donderdag 22 februari 2007

Weekendtoernooien

Door Huub van Dongen

De marathon staat als een zware sport bekend. De triatlon staat nog hoger aangeschreven. Verder misschien nog de wielerzesdaagse of een etappekoers van enkele weken over de weg. Maar schaken zal niet gauw genoemd worden als een inspannende bezigheid. Een beetje luilebollen en houten poppetjes verschuiven. Wie wordt daar nou moe van?

Vrijwel alle schaaktoernooien worden tegenwoordig in de vorm van een weekendtoernooi gespeeld en ieder weekendtoernooi begint met een partij op vrijdagavond. Voor de meeste deelnemers uiteraard na een gewone werkweek en een paar uur stress in de file om op tijd te komen. Die vrijdagavondpartij duurt ongeveer vier uur. Om te winnen zul je je tegenstander echt uit moeten knijpen, want krukken wagen zich niet aan een dergelijk toernooi. Na de partij nog even gauw een paar biertjes om de schaakstellingen uit het hoofd te verdrijven en dan naar bed. Want op zaterdagochtend om 9.00 uur begint de tweede ronde.

Die zaterdag is verschrikkelijk. Er staan drie partijen op het programma. In totaal 12 uur schaken. Iedere zet die je doet is weer een examen. Je wordt overhoord door een specialist die er belang bij heeft om jou op een foutje te betrappen. Gedurende de dag wordt het ook steeds benauwder en gaat het steeds harder stinken in de speelzaal. En wie van 9.00 tot 13.00 uur en van 14.00 tot 18.00 uur en van 19.30 tot 23.30 uur achter het bord heeft gezeten met nog net tijd voor een haastige lichte maaltijd tussen de rondes door, lukt het nooit om zonder een stevige slok de slaap te vatten.

Het zijn toch al zo’n bleekneusjes die schakers, maar op zondagmorgen zou Mart Smeets beslist in vervoering raken door het stille lijden van de nerd. Het grote afzien van de stoempers uit het wielerpeloton valt erbij in het niet. Maar verwacht niet dat de watjes weeklagen. Ze zijn om 09.00 uur weer present voor opnieuw twee vier uur durende intelligentietests. Het wordt steeds duidelijker dat denken pijn kan doen. Sommige spelers kunnen een zacht kreunen niet meer onderdrukken. Voor de winnaars valt het al niet mee. Maar och arme de geknakten. Uitgeput reizen ze zondagavond naar huis. Maandagochtend moet er weer gewerkt worden.



Zondagochtend in het Noteboomtoernooi. Na bijna vier uur spelen en met nauwelijks bedenktijd over bereikte wit de bovenstaande stelling. Opgave 159: hoe forceert wit de winst?


Opgave 158 was (in Brabants Centrum) onoplosbaar. In het diagram stond ten onrechte een witte loper op d5 in plaats van een zwarte. Daarom doen we voor deze ene keer de opgave opnieuw. Hoe houdt wit aan zet remise?

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

woensdag 21 februari 2007

The Bad Bishop

Door Huub van Dongen

Bijna alle begrippen uit de schaakstrategie zijn geïntroduceerd door Wilhelm Steinitz (1836-1900), de eerste officiële wereldkampioen. Steinitz kwam uit Praag, hij studeerde in Wenen, maar verbleef ook lange tijd in Londen, New York en Moskou. Hij publiceerde vooral in het Engels. Ik denk dat hij een dichter was.

In de schaakstrategie gaat het natuurlijk al gauw over de relatieve waarde van de stukken. Paard en loper zijn meestal ongeveer aan elkaar gewaagd en ze hebben op het schaakbord al menige oorlog uitgevochten. Maar in de meeste talen stelt de beschrijving helemaal niets voor. Een strijd tussen ‘knight’ en ‘bishop’ zet alles in een historische context.

Vooral de ‘bad bishop’ prikkelt natuurlijk de fantasie. Een ‘slechte loper’ stelt daarmee vergeleken niets voor. In het schaken gaat het om een loper die ernstig in zijn bewegingsvrijheid wordt gehinderd door zijn eigen pionnen. Een witveldige loper is vaak tot lanterfanten gedoemd als zijn eigen pionnen op wit zijn vastgelegd. In het eindspel legt hij het bijna altijd af tegen een heroïsch strijdende ‘good knight’.

Uiteraard is het inzicht in het schaakspel sinds de tweede helft van de 19e eeuw aanzienlijk gegroeid. De strategische wetten van Steinitz worden door het grootmeestersgilde steeds vaker met een korreltje zout genomen. En ook de amateur moet het inmiddels zijn opgevallen. Werden we in de jaren zestig van de vorige eeuw via de boeken van Euwe nog vertrouwd gemaakt met de principes van Steinitz, al eind jaren zeventig zagen we wereldkampioen Karpov bij voorkeur met een ‘bad bishop’ zijn tegenstanders over de kling jagen.

