is aan zet. Opgave 345: Hoe wint zwart na 1. Dc4-e2? En hoe na 1. Kf1-g1? Alle partijen uit de Euwe-Donner match van 1956 vindt u hier. De 6e partij is uitgebreid geanalyseerd.

Opgave 344
Opgave 344 van vorige week was een makkie. Wit wint een stuk met 1. Dd2-h6 met dubbele aanval op g7 en h3.

 Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

zaterdag 16 oktober 2010

Huisschakers gezocht

Er zijn heel veel mensen die thuis wel eens een partijtje schaken. Sommigen spelen tegen een kennis of een familielid, anderen hebben de weg naar het internet of de schaakcomputer gevonden. Ze spelen soms heel behoorlijk, maar missen de routine van de clubschaker. De Boxtelse schaakvereniging Dubbelschaak wil heel graag met deze mensen in contact komen voor een bijzonder experiment.
Op de jeugdafdeling van Dubbelschaak zitten vier jonge spelers, die nu ze op de middelbare school zitten langzamerhand de overstap naar de clubavond van de volwassenen op dinsdag in Grand Café Rembrandt moeten gaan maken. Met aangepaste speeltijden natuurlijk: van 19.30 uur tot ongeveer 21.00 uur. Omdat het niveauverschil met de volwassen Dubbelschaakleden nog al fors is, zoekt de vereniging huisschakers, die één of twee keer maand een partijtje tegen een jeugdlid willen spelen.

Misschien vindt u het leuk op de club en vindt u zo een nieuwe hobby. In elk geval zal het uw spelpeil ten goede komen, want iedere keer als u meedoet, krijgt u van de club een blad met oefenstof en handige tips, samengesteld door uw eigen columnist. Uw partijen worden desgewenst met u nabesproken. Kosten zijn er niet aan verbonden, tenzij u na enige tijd besluit om lid te worden, maar dat bent u niet verplicht.

De oefenstof wordt ontleend aan de Stappenmethode, een door Internationaal Schaakmeester en pedagoog Cor van Wijgerden ontwikkelde methode om de fijne kneepjes onder de knie te krijgen. Die methode staat internationaal hoog in aanzien en is vooral bijzonder geschikt om het positiegevoel te verbeteren en de tactische vaardigheden te trainen. Op de jeugdafdeling wordt diezelfde methode gebruikt.

Voelt u er wel iets voor om Dubbelschaak op deze manier te helpen, stuur dan een mailtje naar Huub van Dongen. We overleggen dan even over de voor u meest geschikte speeldata en dan kan de wedstrijd beginnen. Ik voorspel een gelijkopgaande strijd.

 Opgave 344 komt uit de Stappenmethode. In Stap 2 worden de cursisten gedrild in eenvoudige trucs zoals de Dubbele Aanval Dame. Desondanks trappen veel schakers er steeds opnieuw weer in. Ziet u hoe wit een stuk kan winnen?

Opgave 343 kwam uit een partij Demina-Rozenfeld, USSR, 1985. Zwart speelde gemakzuchtig 1. … Te3-e4+? 2. Td4xe4 d2-d1D en werd nu verrast door de fantastische truc (Stap 6 niveau) 3. Tg2-e2!! Ineens dreigt er mat. Zwart is gedwongen zijn dame voor een toren terug te geven en staat dan verloren. In Stap 7 moet je dat zien aankomen. Dan vind je de winst met 1. … d2-d1D+! en nu 2. Dxd1 Te4+ 3. Txe4 Dd1+ 4. Tge2 Dd7 of 2. Txd1 Db4+ 3. Kg5 (3. T of Dd4 Te4+) 3. … Txg3+! 4. Txg3 Dh4 mat. Heel moeilijk allemaal, maar troost u: de betreffende jeugdspelers van Dubbelschaak zitten ongeveer op het niveau van Stap 3.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Dubbelschaak wint dubbele derby

Eindhoven haalt bakzeil in Boxtel
Persbericht Dubbelschaak over competiewedstrijden zaterdag 9 oktober

Afgelopen zaterdag stond voor Dubbelschaak de eerste thuiswedstrijd van het nog prille seizoen op de kalender. Zowel het eerste als het tweede team moest het opnemen tegen een selectie van SV Eindhoven, één van de meest gerenommeerde clubs in Brabant. Met name de wedstrijd tussen Dubbelschaak-1 en Eindhoven-2 werd met spanning tegemoet gezien. Beide teams hadden in de eerste ronde gewonnen, maar vooral de 7½-½ overwinning van Eindhoven-2 op Brunssum had indruk gemaakt. Alles wees erop dat het een zware middag zou worden voor het Boxtelse achttal. Maar Dubbelschaak won overtuigend met 5-3 en staat nu, zij het op alfabet, eerste in de poule. Dat Dubbelschaak-2 eveneens met 5-3 van Eindhoven-3 won, maakte de feestvreugde na afloop alleen groter.

Overigens begon de wedstrijd niet echt lekker. Na een remise van Peter Boll met zwart op bord 3 bleek al snel dat Rob van Meurs en Wil van Lankveld op de borden 6 en 7 in zwaar weer terecht waren gekomen. Daar stond tegenover dat zowel Huub van Dongen op bord 1 als Martien van der Meijden op 2 duidelijk de wind mee had. Maar omdat Van Lankveld niet meer tijdig het roer kon overnemen, kwam Eindhoven op voorsprong en het was voorlopig niet duidelijk hoe Dubbelschaak moest laveren om de achterstand in te lopen.

