donderdag 24 april 2008

Camiel Peerlings

Er zijn niet veel Boxtelse schakers die in de hoogste klasse van de Nederlandse competitie hebben gespeeld. Job de Lange speelde als tiener in de Hoofdklasse (de huidige Meesterklasse) voor Desisco Watergraafsmeer en later, tot halverwege de jaren tachtig voor Koningsclub Bergen, het roemruchte profteam van betonmagnaat Arnfried Pagel. Peter Boll speelde van 1979 tot 1984 in het eerste van DD uit Delft. Zelf werd ik halverwege de jaren tachtig gerekruteerd door SV Eindhoven, dat net landskampioen was geworden en zelfs Eurocup speelde. Daar speelde ook Internationaal Meester Herman Grooten, die in 1972 clubkampioen van De Waltoren is geweest, de toenmalige Boxtelse schaakvereniging. Maar daarmee houdt het volgens mij op.

Het ziet ernaar uit dat de bijna 36-jarige Camiel Peerlings volgend seizoen zijn Meesterklasse-debuut maakt. Camiel woont tegenwoordig in Zuid-Limburg en hij speelt bij Voerendaal, dat zaterdag kampioen werd in klasse 1B. Camiel Peerlings heeft schaken geleerd op de jeugdschaakclub van De Waltoren die zo’n dertig jaar geleden onder leiding van Hans Heijstek en Herman Snelders bijzonder succesvol was. Camiel hoorde meteen bij de betere spelers. Dat er echter ooit een Meesterklasser uit hem zou groeien, was moeilijk te voorzien. Hij slaagt er echter in ieder jaar gestaag beter te gaan spelen en dat werpt vruchten af.

Camiel speelde jarenlang bij De Waltoren, waar hij 1996 clubkampioen werd, en na de fusie met de Gestelse Pion bij Dubbelschaak ’97. Zelfs toen hij al in Zuid-Limburg woonde, verscheen hij nog geregeld op de clubavond, maar in 2002 werd hij gevraagd om bij Voerendaal te gaan spelen. Daar kon hij geen nee tegen zeggen. Jammer, want Camiel was één van de gangmakers van het eerste team.

Voerendaal is een gezellige, zeer ambitieuze vereniging die dankzij sponsors het eerste team voor de helft met Duitse professionals kan vullen. Dat Camiel in dat elitegezelschap een plaatsje in het eerste team heeft weten te veroveren, verdient een groot compliment. Met zijn score van 6½ uit 9 heeft hij zeker in belangrijke mate bijgedragen aan het kampioenschap. Zijn Meesterklasse-debuut kan volgend seizoen dan ook nauwelijks uitblijven. Camiel, proficiat.


Dat er in de Meesterklasse listig gespeeld wordt, moge blijken uit opgave 218: wit speelt en wint.


In de stelling van opgave 217 speelde Nederlands kampioen Jan Smeets tegen Dimitri Reinderman 1. Ta1xa6! d2-d1D 2. Lc5-a7+ Kb8-c8 3. La7-d4! en hier werd de partij remise gegeven. Wegens de matdreiging op a8 moet zwart 3. … Kc8-b8 spelen, en dan volgt 4. Ld4-a7+ met zetherhaling.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

maandag 21 april 2008

Dubbelschaak mist kampioenschap

Persbericht
maandag 21 april 2008


Zenuwen bederven winstkansen

Dubbelschaak heeft zaterdag in Grand Café Rembrandt in een bloedstollende wedstrijd tegen de directe concurrent DJC Stein uit Zuid-Limburg op een haar na het kampioenschap in klasse 3H van de KNSB-competitie gemist. DJC, dat aan een gelijk spel genoeg had, leek halverwege de wedstrijd tegen een grote nederlaag op te lopen. Alleen de spanning van de kampioenswedstrijd kan verklaren waardoor zoveel Dubbelschakers het lieten afweten.

