donderdag 30 oktober 2008

Dubbelschaak verslaat Zevenaar

In de eerste ronde van de KNSB-beker heeft Dubbelschaak dinsdagavond uit met 3-1 SV Zevenaar verslagen. Een knappe prestatie, want Zevenaar speelt een klasse hoger dan de Boxtelse club. De 3-1 overwinning was dik verdiend, maar wel een beetje geflatteerd.

Aan het eerste bord werd Huub van Dongen verrast met een zeer ongebruikelijke opening. Hij reageerde alert en draaide de tegenstander snel de duimschroeven aan. Een centrumdoorbraak leverde Van Dongen een binnengedrongen toren en het loperpaar op, waarna hij de ene pion na de andere bleek te kunnen ophalen: 1-0.

Intussen had Guido Jansen aan het tweede bord een remiseaanbod gekregen. Hij nam het eens rustig drie kwartier in overweging. Dat kon hij veilig doen. Zijn teamgenoten stonden zo goed, dat hij het aanbod uiteindelijk aannam.

Rob van Meurs aan bord vier kreeg met zwart een lastig middenspel zonder dames op het bord. Met een paar zeer nauwkeurige zetten trok hij de stelling in evenwicht. Daarna was er voor beide partijen geen doorkomen meer aan.

De sleutelpartij van de wedstrijd werd gespeeld door Martien van der Meijden. Hij zadelde zijn tegenstander vanuit de opening met een zeer krampachtige stelling op. In de koningsaanval kon hij de winst echter niet vinden, maar ook in het resterende eindspel stond hij uitstekend. In de tijdnoodfase ging er echter ineens van alles mis. Eerst liet Martien een cruciale pion ongedekt staan. Vervolgens speelde hij nog een paar keer niet zo handig. Zijn teamgenoten bereidden zich al voor op de snelschaakbarrage die bij een 2-2 eindstand zou volgen, toen alles zich ineens weer ten goede keerde. Met minder dan een minuut op de klok blunderde de Zevenaar-speler opzichtig. Eindstand 3-1.

In de volgende ronde speelt thuis Dubbelschaak tegen de winnaar van de wedstrijd tussen Veenendaal, waar we in de eerste competitieronde zo schandelijk van verloren, en Regiohakkers uit Giessendam en Leerdam, die ons twee seizoenen geleden in Gorinchem ontvingen in een speellokaal waar diverse Dubbelschakers nog steeds nachtmerries van hebben.

Avondwedstrijden

In de schaaksport bestaan er naast de zaterdagcompetitie diverse avondcompetities. Daarin spelen teams van verschillende verenigingen tegen elkaar, gewoon op de wekelijkse clubavond van de thuisploeg. Zo organiseert de NBSB jaarlijks een avondcompetitie voor viertallen in twee verschillende klassen. Bovendien zijn er bekerwedstrijden waarin, net als in het voetbal, teams uit verschillende klassen elkaar treffen in een knockout-systeem. Binnen de NBSB kunnen de reisafstanden voor dit soort wedstrijden al flink oplopen, maar in de KNSB-beker wordt het echt hinderlijk.

Afgelopen dinsdag speelde Dubbelschaak bijvoorbeeld uit tegen Zevenaar. De wedstrijd begint om 20.00 uur. Dat betekent, files meegerekend, dat er om 18.30 uur uit Boxtel moet worden vertrokken. De wedstrijd duurt ongeveer vier uur. De spelers zijn pas ver na middernacht thuis. Elders in dit blad (en in dit blog HvD) vindt u een berichtje over de afloop; dat haalt de deadline nog wel.

Nu is Zevenaar goed te bereiken en de speellocatie gemakkelijk te vinden, maar ik herinner me een uitwedstrijd van jaren geleden in de NBSB-beker tegen SV Zwartwit uit St. Agatha. St. Agatha is een schiereilandje in de Maas, vlakbij Cuijk. Het was winter en aardedonker. Er werd gespeeld in het Kruisherenklooster, het oudste klooster van Nederland.

Voor een goed begrip: we hebben het over de tijd van ver voor de tomtom, maar gelukkig had iemand in ons team net het nieuwste van het nieuwste gekocht: een mobiele telefoon. Na lang zoeken besloten we om kwart over acht het klooster maar te bellen. Wonder boven wonder hadden we bereik. Ze dachten al wel dat we verdwaald waren. De weg uitleggen had geen zin, het was veel te donker, maar de paters hadden een geweldige oplossing. Ze zouden de klok wel even luiden. Dan kwamen we gewoon op het geluid af.