Er volgde nog een remise op bord 8 van Michiel Luijpen, waarna er enige tijd een volledige windstilte leek op te treden. Het duurde tot in de tijdnoodfase voor de 40e zet voor eindelijk de zon doorbrak voor de Boxtelse formatie. Van Meurs had zich taai verdedigd om vervolgens via een fraaie tegenaanval remise af te dwingen. Van der Meijden leverde een modelprestatie door zijn partij met een winnende slotaanval af te ronden. En ook Van Dongen, die in het middenspel ergens de koers kwijt was geraakt, vond een manier om zijn tegenstander alle wind uit de zeilen te nemen. En zo stond het na vier uur spelevaren zo maar opeens 3½-2½ voor Dubbelschaak.

Dat het daarna nog mis zou kunnen gaan, was voor de kenners onwaarschijnlijk. Weliswaar had Michel van der Stee op bord vijf nog behoorlijke problemen, maar hij zou beslist de zeilen niet strijken. De hoop was echter vooral gevestigd op Job de Lange, een Boxtelse topper die helaas maar zelden beschikbaar is voor de clubcompetitie. Hij had aan bord 4 met superieur spel het jeugdige talent Jan Cox een pionnetje ontfutseld en dat keurig vastgehouden tot in het eindspel. En hoe minder stukken er op het bord over zijn, hoe beter De Lange speelt. Uiteindelijk maakte Van der Stee remise in een eindspel met ongelijke lopers en bracht De Lange met een fraai staaltje eindspeltechniek de buit in veilige haven.

Dubbelschaak-2 en -3

Dubbelschaak-2 behaalde de overwinning vooral door degelijk spel. Er vielen maar liefst zes remises, maar omdat Tom van Stiphout en Niels Heijstek allebei zeer overtuigend wisten te winnen, kwam de eindzege geen moment in gevaar. Dubbelschaak-3 ging intussen hard onderuit tegen Het Kasteel uit Escharen: alleen Hans Bakx wist te winnen; eindstand 1½-6½.

Pas op 20 november staan de volgende competitiewedstrijden op het programma. Dubbelschaak-1 speelt dan uit tegen het sterke D4 uit Oosterhout.

Dubbelschaak overrompelt Combinatie Asten

Persbericht Dubbelschaak over competitiewedstrijd zaterdag 25 september

In de eerste ronde van de KNSB-competitie heeft Dubbelschaak zeer overtuigend De Combinatie verslagen. De gerenommeerde club uit Asten, waar onder andere grootmeester Robin Swinkels is opgeleid, werd door de Boxtelse schaakvereniging al voor de eerste tijdcontrole volledig overrompeld. Het stond toen al 4-0. Dat het uiteindelijk nog 5½ - 2½ werd, was verder van weinig betekenis, al had een nog hogere uitslag er zeker ingezeten.

De score werd geopend door Peter Boll met wit aan bord drie. In de veronderstelling dat hij via een trucje op de onderste rij kon ontsnappen, liet Bolls tegenstander een toren insluiten. Dat bleek een zware misrekening, want via een schijnoffer van de dame bleef Boll een volle toren voor, waarna zwart natuurlijk meteen capituleerde. Huub van Dongen moest er aan bord twee heel wat harder voor werken. Tegen Maurice Swinkels, het jongere broertje van de grootmeester die natuurlijk al lang niet meer bij Asten speelt, had hij met zwart een ongebruikelijk variantje van het Schots toegepast. Het bleek een succes. Zwart kreeg dermate groot voordeel dat Van Dongens jeugdige tegenstander geen andere optie meer had dan een pion te offeren om nog overeind te blijven. Daarna verdedigde hij zich als een leeuw, maar hij kon uiteindelijk niet verhinderen dat van Dongen zijn stelling kraakte.

Een eervolle vermelding verdient ook invaller Gilion Berkelmans. Hij was aan bord acht wat moeilijk uit de opening gekomen. In de scherpe strijd die ontbrandde, bleek hij echter heel wat slagvaardiger dan zijn vrouwelijke tegenstander. Het was Berkelmans’ eerste overwinning in het eerste team. Als bij zo doorgaat volgen er meer. In dezelfde minuut voor als de 3-0 viel ook de 4-0. Michel van der Stee had aan bord vijf al enige tijd een fraaie stelling. In armoede lanceerde zijn tegenstander een wanhoopsaanval die er op het eerste gezicht levensgevaarlijk uitzag. Van der Stee hield echter het hoofd koel, offerde een kwaliteit en nam de aanval over. Dat bleek de juiste aanpak: enkele zetten later kon zwart opgeven.

Scheidsrechterlijke dwaling

Intussen was er enige commotie ontstaan aan bord vier waar Martien van der Meijden met zwart tegen Astens hoogste ratinghouder Rob Aarts speelde. In een ingewikkeld middenspel hadden beide spelers zoveel bedenktijd gebruikt, dat ze allebei nog zeker vijftien zetten binnen een minuut moesten afwerken. Genoteerd werd er niet meer en op een gegeven moment overschreed wit de toegestane bedenktijd voor de eerste veertig zetten. Aarts beweerde dat hij er veertig had gedaan; hij had geteld. Maar dat is natuurlijk niet voldoende. De partij werd gereconstrueerd. Aarts bleek inderdaad zijn veertigste zet op het bord te hebben uitgevoerd, maar voordat hij de klok indrukte was zijn bedenktijd om. Volgens de reglementen is de zet pas uitgevoerd als de klok is ingedrukt, maar daar bleken noch de spelers noch de wedstrijdleider, die zich nauwelijks met de zaak bezighield, van op de hoogte. Doorspelen, was de beslissing, waarna de spelers na alle opwinding de partij meteen remise gaven. Pas thuis realiseerden de Dubbelschakers zich wat er gebeurd was. Het eerste halfje van Asten was volkomen ten onrechte cadeau gegeven. Zwart had reglementair gewonnen wegens tijdsoverschrijding. Inmiddels is protest aangetekend bij de Commissie van Beroep van de KNSB.