Op vrijwel alle borden kwam Dubbelschaak uitstekend uit de opening. Rob van Meurs aan bord acht bouwde al snel een koningsaanval op die onstuitbaar leek. Michel van der Stee aan bord twee speelde zijn tegenstander in het vroege middenspel volledig van het bord. En Ad Kleijberg op vijf manoeuvreerde zijn tegenstander ook al snel naar de rand van de afgrond. Omdat ook Huub van Dongen op het vierde bord het openingsspel van zijn tegenstander ad absurdum had gevoerd, leek er geen vuiltje aan de lucht. Beneden in het café werd er door de toeschouwers al veelvuldig geproost op de nakende overwinning.

Het eerste volle punt werd binnengehaald door Michel van der Stee, die zijn superieure stelling met een fraaie combinatie bekroonde. Daarop gaven Job de Lange en Guido Jansen hun partijen terecht remise. Ze stonden niet minder, maar moesten risico nemen om er eventueel nog voordeel uit te halen en daar was volstrekt geen aanleiding toe. Zeker niet toen langzamerhand duidelijk werd dat ook Martien van der Meijden aan bord zeven en Peter Boll op bord één inmiddels in het voordeel waren.

Helaas begon toen de machine te haperen. En hoe! Van Dongen gaf door een onnauwkeurigheid zijn openingsvoordeel uit handen, miste nog een keer een kleine dreiging van z’n tegenstander en moest vluchten naar een bedenkelijk toreneindspel met een pion minder. Maar dat was nog niets vergeleken met de drama’s die zich afspeelden aan het eerste en achtste bord. De aanval van Rob van Meurs was zo sterk dat hij herhaaldelijk geforceerd mat kon geven. Uiteindelijk gaf hij, met tientallen omstanders om zijn bord, in plaats van mat een volle dame weg. Ongeveer tegelijkertijd miste ook Peter Boll de sterkste voortzetting waarna ook zijn mataanval verzandde en het voor de koningsjacht geofferde materiaal een te grote achterstand bleek om zich nog te kunnen redden.

Gelukkig had Ad Kleijberg zijn tegenstander inmiddels vakkundig opgerold, zodat kort na 17.00 uur een 3-3 tussenstand op het bord verscheen met nog twee partijen te gaan. Van Dongen stond nog steeds een pion achter, maar verdedigde zich vakkundig. Van der Meijden stond beter, maar de winstkansen waren marginaal. Uiteindelijk maakte Van Dongen, vlot spelend, het eindspel geroutineerd remise. Van der Meijden probeerde het nog tot 19.00 uur, maar er was geen doorkomen aan. Daarmee kwam een 4-4 eindstand op het scorebord en had Dubbelschaak het kampioenschap op een half puntje gemist.

Of Dubbelschaak volgend seizoen opnieuw om de prijzen kan meedoen, is maar de vraag. Ad Kleijberg, dit seizoen teamtopscoorder met 6½ uit 8, gaf na de wedstrijd aan dat hij een baan in de USA heeft geaccepteerd. Kleijberg heeft sinds de oprichting in 1997 altijd in het eerste team van Dubbelschaak gespeeld en speelde daarvoor bij één van de fusieverenigingen. Het zal moeilijk zijn een even trouwe en degelijke vervanger te vinden.

donderdag 17 april 2008

Remiseaanbod

Ik geloof dat het bij geen enkele andere sport dan schaken en dammen mogelijk is om remise aan te bieden. Bij schaken gaat het volgens de spelregels zo: degene die remise wil aanbieden doet een zet en zegt vervolgens, voordat hij de klok heeft ingedrukt, tegen zijn tegenstander dat hij remise aanbiedt. De tegenstander kan dat aanbod aannemen of de partij voortzetten.

De spelregel is bedoeld om te voorkomen dat spelers gedwongen zijn verder te spelen in stellingen waarin ze niets zinnigs meer kunnen proberen. Zo’n stelling zou ook verder gespeeld kunnen worden tot er onvoldoende materiaal overblijft of er een gedwongen zetherhaling ontstaat. Zo lang de regel bestaat, wordt hij echter ook misbruikt om remise overeen te komen in allerlei andere stellingen. Bijvoorbeeld in een voor beide spelers erg riskante onoverzichtelijke stelling. Of wanneer beide spelers geen belang meer hebben bij een overwinning. Of als ze gewoon geen zin hebben.