In de vijfde partij van de WK-tweekamp tussen Kramnik en Anand maakte Kramnik in de stelling van opgave 245 een blunder volgens de krant. Pakt u er gerust een bord bij en speelt u even mee: 29. Pf3xd4? Df6xd4 30. Te1-d1 Pd7-f6! 31. Td1xd4 Pf6xg4 32. Td4-d7+ Ke7-f6 33. Td7xb7 Tc3-c1 34. Lb5-f1 Tot zo ver had Kramnik het gezien. Hij heeft twee verbonden vrijpionnen en een pion meer. Anand bleek verder te hebben gekeken. Zwart speelt en wint.



Opgave 244 komt uit een partij Grünfeld-Rubinstein, Merano 1924. Wit speelde 1. f2-f4 Le7-f6 2. g2-g3 en werd toen verrast door 2. … Lf6xe5! Zwarts dame is onkwetsbaar wegens de zwarte dreiging 3. … Le5xd4+. Enkele zetten later gaf wit de partij op.

Op de geheel vernieuwde website van Dubbelschaak vindt u alle informatie over het schaken in Boxtel.

donderdag 23 oktober 2008

Een musical

Merano, de voormalige hoofdstad van het graafschap Tirol, is niet groot, wel toeristisch. Het plaatselijke Kurhaus annex Casino Municipale wordt wel het mooiste gebouw van de Alpen genoemd. Jugendstil. En er heeft zich heel wat afgespeeld.

“The spa no connoisseur of spas would miss”, zo wordt het beschreven in het openingsnummer van de Musical Chess van Benny Andersson, Björn Ulvaeus en Tim Rice. Hun libretto is geïnspireerd door de WK-match Karpov-Kortsjnoj die in 1984 in Merano plaatsvond. Voor Kortsjnoj, die in 1976 de Sovjet-Unie ontvluchtte, was het de laatste kans om zich op WK-niveau te etaleren. In de schaakmatch kwam hij er niet aan te pas. Buiten het schaakbord veroorzaakte Kortsjnoj echter zo veel commotie dat zijn Waterloo zelfs tot ABBA doorgedrongen moet zijn.

Voor de belangrijkste gebeurtenis uit de Meraner schaakgeschiedenis moeten we echter terugkeren naar 1924. In dat jaar huisvestte het Kurhaus een groot en sterk bezet internationaal schaaktoernooi. Het werd gewonnen door Ernst Grünfeld, naar wie de Grünfeld-Indische verdediging is genoemd. Hij werd alleen verslagen door Akiba Rubinstein, die toen al lang over zijn top heen was, maar tot op de dag van vandaag tot de sterkste schakers aller tijden wordt gerekend.

Rubinstein, een geweldige openingsspecialist, deed iets opmerkelijks tegen Grünfeld: hij introduceerde een nieuw plan om met zwart het oeroude aangenomen damegambiet te verbeteren. De zwarte opzet vond al snel navolging: onder andere Euwe en Botwinnik begonnen het te spelen. Het systeem werd de Meraner genoemd en het vormt de basis van wat tegenwoordig het Semi-Slavisch heet, een complex van openingssystemen stuk voor stuk uitgedacht om de Meraner aan te pakken, te verbeteren of juist te omzeilen.

Deze maand wordt in Bonn een WK-match gespeeld tussen Viswanathan Anand en Vladimir Kramnik. In de 3e en 5e partij keerde Anand met zwart terug naar de oervorm van de Meraner, al speelde hij het natuurlijk net even anders. Tot twee keer toe kwam er een vlijmscherpe stelling op het bord waarin Anand zich superieur toonde aan zijn grote opponent. Kramnik en zijn team zullen snel iets op de Meraner moeten vinden. Anders wordt de match nooit een musical.



Opgave 244 komt uit Grünfeld-Rubinstein 1924, de stampartij van de Meraner. Wit heeft het centrum, zwart wat ruimte op de damevleugel, maar vooral een geweldige lange diagonaal. Wit speelde hier 1. f2-f4 om pion d4 te dekken en op de volgende zet met 2. g2-g3 de zwarte dame in moeilijkheden te brengen. Dat was geen goed idee. Waarom niet?