Heel erg was dat overigens allemaal niet. Wil van Lankveld had intussen aan bord zeven ook gewonnen. Hij had de hele partij al beter gestaan. Toen de veertigste zet eenmaal was gedaan, bleek hij met twee stukken meer de tegenaanval van zijn opponent gemakkelijk af te kunnen slaan. Jammer genoeg stonden de resterende partijen, Guido Jansen op het eerste bord en Rob van Meurs aan bord zes, verloren. Er werd nog zeker anderhalf uur doorgeknokt om ook op die borden de kansen te laten keren, maar dat mocht niet meer baten.

Sterke poule

Met deze stevige overwinning heeft Dubbelschaak een goede start gemaakt. In de volgende ronde op 9 oktober thuis tegen Eindhoven-2 kunnen de Boxtelse cracks laten zien of ze dit jaar echt om het kampioenschap mee kunnen draaien. Vooral UVS uit Nijmegen, SV Geleen en Voerendaal-2 lijken geduchte concurrenten.

Psychologie

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 7 oktober

De meeste mensen veronderstellen dat vooral de bèta’s onder de hoogbegaafden talent voor het schaakspel moeten hebben. Nu is een hoge bekwaamheid in analytisch denken voor schaakspelers inderdaad een must, maar in het gevecht met de tegenstander speelt vooral psychologie een grote rol.

In een voorbeschouwing op de schaakolympiade mochten Anish Giri en Loek van Wely bij Sportpaleis De Jong enkele staaltjes van psychologische oorlogsvoering toelichten. Van Wely had het vooral over het hinderlijke gedrag van sommige tegenstanders: snuiven, luidruchtig in de koffie roeren, wiebelen. Anish Giri demonstreerde hoe je de tegenstander heel hautain kan aankijken, terwijl je min of meer blind een zet uitvoert.

Get Microsoft Silverlight Of bekijk de flash versie.

Heel aardig allemaal, maar er zijn sterkere staaltjes. De legendarische Emanuel Lasker, wereldkampioen van 1894 tot 1921, placht tijdens zijn partijen dikke sigaren te roken. Aäron Nimzowitsch, een fervent antiroker, had tijdens een toernooi in New York 1927 bij het organisatiecomité een rookverbod in de speelzaal bedongen. In hun onderlinge partij haalde Lasker na enkele zetten een sigarendoos uit zijn binnenzak. Terwijl de partij vorderde pakte hij er een sigaar uit, haalde er het cellofaantje af, knipte er een punt af, legde zijn lucifers klaar … en toen hield Nimzowitsch het niet meer. Hij rende naar de wedstrijdleider om luidkeels te protesteren. Uiteraard wees Lasker er fijntjes op dat hij toch niet rookte. Een fraaie illustratie van Nimzowitsch’ eigen schaakwijsheid dat de dreiging vaak gevaarlijker is dan de uitvoering.

Anish Giri won op de Olympiade in het Siberische Khanty Mansyisk een bronzen medaille op bord vier. Hij scoorde maar liefst 8 uit 11. Misschien had dat een halfje meer kunnen zijn als hij niet in een gigantische psychologische truc van het voormalige Engelse wonderkind Luke McShane was getrapt. Op internet staat een veelzeggende foto van vlak voor de partij. De Engelse grootmeester ligt aan het schaakbord met zijn hoofd op tafel te slapen. Anish Giri kijkt een beetje hulpeloos rond. Tijdens de partij bleek McShane echter donders goed wakker. Hij stond de hele partij iets beter en Giri moest alle zeilen bijzetten om remise te maken.

In opgave 343 is de vraag hoe zwart kan winnen. Let op, want er zit een addertje onder het gras.







Opgave 342 kwam uit de partij Adams-Carlsen, gespeeld tijdens de olympiade. Wit speelde 1. Lc2-d1!! Zwart is nu volkomen weerloos tegen de dreiging 2. Txh6+ Kxh6 3. Dg5+ Kh7 4. Dh4+ enzovoorts.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Knoeierszetten

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 30 september

Heel af en toe geef ik wel eens een simultaan. Meestal ergens op een school of bij een groepje huisschakers dat een club op wil richten. Geld voor een professional hebben ze niet. Dat is ook niet nodig. Ze verraden zich binnen twee of drie zetten.

Maandagmiddag klikte ik even via schaaksite.nl naar de website van de Schaakolympiade die op dit moment in Khanty Mansiysk in Siberië wordt gehouden. Met de Nederlanders ging het niet zo goed. Dan maar even kijken wat Magnus Carlsen zat te doen, de sterkste speler van de wereld, tegen de Engelse topper Michael Adams. Ik klikte de eerste zetten van Adams-Carlsen routineus voorbij en schrok me een hoedje. Mijn pc was gehackt. Of misschien wel de website van de Olympiade. Een idioot had de zetten vervangen door 1. e2-e4 g7-g6 2. d2-d4 g7-g6 3. e4-e5 Pf6-h5. Bij een simultaan weet je nu zeker dat je aan dat bord alleen nog hoeft te kijken of je van tijd tot tijd iets kan pakken. Zouden de beide topgrootmeesters een vriendschappelijke remise hebben afgesproken en er een geintje van gemaakt hebben? Maar er waren nog een heleboel vervolgzetten gespeeld.