Voor het publiek en voor de sponsors zijn zulke remises buitengewoon onbevredigend. Vandaar dat in de laatste jaren op veel toernooien is geëxperimenteerd met een verbod op het remiseaanbod en met regels die een remiseaanbod alleen toestaan na de 30e of 40e zet.

Hoe nodig zo’n spelregelwijziging is, bleek wel weer tijdens het Nederlands Kampioenschap. Van de 66 partijen eindigden er 33 in remise, waarvan 22 binnen de 30 zetten en 8 zelfs binnen de 20 zetten. Dieptepunt was de partij Ernst-Tiviakov: na acht al vele malen eerder gespeelde zetjes werden de handen geschud.

Nog bonter maakten twee lieden het onlangs tijdens de derde periode van het clubkampioenschap van Dubbelschaak. Ondanks een ratingverschil van maar liefst 259 punten – wat de hoogste ratinghouder een statistische winstkans van meer dan 80 procent oplevert – werd één van de partijen zonder te spelen remise gegeven. Op telefonische afspraak! Daar lagen ongetwijfeld ook agendaproblemen aan ten grondslag, maar de sterkste speler stelde zo de gedeelde periodetitel veilig en de zwakste speler bleef zo veilig voor degradatie.



Dat korte remises niet altijd strijdloos hoeven te zijn bleek tijdens het NK in de partij tussen de nieuwe kampioen Jan Smeets en Dimitri Reinderman. Na 24. … c3-c2 is de stelling zeer kritisch. Opgave 217: ziet u hoe wit snel remise maakt.


De partij Brandenburg-L’Ami van opgave 216 werd fraai beslist door 1. … Le7-h4+!! 2. Kg3-h3 (of 2. Kxh4 Dxg2 en wit kan het mat alleen uitstellen door veel te veel materiaal te geven) 2. … g6-g5!! en wit gaf op. Na 3. Txc6 Pxf4 is het mat en ook 3. fxg5 Pxg5+ 4. Kxh4 De4+ 5. Kxg5 (of Kh5 of Kg3) Dg4 is mat.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

donderdag 10 april 2008

Herhaling van zetten

“De regering liegt.”
“Nee, Wilders liegt.”
“De regering liegt.”
“Nee, Wilders liegt.”

Op dit moment kan een schaker de klok stilzetten. De wedstrijdleider halen. En verklaren dat hij van plan is om opnieuw “De regering liegt” te spelen. Er ontstaat dan drie keer dezelfde stelling met dezelfde speler aan zet. De scheidsrechter moet daarop de partij remise verklaren. Zelfs als de regeringspartij met 141-9 voorstaat.

In een recente schaakpartij tussen Stef Soors en Benjamin Bok uit de wedstrijd van Stein tegen Veldhoven kwam een stelling op het bord waar beide spelers niet met goed fatsoen zetherhaling uit de weg konden gaan. Ze hadden echter helemaal geen zin in remise. Gevolg: de zetten werden tot twintig keer toe herhaald. Het leek wel politiek.

Overigens is de uitdrukking ‘herhaling van zetten’ niet afkomstig uit de schaakreglementen. Daarin is sprake van ‘drie keer dezelfde stelling met dezelfde speler aan zet’. Bovendien wordt er nog op gewezen dat de mogelijkheden om met de stukken te spelen dezelfde moeten zijn. Dat is niet altijd het geval. Een speler kan immers het recht om en passant te slaan of te rokeren verliezen.

Tim Krabbé geeft in zijn boek Schaakcuriosa een mooi voorbeeld. Hij laat een partij beginnen met 1. h4 h5 2. a4 a5 3. e4 e6 4. e5 d5 en schrijft: “De stelling waar het om gaat is voor de eerste maal ontstaan. (…) 5. Le2 Le7 6. Lf1 Lf8, de tweede maal. 7. Df3 Dd7 8. Dd1 Dd8 de derde maal. Dat ik hier de dames in plaats van de lopers heb laten heen en weer gaan is demonstratief, want de bekende term ‘zetherhaling is verwarrend; het gaat om stellingsherhaling (…). Remise mocht zwart nog niet eisen.” De eerste keer dat de stelling op het bord kwam mocht wit immers en passant slaan.