Opgave 243 kwam uit een rapidpartij tussen Kramnik en Anand, gespeeld in Nice 2008. Anand won verrassend met 1. … Df4-f3!! Het mat beginnend met Th7-h1 is niet meer te vermijden, of wit de dame nu slaat of niet. Er volgde nog 2. c6xb7+ Kg6-f5 en wit gaf op.

Op de geheel vernieuwde website van Dubbelschaak vindt u alle informatie over het schaken in Boxtel en links naar alle internetcommentaar op de match Anand-Kramnik.

vrijdag 17 oktober 2008

De WK-match

Sinds Wilhelm Steinitz en Johann Hermann Zuckertort in 1886 de eerste officiële match om het wereldkampioenschap speelden, een rondreizend evenement dat begon in New York en eindigde in New Orleans, zijn er talloze adembenemende matches om de hoogste schaakeer gespeeld. Toen ik met schaken begon, vertelden de oudere heren op de club nog graag hoe bij hen het schaakvuur was ontstoken door de match Euwe-Aljechin in 1935, ook zo’n rondreizend circus, gespeeld in hotels en theaterzalen in heel Nederland. Mijn generatie liep het virus op door de match Fischer-Spassky in 1972 in Reykjavik. Euwe zelf gaf op de televisie tekst en uitleg.

Na Fischer werd het schaken gedomineerd door de drie K’s: Karpov, Kortsjnoj en Kasparov. De media-aandacht was overweldigend. Via kranten, radio en televisie werd het publiek op de hoogte gehouden van hun maandenlange matches. Maar toen Kasparov in 1993 een schisma veroorzaakte in de wereldschaakbond, verstomde de berichtgeving over het spel.

Afgelopen dinsdag is in Bonn een match over twaalf partijen begonnen tussen wereldkampioen Viswanathan Anand en uitdager Vladimir Kramnik. Beide spelers waren al eerder wereldkampioen, maar ze speelden nog nooit een match tegen elkaar. Wellicht dat de traditionele pers inmiddels op het mega-event is gedoken. Misschien staat de match inmiddels wel symbool voor de hoop dat de menselijke intelligentie het op termijn zal winnen van de hebzucht die allerlei crisissen veroorzaakt. Maar het lijkt me waarschijnlijker dat we het zullen moeten doen met een enkel krantenartikel waarin al gauw een beetje gezeurd wordt over de vele remises.

Gelukkig kunt u de WK-match gemakkelijk live volgen met deskundig commentaar. Op internet houden zich allerlei sites met de match bezig. Er zullen vast en zeker een aantal spectaculaire schaakpartijen gespeeld worden. Anand speelt vaak scherp op aanval, terwijl Kramnik liever met strategische middelen een eindspelvoordeeltje wil binnenhalen. Zo’n stijlverschil staat garant voor prachtige partijen. De meeste worden desondanks remise, want Anand en Kramnik weten precies wat ze doen en ze vergissen zich zelden.

U kunt de WK match live volgen via de officiële WK-site.

Live discussies over de partijen kunt u volgen via chessgames.com, heel mooi, maar niet gratis.

Gratis live-commentaar vindt u hier.


In het Melody Amber-toernooi, dat eerder dit jaar in Nice werd gespeeld, wist Anand met zwart Kramnik in een rapidpartij lelijk te pakken te nemen. Opgave 243: zwart speelt en wint.


Opgave 242 kwam uit een partij tussen Wil van Lankveld en Huub van Dongen. Zwart won met 1. … g7-g5! 2. Df4-d2 Pe5-f3+! 3. g2xf3 Pg4-e5 en zwart wint het stuk met winnend voordeel terug, want op 4. Kg2 volgt 4. … Lxh3+ 5. Kxh3 Pxf3 6. D-- Dd7+ 7. Kg2 Dg4+ 8. Kh1 Dh3 met mat of damewinst.

Alle informatie over het schaken in Boxtel vindt u op Dubbelschaak.nl. U kunt er ook uw oplossing en uw commentaar kwijt.

vrijdag 10 oktober 2008

Kinderboeken

Het meest bekende schaakboek voor kinderen is waarschijnlijk nog altijd Oom Jan leert zijn neefje schaken, van Albert Loon en Dr. Max Euwe. Het werd voor het eerst uitgebracht in 1935 toen Euwe wereldkampioen was. Zijn naam stond vooral op de kaft om de verkoop te bevorderen. Tegenwoordig staat het boekje integraal op internet. Het heeft een lichte toon, maar wie het leest, zal heel wat oubolligheid moeten kunnen pruimen.