Vooral in de subtop zijn er wel eens spelers die belachelijke openingen kiezen om de tegenstander op onbekend terrein te lokken. Soms gaat de tegenstander zich irriteren. Vaak laat hij zich provoceren en zet een wilde aanval in om de belachelijke opzet meteen te weerleggen. Dan wordt het link. Maar Adams deed gewone zetten. Hij hield zorgvuldig een klein voordeeltje vast, ontwikkelde langzamerhand wat meer druk op de zwarte stelling en ramde er uiteindelijk keihard doorheen.

Pas dinsdag vind ik de eerste commentaren op internet. IGM Sergey Zagrebelny zegt na 3. … Pf6-h5: “Looks very provocative, but actually this is theory”. Chessbase voegt daaraan toe dat de zetten op grootmeesterniveau alleen gespeeld zijn “by notorious opening mavericks: Morozevich, Miles, Hodgson and Hillarp Persson”. Ik zoek het maar eens op in mijn database. De oudste serieuze partij die ik kan vinden is in 1988 gespeeld op mijn oude club SV Eindhoven tussen Fred Hallebeek en IM Gerard Welling. Als er één notoire non-conformist op openingsgebied is, is het Gerard Welling. Als die zijn tijd aan normale openingen had gespendeerd … En zelfs Welling kon het systeem niet hanteren. Hallebeek won. Maar wat is er in vredesnaam met Magnus Carlsen aan de hand?

Opgave 442 is zo’n beetje de slotstelling van Adams-Carlsen. Met welke mooie stille zet maakt wit het hier helemaal uit?

Opgave 441 komt uit Ahmad Samhouri-Judith Polgar uit de eerste ronde. Wit werd verrast met de elegante paardvork 1. … Pf6-d5!! op e3 en f4. Na 2. e4xd5 Lg6xc2 3. Dd1-e2 Pe5-d3 verliest wit een heleboel materiaal.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Presidentsverkiezingen

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 23 september

Tijdens de Schaakolympiade, die dinsdag in Khanty-Mansiysk in Siberië begon, wordt ook het wereldcongres van de FIDE gehouden. Belangrijkste agendapunt: de presidentsverkiezingen. Kirsam Ilyumzhinov, sinds 1995 president van de wereldschaakbond, is aftredend en herkiesbaar. Bij vorige gelegenheden was Ilyumzhinov’s verkiezing bij voorbaat al een gelopen race. Nu ligt het anders. Niemand minder dan oud-wereldkampioen Anatoly Karpov heeft zich als tegenkandidaat opgeworpen en hij heeft wereldwijd een serieuze campagne gevoerd. De westerse landen lijken om. Het is de vraag hoe het voormalige Oostblok zal stemmen. Maar doorslaggevend worden de stemmen van Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen en van de talloze kleine republiekjes aan de randen van de oude Russische Federatie. Want daar heeft Ilyumzhinov, kwistig strooiend met computerapparatuur, vliegtickets, dure hotelkamers, drank en vrouwen, sinds jaar en dag zijn electoraat gekocht.

Van alle schurken onder de sportbonzen is Ilyumzhinov zonder enige twijfel de grootste. Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie werd hij razendsnel miljardair. In 1993 liet hij zich tot president van Kalmukkië kiezen, waar hij onmiddellijk de grondwet afschafte en de zogenaamde “Dictatuur van het Gezonde Verstand” invoerde. Sindsdien is de staatskas van het straatarme Kalmukkië grondig geplunderd voor zijn dure hobby’s. Er werden kerken, moskeeën en tempels gebouwd en er verrees een heuse schaakstad ten behoeve van de olympiade in de Kalmukse hoofdstad Elista in 1998. Bij die gelegenheid liet Ilyumzhinov voor alle deelnemers en officials een bibliofiele uitgave van zijn biografie in stripvorm uitbrengen. De moord op Larissa Yudina, een journaliste die een serie kritische artikelen over hem had gepubliceerd, kon daar net niet meer in opgenomen worden; zijn twee belangrijkste adviseurs zijn er later voor veroordeeld. En ook zijn reizen met buitenaardse wezens, waar hij tegenwoordig prat op gaat, staan er nog niet in.



Ook in de schaakwereld heeft Ilyumzhinov, behalve enorme bedragen aan onmogelijk te traceren geld, weinig goeds gebracht. Zijn laatste actie: vorige week heeft hij een bod van 10 miljoen dollar uitgebracht op de grond van het omstreden Islamitische Centrum nabij Ground Zero. Hij wil er een schaakclub beginnen. Of hij zo de stemmen van de Amerikaanse Schaakfederatie zal winnen, is niet duidelijk. Laten we hopen dat het gezonde verstand zich dit keer niet door Ilyumzhinov de wet laat voorschrijven.

Opgave 341: Judith Polgar is voor zover ik heb kunnen nagaan de enige vrouw die op de schaakolympiade in de ‘open sectie’ meespeelt. Aan het tweede bord van Hongarije. In de eerste ronde sloeg ze keihard toe tegen de onbekende Ahmad Fawzi Samhouri uit Jordanië, die misschien wel dacht dat hij haar loper op g6 in kon sluiten. Zwart speelt en wint.

Opgave 340 komt uit een partij tussen Larsen en Petrosian, Santa Monica 1966. Wit won met het verrassende 1. Dh6xg6!! Pe6-f4 (1. … fxg6 2. Lxe6+ wint nog simpeler) 2. Tf3xf4 f7xg6 3. Lg4-e6+ Tf8-f7 4. Tf4xf7 en zwart gaf enkele zetten later op.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Bent Larsen †

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 16 september

Nu de analyse van het schaakspel gedomineerd wordt door computertechnologie is het gemakkelijk om fouten aan te wijzen in het spel van de grote meesters van weleer. Dat kan onze verwondering over hun brille echter niet verminderen. Eén van de absolute toppers uit de hoogtijdagen van de schaaksport van voor het computertijdperk was Bent Larsen. Hij overleed 9 september 2010 op de leeftijd van 75 jaar.