Hoe de schaakstrategie zich heeft ontwikkeld, wordt helder uitgelegd door John Watson, in Secrets of Modern Chess Strategy. Voor schakers met enig taalgevoel is het bovendien een erg hilarisch boek. De mooiste hoofdstuktitels: Pawns: in chains and doubled up, The Contemporary Knight, Royalty in Our Times en vooral het onvegetelijke The New Morality of the Bad Bishops.


Dat bisschoppen af en toe een beetje kunnen toveren, blijkt uit opgave 158: wit maakt remise.


De machtige loper op a1 helpt wit in opgave 157 om de partij snel met 1. Tg1-g3 te beslissen. Er is geen verdediging tegen de dreiging 2. Dxh7+ Kxh7 3. Tg3+ en mat.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

donderdag 8 februari 2007

Transactiekosten
Door Huub van Dongen

Correspondentieschaak is nooit bijzonder populair geweest. Dat is geen wonder, want het is één van de meest inspannende disciplines van het schaakspel. Tijdens toernooien spelen de deelnemers alle partijen tegelijkertijd. De bedenktijd van 30 dagen per 10 zetten is weliswaar ruim, maar bij meer dan tien deelnemers gaat het beslist nachtrust kosten als er ook nog gewerkt moet worden. Bovendien was correspondentieschaak per post altijd behoorlijk prijzig. Dat heeft in het verleden tot opmerkelijk kostenbesparende ideeën geleid.

Zo ontwikkelde de Nederlandse Schaakbond in een ver verleden een methode om de zetten als drukwerk in een open envelop te verzenden, want dat was vroeger voordeliger. Er mocht absoluut niets met de hand bijgeschreven worden, want dat controleerde de PTT, maar door de kaarten op een bepaalde manier af te knippen kon de zet aangegeven worden. Daar is eind jaren veertig nog een serieus conflict over ontstaan tussen de KNSB en de posterijen, want die waren bepaald niet gelukkig met dit soort slimmigheidjes.

Een andere kostenbesparing kon gerealiseerd worden toen het girale betalingsverkeer op gang kwam. De zetten werden gewoon bij de mededelingen opgeschreven en aangezien correspondentieschakers een puur numerieke notatie gebruiken (a t/m h worden gewoon vervangen door 1 t/m 8 en alleen beginveld en eindveld van een zet worden aangegeven) kraaide er geen haan naar als bij een overmaking van f 1,00 in plaats van Pg1-f3 factuurnummer 7163 werd vermeld. Je schoot er hooguit een piek bij in als je met wit verloor en zo netjes was om bij wijze van opgave nog even factuur 0-1 te betalen.

Het waren duistere tijden en bij internationale partijen werkte de girale methode niet. Gelukkig hebben de schakers inmiddels samen met hun nerd-vriendjes het internet uitgevonden. Het correspondentieschaak is er niet populairder door geworden, want daarin wordt de competitie door het computergebruik natuurlijk wel erg zwaar op de proef gesteld. Maar voor een gewoon gezellig potje hoeft u maar in te loggen op één van de vele internetschaakclubs en u zit binnen de kortste keren met iemand van de andere kant van de wereld te vluggeren. Het kost helemaal niets.


Opgave 157: deze stelling komt uit een correspondentiepartij uit 1897 tussen de beroemde Tsjigorin en ene Yakubovich. Wit speelt en wint.



De tweezet van opgave 156 kent als verrassende oplossing 1. Dh1-e4. Zoals gemakkelijk is na te gaan, is het nu op iedere zwarte zet mat in één.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.
Persbericht Dubbelschaak
Dinsdag 6 februari 2007

Dubbelschaak blijft in de middenmoot
Tweede team op kampioenskoers

Afgelopen zaterdag speelde Dubbelschaak met alle teams thuis. Voor het eerste team stond er veel op het spel. Aangezien in de 3e klasse van de landelijke competitie ongeveer alle teams gelijk staan, kon winst of verlies tegen het sterke Voorschoten het verschil uitmaken tussen kampioenskansen en degradatiegevaar. Het werd uiteindelijk een gelijkspel. Door de overige uitslagen in de poule is nu werkelijk alles nog open.

De grote zaal van Grand Café Rembrandt was zaterdagmiddag al helemaal ingericht voor de viering van carnaval. Op één kleinigheidje na: er stonden vierentwintig schaaktafels opgesteld en er heerste lange tijd een serene stilte die pas werd verstoord toen laat in de middag de eerste partijen hun beslissing vonden. Zoals gebruikelijk was de jonge held van het 3e team, de 12-jarige jaap Gottlieb, het eerste klaar van iedereen. Snel spelend had hij zijn minstens vijftig jaar oudere tegenstander in een snelle aanvalspartij overrompeld. Helaas bleef dat voor het 3e team de enige vermeldenswaardige prestatie, want tegen de Oude Toren uit Berkel-Enschot werd een 6½ - 1½ nederlaag geleden. Gelukkig deed Dubbelschaak’s 2e team het veel beter: 6 - 2 tegen Rochade uit Tilburg. Met twee competitiepunten en vijf bordpunten voorsprong zit een kampioenschap en promotie er dik in.