Er waren in die tijd al heel wat boeken gepubliceerd om schaken te leren, ook door Euwe, maar Oom Jan is waarschijnlijk wereldwijd het eerste leerboek gericht op kinderen. Zoals in die tijd gebruikelijk, begint het met de uitleg van de spelregels om vervolgens direct over te stappen op de behandeling van een aantal algemene principes van de opening, het middenspel en het eindspel. Moderne schaakmethodes sluiten veel meer aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen voor wie ze zijn bedoeld. De Stappenmethode van Van Wijgerden en Brunia besteed in het begin vooral veel aandacht aan het pakken van stukken, want jonge kinderen vinden dat nou juist het leuke van het spel. Later leren de kinderen materiaalverlies te voorkomen en nog later om op mat te spelen. Openingstechnische adviezen en de strategische aanpak in middenspel en eindspel komen pas veel later in de hogere stappen aan de orde.

Jammer genoeg heeft de Stappenmethode ook een groot nadeel: het is een serie gortdroge werkboeken, verluchtigd met enkele schaakcartoons. Voor kinderen die van lezen houden, heeft de methode weinig te bieden. En schaken is toch zo veel meer dan alleen zetjes doen. Sterker nog: naast de Stappenmethode is er praktisch niets te krijgen.

Deze rubriek is groot genoeg voor een volledige opsomming en korte bespreking van al wat er is. Ik begin er niet aan, want ik wil graag positief blijven. De enige twee boekjes die ik kan vinden, die echt aanspreken en goed aansluiten bij het niveau van kinderen die al een tijdje op een club zitten, zijn Schaakvermaak 1 en 2 van Pascal Losekoot, uitgegeven bij Cosmox. Wie een boekenweekgeschenk wil ontvangen, moet ze via de boekwinkel bestellen, maar het gaat sneller via internetverzendhuizen als De Beste Zet.


Opgave 242 is niet kinderachtig. Zwart speelt en wint.


In de stelling van opgave 241 speelde zwart 1. … f7-f5. Veel beter was 1. … Lg4. Na de partijvoortzetting kon wit winnen met het instructieve 2. d4-d5! Waarmee wit precies op het juiste moment de stelling opent. Het beste is nog 2. … Dd7xd5 3. Lb2xg7 Kg8xg7 4. Pd2xc4 Dd5xd1 5. Te1xd1 Le6xc4 6, Te2-d2 maar in deze stelling is wits toren veel sterker dan zwarts loper en pion.

Alle informatie over het schaken in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 2 oktober 2008

Tijdnood

In de matches tussen Louis de la Bourdonnais en Alexander McDonnel, die in de jaren dertig van de achttiende eeuw gespeeld werden, dacht McDonnel soms zo lang na dat La Bourdonnais zich onder het publiek begaf en daar luidkeels zeemansliederen ten gehore bracht. In andere toernooien uit die tijd liepen spelers weg, wegens het onsportieve langdurige nadenken van hun tegenstanders. Er werd wel eens geëxperimenteerd met zandlopers om de bedenktijd te reguleren en tijdens de officieuze WK-match tussen Wilhelm Steinitz en Adolf Anderssen in 1866 werd een uurwerk gebruikt: de scheidsrechter moest de tijden noteren om er op te letten dat per speler niet meer dan twee uur per twintig zetten werd nagedacht.

Sinds het grote schaaktoernooi van Londen in 1883, dat met enorme overmacht werd gewonnen door Johannes Zukertort, wordt er alleen nog gespeeld met schaakklokken, een uitvinding van klokkenmaker Thomas Bright Wilson en schaakgenie Joseph Blackburne. Het principe is doodeenvoudig: er zitten twee klokken in dezelfde behuizing. De knop die de ene klok aanzet, zet de andere stil en omgekeerd. Wie z’n zet heeft voltooid, drukt z’n klok in. In 1899 werd het concept voltooid met een metalen plaatje, de vlag, dat door de grote wijzer, naarmate de tijdcontrole nadert, steeds verder wordt opgetild om uiteindelijk te vallen als de tijd om is.

“Vlag!” roepen we ook nu nog steeds als de Digital Gametimer aangeeft dat de maximale bedenktijd is overschreden. Maar wat is er dan al een tsunami van adrenaline door de aderen gevloeid. Tegenwoordig hebben we twee uur bedenktijd voor veertig zetten en daarna een uur voor de rest van de partij. Iedereen die weet hoe ingewikkeld het schaakspel is, begrijpt dat een speler zich, bij gebrek aan parate kennis, tijdens de eerste twintig zetten zo kan verliezen in berekeningen dat hij voor de volgende twintig nauwelijks tijd meer over heeft. Stom natuurlijk, maar besluiteloosheid is een verslaving. En meestal geven beide spelers zich er tegelijkertijd aan over.