Foto Chessbase
In 1956 won Larsen tijdens de schaakolympiade van Moskou voor Denemarken de gouden medaille aan het eerste bord. 14 uit 18 scoorde hij maar liefst, aanzienlijk meer dan wereldkampioen Botwinnik (9½ uit 13), die zich een aantal keren liet vervangen. Dit resultaat leverde hem de grootmeestertitel op. Het was het begin van een ongekende reeks toernooioverwinningen. Ik heb nog nergens een poging tot een uitputtend lijstje gezien, maar ik tel er zelf toch al gauw een stuk of veertig, waaronder diverse absolute toptoernooien.

In de jaren zestig was Larsen, samen met de legendarische Bobby Fischer, de enige grootmeester die de Russische schaakhegemonie kon betwisten. Hij werd gezien als een serieuze wereldkampioenskandidaat. In 1970 scoorde hij in Belgrado 2½ uit 4 aan het eerste bord in de beroemde match tussen de Sovjet-Unie en de rest van de wereld (1½ uit 3 tegen wereldkampioen Boris Spassky die zich in de laatste partij liet vervangen door Leonid Stein). Een jaar later werden zijn ambities echter geknakt door een 6-0 nederlaag tegen Fischer in de halve finale van het kandidatentoernooi om het wereldkampioenschap. Maar anders dan sommige biografieën suggereren, betekende de nederlaag niet het einde van Larsens carrière op topniveau. Zo won hij in 1976 met overmacht het interzonetoernooi in Biel.

Bent Larsen moet ook beslist herdacht worden als een vernieuwer van het schaakspel. Hij speelde met voorliefde zeer ongebruikelijke systemen, niet zo zeer om in de openingsvoordeel te behalen, maar veeleer om zijn tegenstanders in onbekende middenspelsituaties te lokken. Ich spiele auf Sieg heet zijn verzameling partijen tot en met 1970. Dat hij daarbij soms onverantwoorde risico’s nam en veel te optimistisch was, zij hem vergeven, maar zo slaagde hij er wel in alle wereldkampioenen die hij tegen kreeg, een paar keer te verslaan. U vindt die partijen hier. Alleen Kasparov, de eerste kampioen uit het computertijdperk, ontsprong de dans. Maar Anand moest er wel een keer aan geloven.

Opgave 340 komt uit een partij van Bent Larsen tegen regerend wereldkampioen Tigran Petrosian, gespeeld in Santa Monica 1966. Fritz analyseert de zwarte stelling kapot beginnend met 1. Dh3. Larsen speelde het heel anders en veel sterker! Ziet u hoe?

In opgave 339 kan wit mat forceren met 1. Dh4xh6+ g7xh6 2. Th3xh6+ Kh8-g7 3. Th6-h7+ Kg7-g6 4. f4-f5+ e6xf5 5. Th7-h6+ Kg6-g7 6. Pd4xf5 mat.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Trends

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 9 september


Mannen in de media: om er maar macho genoeg uit te zien, dragen ze een stoppelbaard van een paar dagen. Hun haar is zorgvuldig zo gecoiffeerd dat het de indruk wekt recht uit een slapeloze nacht met drank en vrouwen te komen. Het overhemd hangt, als het al niet scheef dichtgeknoopt is, in elk geval uit de broek. De bril met breed donker montuur staat een beetje scheef.

“Ze is van mij” heette het experimentele programma van Waldemar Torenstra en Maxim Hartman dat de VPRO vorige week uitzond in het kader van de TV Lab-week. Ze zaten met een paar andere op dezelfde manier gemaquilleerde mannetjes te praten over vrouwen. Ouwemannetjespraat voor jongeren moet het idee zijn geweest. Met als grootste inzicht: vrouwen kleden zich niet om er aantrekkelijk uit te zien voor mannen, ze maken zich ook niet voor de mannen op, en ze dragen ook geen sieraden om het andere geslacht te verleiden; neen, dat doen ze voor andere vrouwen, zodat die leuk kirrend en huppelkuttend kunnen uitroepen dat ze er zo leuk uitzien. En de mode komt ook niet van de catwalks. De grote designers maken enkel ondraagbare homofantasietjes. Mooi maken de meiden zich met de daarvan afgeleide massaproducten die gepromoot worden via de vrouwenbladen.

Ook in het schaken is september de maand waarin de nieuwste trends zichtbaar worden. De clubavonden gaan weer van start en ineens speelt de massa openingen die in de verte iets weg hebben van de exorbitante experimenten die de grootmeesters in het vorige seizoen voor het voetlicht brachten. De scherpe kantjes zijn er zorgvuldig afgehaald. De wilde varianten waarin koningen en koninginnen bijna naakt tussen de schijnwerpers paraderen, krijgen in handen van de amateur gewoon een hooggesloten kol en een legging. En zo wordt het Catalaans, dat in handen van Anand en Topalov een romantisch gambiet werd, weer een degelijk concept.

En toch zijn juist de schaakamateurs ook trendsetters. De tijgers uit de derderangstoernooien zien er al jarenlang ongewassen uit. Sterker nog: zo ruiken ze ook. Hun zware brillen staan scheef voor duidelijk onuitgeslapen ogen. Nerd-pride heeft gewonnen. Ze doen het niet om vrouwen te bekoren, laat staan andere mannen, maar gewoon omdat ze zo zijn. Maar het zou natuurlijk wel mooi zijn als ze wat meer media-aandacht kregen.