Maar wat had Dubbelschaak-1 het zwaar. Dubbelschaak-topper Franck Steenbekkers, die eigenlijk geen competitie wil spelen maar bereid was op het laatste moment in te vallen voor een zieke Peter Rijkers, trof op het 8e bord veelvoudig Voorschoten-kampioen Marcus Driessen die wegens een vormcrisis op een laag bord was opgesteld. Het werd een geweldige clash die uiteindelijk in remise eindigde. En aan de hoge borden, waar Dubbelschaak ook zeker dacht te kunnen scoren, ging het nog erger mis toen Huub van Dongen zich totaal verrekende op een diepe combinatie en moest opgeven, terwijl Guido Jansen er met wit ook al niet doorkwam. Tot overmaat van ramp verloor Rob van Meurs op drie ook.

Nog voordat Ad Kleijberg met zijn bekende degelijke spel en ijzeren wil de aansluitingstreffer kon scoren, had Wil van Lankveld in remise moeten berusten. Met nog twee partijen onbeslist en een punt achter steeg de spanning tot ondraaglijke hoogte. Onder de feestelijk guirlandes en lampionnen werd door vele toeschouwers zenuwachtige gefluisterd. De Boxtelaren slaakten een hoorbare zucht van verlichting toen ruim anderhalf uur later Martien van der Meijden de gelijkmaker scoorde en Michiel Luijpen, ondanks vliegende tijdnood het gelijkspel wist veilig te stellen. U zult begrijpen dat de feestzaal nog goed van pas kwam die avond.

Voor nog uitgebreidere verslagen én de individuele uitslagen zie: www.dubbelschaak.extern.

donderdag 1 februari 2007

Cynisme

Door Huub van Dongen

Het is u vast en zeker ook wel eens opgevallen bij sportverslaggevers. Ze hebben alles al gezien. Ze vinden er niets meer aan. Toch kijken ze iedere dag nog een stuk of tien voetbalwedstrijden. Vervolgens klagen ze tegen de televisiekijker dat ze weer zo’n saaie wedstrijd moeten becommentariëren.

Tot mijn stomme verbazing is ook de schaakwereld plotseling met dit virus besmet. Afgelopen zondag werd het Corus Schaaktoernooi afgesloten. Twee weken lang stond de hele wereldtop daar op het strijdtoneel. De televisie schonk er één keer aandacht aan. Dat was al heel wat, want de televisie heeft geen schaakverslaggevers, daarvoor moet je bij de dagbladen zijn. Maar dat die, over zo’n ongemeen spannend topevenement, zulke lauwe stukjes schreven, is op z’n minst raar. Opwindender was het zelden. Dat blijkt wel uit de eindstand. Er eindigden maar liefst drie spelers op de gedeelde eerste plaats: Aronian, Radjabov en vicewereldkampioen Topalov. Wereldkampioen Kramnik kwam een halfje te kort.

Nóg minimaler was het enthousiasme in de media voor de grootmeestergroepen B en C: er werd met geen woord over gerept. Toch waren het zeer aantrekkelijke toernooien met een heel interessant deelnemersveld. Hebt u ergens iets gelezen over het 12-jarige Chinese meisje Hou Yifan? Nee? Het toernooi is al afgelopen, maar de schaakrubriek van Brabants Centrum heeft dan toch een primeur voor u. Die deed mee. In groep C. Tussen allemaal doorgewinterde keiharde professionals. Ze won onder andere overtuigend van de Nederlandse grootmeesters Harmen Jonkman en John van der Wiel en ze vaagde het Nederlandse supertalent Wouter Spoelman, die inmiddels al wel zestien is, als een kleutertje van het bord. Voor Hou Yifan is het gebrek aan aandacht niet zo erg. Ze komt er wel. Maar wat moeten een organisatiecomité en een sponsor dán nog verzinnen om de pers te halen?

De schaakverslaggeving in de dagbladen is in handen van schakers die alles al gezien hebben. Toen Judith Polgar in 1989 als 13-jarige aardig mee bleek te kunnen komen in het OHRA-toernooi in Amsterdam, konden ze nog juichen en applaudisseren. Nu halen ze hun schouders op. Is het misschien tijd voor een aflossing van de wacht?



De website van het Corus Schaaktoernooi publiceerde tijdens het toernooi iedere dag een nieuwe schaakpuzzel. Een voorbeeld. Opgave 156: wit geeft mat in twee.


In opgave 155 had wit net 1. b4-b5 gespeeld. Nu La6 veld f1 niet meer dekt won zwart met 1. … e4-e3! 2. b5xc6 (Of 2. fxe3 Lxe3+ 3. Pxe3 Dxe3! 4. Dxe3 Tf1+ 5. Txf1 Txf1 mat) 2. … e3xf2+ 3. Pd1xf2 Tf3xg3+ 4. Kg1-h1 Lh3-g2+ 5. Kh1-g1 Lg2-f3+.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.