Vervolgens herhaalt Krabbé de stelling door een keer de witte koningstoren heen en weer te spelen, waarmee wit het recht verliest kort te rokeren. Die inhoudelijk nieuwe stelling kan ook weer worden herhaald. En vervolgens doen we hetzelfde met de lange rokade en de beide zwarte rokades. Pas als de stelling voor de twaalfde keer op het bord staat, kan remise worden geclaimd. Maar zoals Stef Soors en Benjamin Bok bewezen, hoeft dat natuurlijk niet. Hoe lang zouden Balkenende en Wilders het volhouden?


Opgave 216 komt uit het Nederlands kampioenschap dat op dit moment wordt gespeeld: zwart speelt en wint.


Opgave 215 kwam uit de competitiepartij Leo Wijnhoven-Huub van Dongen uit de wedstrijd tussen Pion Groesbeek en Dubbelschaak. Zwart won met 1. … f6-f5! (eerst 1. … Txa1 is ook goed). Er dreigt zowel damewinst met Pxg4+ als stukwinst. Er volgde nog 2. Ta1xb1 Db6xb1 3. Dc3-e3 (3. Pd2 Pxg4+ 4. hxg4 Lxc3 5. Pxb1 Lxa5) 3. ... f5xe4 4. De3xg5 (Of 4. Lxe4 Df1! 5. Lg2 Pf3+! en wint) 4. ... Pe5-f7! en wit gaf op. Als de dame de penning van Lg7 opgeeft, volgt Le5+.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

Kampioenskoorts

Het gebeurt bij iedere sport. Zodra de kansen op een overwinning stijgen, gieren de zenuwen door de keel. Tennissers die feilloos een service met 200 kilometer per uur op de lijn kunnen slaan, lukt het niet meer om de bal fatsoenlijk op te gooien. Voetballers van formaat staan ineens te schutteren in het eigen strafschopgebied. Wielrenners trekken ineens veel te vroeg de sprint aan. In de schaaksport is het niet anders. Vooral als het in een teamwedstrijd wanneer het om het kampioenschap gaat.

In klasse 3H van de KNSB-competitie heeft Dubbelschaak ineens riante uitzichten op het kampioenschap doordat afgelopen zaterdag in de wedstrijd DJC Stein-SV Veldhoven de kampioenskoorts toesloeg bij de Veldhovenaren. Veldhoven is op papier veel sterker dan Stein. Het team had nog maar één wedstrijd verloren, in de eerste ronde met 3½ - 4½ tegen Dubbelschaak, maar had naderhand alle tegenstanders met monsterscores overklast. Een overwinning had Veldhoven op een gedeelde eerste plaats gebracht, samen met Stein en Dubbelschaak, maar met zoveel bordpunten meer dat het in de slotronde tegen het veel zwakkere team van De Combinatie uit Asten nauwelijks meer mis kon gaan. Maar Veldhoven kreeg de zenuwen. De 19-jarige Dirk van Dooren, die vorige week Brabants Kampioen werd, verknoeide een gewonnen eindspel. De nog jongere Benjamin Bok, die in december nog 6e werd op het jeugdwereldkampioenschap tot 12 jaar, volgde zijn voorbeeld. Maar het waren vooral de routiniers die faalden: teamtopscoorder Albert Schenning, die toch al zeker 35 jaar competitie speelt, liet zich als een kind wegzetten en zijn leeftijdsgenoot Ferry Daamen ging in het eindspel opzichtig de mist in.

De 4½-3½ overwinning van Stein werd in het clublokaal van Dubbelschaak met gejuich begroet. Dubbelschaak staat nu tweede en heeft twee competitiepunten minder dan Stein, maar mag in de slotronde tegen de koplopers aantreden. Iedere overwinning is goed, want het aantal bordpunten is gelijk. Op basis van de KNSB-rating is een 4½-3½ overwinning van Dubbelschaak de meest waarschijnlijke score. De slotronde wordt op 19 april gespeeld en het belooft een spannend middagje te worden waarbij het team dat de zenuwen het beste in bedwang weet te houden het kampioenschap krijgt toebedeeld.