Opgave 339 is een makkie om er in te komen. Wit wint.

Opgave 338 had op het bord kunnen komen in Erik Spakenburg-Huub van Dongen als wit zich wat beter had verdedigd. Zwart staat schaak 1. ... Kh8 is mat en op 1. … Kf8 volgt 2. Df3+! Txf3 3. Pxh4. Zwart had echter het fraaie 1. … Lc8-e6!! achter de hand. In de schaakproblematiek heet zo’n zet een Novotny-interferentie, maar het is ook een zogenaamde losse schaakparade. Ineens is wit verloren. Op 2. Txe6 volgt 2. … Tf1+! 3. Dxf1 Pf2+ 4. Kg1 Lh2 mat. En na 2. Lxe6+ Kh8 staat wits loper de toren in de weg. De dreiging 2. … Tf1+ is niet te pareren.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Nieuwe kansen

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 2 september

Langzamerhand pikken alle schaakverenigingen in Nederland hun reguliere activiteiten weer op. Zelfs in Brabant, dat dit jaar als laatste aan de beurt was bij de vakantiespreiding, zijn de meeste leden inmiddels terug van vakantie. Sommigen hebben zich in het zomercircuit zelfs aan serieuze toernooien gewaagd. En zo komt de gespreksstof van de reisverhalen al snel weer op de schaakopeningen, de middenspelstrategie en het eindspel.

Bij de meeste clubs begint het nieuwe seizoen traditioneel met een Algemene ledenvergadering waarin het bestuur verantwoording aflegt voor het gevoerde beleid in de afgelopen periode en zijn beleidsvoornemens voorlegt aan de leden. Bij Dubbelschaak in Boxtel is de vergadering dit jaar naar eind september uitgesteld, maar de interne competitie gaat aanstaande dinsdag al van start. Bij Dubbelschaak wordt in poules op speelsterkte gespeeld om een aantal periodekampioenschappen, waarvan de winnaars aan het eind van het seizoen een play-off spelen om het clubkampioenschap. Bovendien is er een soort knock-out competitie om de Meierijcup waar ook leden van andere verenigingen aan mee kunnen doen. En daarnaast houdt de club een zogenaamde spek-en-bonen-competitie voor degenen die op de clubavond geen partij uit de andere competitie hoeven te spelen en verschillende rapid- en snelschaakcompetities.

De belangrijkste andere clubactiviteit is de competitie met andere verenigingen. Dubbelschaak speelt met een aantal teams in de clubcompetitie van de Noord-Brabantse Schaakbond. Het eerste team speelt in de KNSB-competitie en is dit jaar ingedeeld in de 3e klasse H met louter Brabantse en Limburgse verenigingen. Veel kansen op een kampioenschap lijkt het eerste dit seizoen niet te maken. Voerendaal-2 is huizenhoog favoriet. Het eerste van Voerendaal is vorig seizoen naar de Meesterklasse gepromoveerd en heeft zich dankzij een nieuwe sponsor aanzienlijk weten te versterken, waardoor de spelers die in mei in de eerste klasse kampioen werden, in september in de derde klasse zullen aantreden.

Wie mee wil spelen in de interne of externe competitie kan zich aanmelden via dubbelschaak.nl.

 Opgave 338 komt uit een partij tussen Erik Spakenburg en Huub van Dongen uit het Open Nederlands Kampioenschap van afgelopen zomer. Zwart speelt en wint.

Opgave 338 is een klassieker uit een partij tussen Edward Lasker en George Thomas gespeeld in Londen 1912. Wit won met 1. Dh5xh7+ Kg8xh7 2. Pe4xf6+ Kh7-h6 (2. … Kh8 3. Pg6 mat) 3. Pe5-g4+ Kh6-g5 en nu kan wit op vele manieren mat forceren. Hij koos voor 4. h2-h4+ Kg5-f4 5. g2-g3+ Kf4-f3 6. Ld3-e2+ Kf3-g2 7. Th1-h2+ Kg2-g1 8. Ke1-d2 mat.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 14 oktober 2010

De Hollandse Verdediging


Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 26 augustus

Voor wie de laatste weken deze rubriek heeft gevolgd, zal het duidelijk zijn dat de meeste namen van de klassieke schaakopeningen uit Engelse geschriften stammen. Sinds de Engels-Nederlandse zeeoorlogen uit de 17e en 18e eeuw wordt alles wat lelijk en slecht is in het Engels met ‘Dutch’ aangeduid. ‘A Dutch concert’ staat voor een hels kabaal, ‘a Dutch bargain’ is een sigaar uit eigen doos, ‘a Dutch rise’ een salarisverhoging van niks, ‘a Dutch cap’ een kapotje en ‘a Dutch defence’ een slappe verdediging of zelfs een capitulatie. Aangezien 1. d2-d4 f7-f5, zeker in de ogen van de klassieke romantische schaakschrijvers, een buitengewoon verdachte en verzwakkende openingsopzet moet zijn geweest, heb ik altijd gedacht dat de naam een staaltje Engelse humor was. Maar niets is minder waar.

Elias Stein, geboren op 5 februari 1748 in Forlach in de Elzas, vestigde zich al op jonge leeftijd in Den Haag. Schaakpartijen heb ik niet van hem kunnen vinden, maar hij moet een gerenommeerd speler zijn geweest. Anders had hij het niet tot officiële schaakleraar van de zoons van Stadhouder Willem V gebracht. Hij schreef zelfs een leerboek voor hen: het Nouvel essai sur le jeu des échecs, avec des réflexions militaires relatives à ce jeu, dat uitkwam in 1789. Het begint aldus:

A Leurs Altesses Sérénissimes
(Aan Hunne Doorluchtige Hoogheden, vertaling HvD)
Guillaume Frederic
Et
Guillaume George Frederic
Princes d’Orange et de Nassau, etc. etc. etc.

Messeigneurs,

Le Jeu des Echecs faisant partie de la récréation de Vos Altesses Sérénissimes, je prends la liberté de Vous dédier ce léger Ouvrage que j’ai composé sur ses principes.

En dan volgt een serie loftuitingen op de Oranjes en een nog langere lijst ‘souscripteurs’, een comité van aanbeveling van jewelste, met helemaal bovenaan natuurlijk vaderlief.

Op bladzijde 114 van het boek raadt hij de doorluchtige heren aan om in het geval de tegenstander met 1. d2-d4 opent het lastige damegambiet (1. … d5 2. c4) te vermijden door 1. … f7-f5 te spelen. Zijn uitleg: “On a déjà vu que, quand on ne veut pas recevoir le Gambit du Roi, on doit pousser, au second coup, le pion de la Dame deux pas. De même vous devez observer, que, lorsque votre adversaire commence par débuter au premier coup en poussant son pion de la Dame, deux pas, vous ne pouvez mieux faire que de pousser le pion du Fou du Roi deux pas.” Vrij vertaald: tegen 1. e2-e4 kun je beter het Koningsgambiet vermijden door Siciliaans te spelen, en om vergelijkbare redenen is tegen 1. d2-d4 de zet 1. … f7-f5 aan te bevelen.

Of de twee leerlingen er iets van opgestoken hebben, kan ik niet beoordelen. Het lijkt me niet. Zelf raad ik beginners altijd aan voorlopig met hun tengels van de f-pion af te blijven. 1. … f7-f5 is beslist een speelbare zet in de handen van Botwinnik, Bronstein of Kortsjnoj. Maar zelfs zulke 20-eeuwse toppers hebben de opening vooral gebruikt om hun tegenstander te provoceren. Het is een verdediging die - om me bij Elias Steins militaire bespiegelingen aan te sluiten - misschien het beste te vergelijken is met de Hollandse Waterlinie: zodra de vijand opmarcheert, steken we de dijken door in de hoop dat we zelf beter kunnen zwemmen.

Elias Stein stierf op 12 september 1812 in Den Haag. Waar hij begraven ligt, heb ik niet kunnen achterhalen. Op 30 november 1813 keerde Guillaume Frederic, die in 1795 voor de Napoleontische troepen naar Engeland was gevlucht, naar Nederland terug. Met een boerenwagen werd hij van Scheveningen naar Den Haag gereden, waar hij de gevleugelde woorden uitsprak: “Ons gemeene Vaderland is gered: De oude tyden zullen weldra herleeven.” Feitelijk pleegde hij daarmee een staatsgreep, want voordat Napoléon zijn broer Lodewijk tot “Konijn van Olland” benoemde, vormden de Nederlanden een republiek. Guillaume Fréderic slaagde in zijn opzet. Op 16 maart 1815 riep hij zich uit tot Willem I, Koning der Nederlanden. En zo werd de Hollandse verdediging de enige schaakopening met een Koninklijke status.
 
Hoe gevaarlijk het Hollands voor zwart is, moge blijken uit het volgende partijtje. Zonder al te opzichtige fouten, belandt zwarts koning onder de guillotine.

Edward Lasker - George Thomas
London, 1912
1. d2-d4 f7-5 2.e2-e4 f5xe4 3.Pb1-c3 Pg8-f6 4.Lc1-g5 e7-e6 5.Pc3xe4 Lf8-e7 6.Lg5xf6 Le7xf6 7.Pg1-f3 0–0 8.Lf1-d3 b7-b6 9.Pf3-e5 Lc8-b7 10.Dd1-h5 Dd8-e7

 Opgave 336: wit speelt en wint.

Opgave 335 van vorige week komt uit een partij John Cochrane - Moheschunder Bannerjee, Calcutta 1851, die vorige week in deze rubriek stond. Zwart won met 23. ... f5-f4! 24. Ta1-e1 d7-f5 25. Lf3-e4 Te8xe4 26. Te1xe4 Lf5xe4 en wit gaf op.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Indische openingen

Schaakrubriek uit Brabants Centrum van donderdag 19 augustus

In de jaren twintig van de vorige eeuw kwam een aantal schaakgrootmeesters tot compleet nieuwe inzichten over de strategie van het schaakspel. Aäron Nimzowitsch sprak in zijn beroemde boek Mein System over de Hypermoderne School. De hypermodernen streefden in de opening niet op de eerste plaats de bezetting van het centrum door pionnen na. Ze lokten de pionnen van de tegenstander liever naar voren, om ze daarna systematisch onder druk te zetten. Ineens werden voor zwart de zogenaamde Indische openingen (1. d4 Pf6 2. c4) mateloos populair. Er ontstonden allerlei varianten en er werden grote namen aan verbonden: het Nimzo-Indisch, genoemd naar Nimzowitsch (1886-1935), het Grünfeld-Indisch naar Ernst Grünfeld (1893-1962) en het Bogo-Indisch naar Efim Bogoljubov (1889-1952). Nog extremer is het Koningsindisch, dat pas na de Tweede Wereldoorlog populair werd. Ik heb altijd gedacht dat die systemen “Indisch” genoemd werden, omdat ze zo afwijkend waren. Alles wat maar een beetje exotisch overkwam, kon in het begin van de vorige eeuw immers Indisch worden genoemd. Tot ik het levensverhaal John Cochrane las.