Opgave 215 komt uit de wedstrijd Pion Groesbeek-Dubbelschaak. Zwart aan zet maakte het hardhandig uit. Ziet u hoe?


Tijdens het Brabants Kampioenschap volgde hier in de partij Van den Berg-Van Dooren 1. Tg3-f3! Te7-e2 2. Df5-f6+ (Theo van de Berkmortel beweert hier in Brabants Dagblad ten onrechte dat 2. Df8+ wint. Ik zie het niet na 2. … Kg6 3. Tf6+ Kh5 4. Txh6+ Kg4 5. Dc8+ Kf4 6. Tf6+ Kg3 en zwarts activiteit garandeert hem minstens remise.) 2. … Kg7-h7 3. Tg3-h3?? (3. Kf1 wint. Bijvoorbeeld 3. … Lc4 4. Df5+ Kg7 5. d5+ Te5+ 6. Kg1 en alles is over.) 3. … Tf2-g2+ 4. Kg1-f1 en nu leidt 4. … Lc4+ direct tot mat.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

Dubbelschaak-2 kampioen

Eerste team heeft alles in eigen hand

Persbericht Dubbelschaak
1 april 2008


Afgelopen zaterdag is het tweede team van Dubbelschaak gepromoveerd naar de hoogste klasse van de Noord-Brabantse Schaakbond. In een poule waar alle teams volkomen aan elkaar gewaagd waren, trok Dubbelschaak uiteindelijk aan het langste eind. In Tilburg werd de wedstrijd tegen degradatiekandidaat Stukkenjagers-4 met 4½ - 3½ gewonnen. Dat leverde nog een spannend telefoonuurtje op, want de wedstrijd van concurrent Kemppion uit Steensel was nog in volle gang. Kemppion had meer dan 4½ punt nodig, maar verloor uiteindelijk nipt van WLC. Dubbelschaak kampioen! Een mooi succes voor de club die de groei in het ledental van de afgelopen jaren nu ook in sportieve prestaties weet uit te drukken. Ook Dubbelschaak-3 en -4 mochten dit seizoen sportieve successen vieren. Beide teams werden in hun poule tweede.

In de derde klasse van de landelijke competitie won Dubbelschaak-1 ondertussen met het kleinst mogelijke verschil de uitwedstrijd tegen De Pion Groesbeek. Omdat Veldhoven verloor van DJC Stein (Zuid-Limburg) veroverde Dubbelschaak een riante uitgangspositie om in de laatste ronde het kampioenschap veilig te stellen. Stein heeft twee competitiepunten meer. Maar in de slotronde speelt Dubbelschaak tegen Stein en iedere overwinning voor Dubbelschaak is voldoende.

De match in Groesbeek verliep buitengewoon onregelmatig. Na remises op bord 1 en 2 door Guido Jansen en Peter Boll kwam Dubbelschaak op achterstand doordat zowel Michel van der Stee als Rob van Meurs uitstekende stellingen verknoeiden. Van der Stee gaf in gewonnen stelling een stuk weg. Van Meurs onderschatte de gevaren van een opportunistische aanval van zijn tegenstander.

Gelukkig stond Dubbelschaak op de overige borden zo overwegend dat risicoloos op winst gespeeld kon worden. Michiel Luijpen bracht het eerste punt binnen via een onweerstaanbare koningsaanval. Even later verzilverde Huub van Dongen zijn positionele voordeel met een fraaie doorbraak door het centrum. Martien van der Meijden werd de matchwinnaar: via de beroemde Najdorf-variant van het Siciliaans veroverde hij in de opening het loperpaar en dat bleek voldoende om de tegenstander in het eindspel op te rollen. Ad Kleiberg kon zijn dichtgeschoven stelling met ruimtevoordeel vervolgens gerust remise geven.

De laatste ronde van de KNSB-competitie wordt gespeeld op 19 april. Dubbelschaak speelt dan thuis, in Grand Café Rembrandt, tegen Stein. Dubbelschaak moet winnen om kampioen te worden. Publiek is van harte welkom; de entree is gratis.