De Schot John Cochrane (1798-1878) is tegenwoordig vrijwel uitsluitend bekend wegens het Cochrane-gambiet (1. e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pxe5 d6 4. Pxf7), een dubieus stukoffer dat vrijwel niemand nog aandurft. Cochrane hoorde zondermeer tot de beste spelers van zijn tijd. In 1821 versloeg hij in het Café de la Régence in Parijs onder andere Louis de La Bourdonnais en Alexandre Deschapelles, zo’n beetje de officieuze wereldkampioenen uit die tijd. Daarna bleef Cochrane een tijd buiten beeld, al bleef hij over het schaakspel publiceren. Hij vestigde zich als advocaat in Calcutta en keerde pas in 1841 terug in Engeland. Hij had het schaken nog niet verleerd. In 1841 en 1842 speelde hij tegen Howard Staunton, die inmiddels de Franse spelers had overvleugeld, twee lange matches. Er zijn uit die jaren 93 partijen tussen de twee aartsvaders van het Britse schaak bekend. Cochrane verloor 57 keer en won er 26. In dezelfde periode won hij onder andere een match van de Franse topper Pierre de Saint-Amant.


In 1843 keerde Cochrane terug naar Calcutta, waar hij voorzitter werd van de Calcutta Chess Club, een herenclub van Britse expats. Cochrane was natuurlijk veel te sterk voor de overige leden, maar in Calcutta ging het gerucht dat buiten de stad een ongeveer 50-jarige Bengaalse brahmaan moest wonen, die nog nooit op het schaakbord was verslagen: Moheschunder Bannerjee. Het Indiase schaak had iets andere regels, maar Moheschunder Bannerjee paste zich aan. Er zijn maar liefst 448 partijen bewaard gebleven die Cochrane en Moheschunder tussen 1848 en 1860 in Calcutta hebben gespeeld. Daarvan won Cochrane er 282 en Moheschunder 127. Al die partijen zijn op internet via Chessbase beschikbaar. Het systeem zet er automatisch de namen van de openingen bij. En dat is schrikken.


Moheschunder Bannerjee speelde niet alleen Koningsindisch, Nimzo-Indisch en Grünfeld-Indisch, maar ook een aantal hieruit voortgekomen nóg modernere systemen zoals de Pirc-verdediging, genoemd naar Vasja Pirc (1907-1980) en de Modern Defence. Het lijkt wel alsof John Cochrane in Calcutta tegen een tijdreiziger uitkwam: een goede amateur, die op het eind van de 20e eeuw wel eens een theorieboek had ingekeken, maar niet alles helemaal had begrepen. In sommige partijen was de grootmeester uit de 19e eeuw volkomen kansloos tegen de moderne strategieën. Maar meestal rommelde hij zich wel uit de problemen. De Chess Player’s Chronicle, van 22 oktober 1884 noemt Moheschunders openingsbehandeling voor het eerst: “The Indian Defence, so called on account of its introduction by the celebrated Indian Chess Player, the Brahmin Moheschunder Bonnerjee, in his games against Cochrane.”

John Cochrane moet een zeer vermogend man zijn geweest. Tijdens de wereldtentoonstelling van Londen in 1851 werd in het Crystal Palace, zoals de Great Exhibition Hall in Hyde Park werd genoemd, het allereerste internationale schaaktoernooi gehouden. Cochrane persoonlijk en zijn Calcutta Chess Club sponsorden het toernooi voor meer dan ₤ 100; vergeleken met het hedendaagse prijspeil mogen daar twee nullen achter, in vergelijking met het gemiddelde inkomen zelfs drie. Het toernooi, dat gewonnen werd door Adolf Anderssen, werd het hoogtepunt van het romantische schaak. Cochrane zat intussen in Calcutta dit soort partijen uit te vechten.

John Cochrane - Moheschunder Bannerjee
Calcutta, 1851

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5 .f4 0–0 6. Pf3 e5?! Een interessante maar niet helemaal correcte poging om geheel in lijn met de hedendaagse denkbeelden het witte centrum aan te tasten. 7. fxe5? [ 7. dxe5 dxe5 8. Dxd8 Txd8 9. Pxe5 ( 9. fxe5 Ng4) 9. ... Pa6 ziet er beter uit voor wit, maar is toch ook niet helemaal onzinnig vanuit zwart perspectief.] 7. ... dxe5 8. Pxe5 c5! Zo blaast zwart geheel volgens de regels van de kunst het witte centrum op. 9. d5 Pxe4 10. Pxe4 Dh4+ 11. Pf2 Lxe5 12. g3 Df6 13. De2 Lc3+ 14. Kd1 Ld4 15. Pe4 Da6 16. Lh6 Td8 17. Lg2 Pd7 18. Tf1 f5 19. Pg5 Pe5 20. Pf3 Pxf3 21. Lxf3 Ld7 22. Kc2 Te8 23. Dd3

Zwart heeft prima gespeeld al had het wellicht hier en daar nog iets nauwkeuriger gekund. Met zijn volgende zet maakt hij korte metten met de witte stelling. Opgave 336: ziet u hoe?


Een verzameling van 448 partijen Cochrane en Moheschunder vindt u hier.

Opgave 335 van vorige week komt uit een correspondentiepartij Pytel_Hausner uit 1970. Toen de partij gespeeld werd stond de diagramstelling nog als goed voor zwart vermeld in diverse verhandelingen over de Najdorfvariant van het Siciliaans. Na 24. Td5-c5!! restte zwart echter niets anders meer dan op te geven. U begrijpt dat de boekvarianten in 1970 nog niet met de computer konden worden gecheckt.


Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.