Dan begint er een foutenfestival van jewelste. Trillend van de zenuwen worden de stukken over het bord gesmeten. Tot één van de spelers een al te opzichtige bok schiet of de bedenktijd overschrijdt. Zo krijgt het publiek waar voor z’n geld. Wie het ook eens wil zien: bij Dubbelschaak in Grand Café Rembrandt hebben ze er tegenwoordig ook een handje van.



Zwart had in de partij Offringa-Van Dongen uit de competitiewedstrijd Dubbelschaak-Veenendaal 1. … Lg4 moeten spelen. Hij besloot echter met 1. … f7-f5 een kwaliteit te offeren, waarmee hij de aftrap gaf voor een potje knoeien. Wit kon nu winnen. De vraag van opgave 241 is hoe? Niet zo gemakkelijk, want Tjaart Offringa zag het ook niet. Na vele fouten over en weer won wit overigens toch.



In opgave 240 uit het EK won Thal Abergel met het fraaie 1. Tf1-f2! De zwarte dame moet de dekking van c6 opgeven. Na 1. … Dc2xf2 2. Dg3-d6+ Kd7-c8 3. Dd6xc6+ Kc8-b8 4. Le7-d6 is het mat.

Alle informatie over het schaken in Boxtel vindt u op de Dubbelschaak-website. Onder 'reacties' kunt u uw commentaar kwijt en de oplossing van de opgave van de week.

Dubbele nederlaag Dubbelschaak

Debacle in eerste thuiswedstrijd

Afgelopen zaterdag begonnen de eerste twee teams van Dubbelschaak vol goede moed aan de schaakcompetitie. Dubbelschaak-1 in de veronderstelling dit seizoen weer volop mee te kunnen doen aan het kampioenschap, Dubbelschaak-2 ten volle bewust dat het een zwaar seizoen zal worden na de promotie van afgelopen voorjaar. Tegen het op papier veel zwakkere Veenendaal en tegen Gardé uit Maarheeze moesten er kansen liggen. Er was zelfs voor het eerst sinds jaren veel publiek. Maar voor beide teams liep de wedstrijd uit op een grote teleurstelling.

Aanvankelijk zag het er helemaal niet slecht uit. Vooral in het eerste team werden in de eerste paar uur heel degelijke gezonde stellingen opgebouwd die allerlei kansen boden. Maar het was ook al snel zichtbaar dat de Dubbelschakers veel bedenktijd consumeerden. En daar ging het mis.

Toen Huub van Dongen op het eerste bord na zo’n drie uur spelen remise kreeg aangeboden, begonnen zich boven allerlei borden al donkere wolken af te tekenen. Hij besloot daarom remise te weigeren, maar even later had hij nog maar vier minuten bedenktijd voor twintig zetten over.

Bij Peter Boll, Martien van der Meijden en Michiel Luijpen was het toen al verschrikkelijk mis gegaan. Maar op de andere borden was de strijd nog open. Een degelijke overwinning van Michel van der Stee, die zijn tegenstander fraai van het bord combineerde, en Rob van Meurs, die vanuit de opening gestaag zijn stelling versterkte en nergens in gevaar kwam, kon de naderende nederlaag echter niet meer afwenden. Van Dongen combineerde zich in tijdnood nog naar een gewonnen stelling, maar verblunderde vervolgens een toren. Tot overmaat van ramp verloor Hans Heijstek een stelling die iedereen lange tijd als volkomen gelijk had ingeschat en slaagde Ad Kleijberg er niet in een voordelig toreneindspel in winst om te zetten. Zo kwam de nederlaag uit op 2½-5½, een akelig slecht resultaat tegen een team dat vorig seizoen nog met 6-2 was verslagen.

Dubbelschaak-2 kwam er tegen Gardé ook niet aan te pas. Ook die wedstrijd kreeg de uitslag 2½-5½, waarbij als enige positieve punt de fraaie overwinning van Franck Steenbekkers op het eerste bord mag worden genoteerd. Wil van Lankveld, Niels Heijstek en Diederik Claassen speelden remise. Het moge duidelijk zijn dat Dubbelschaak een zwaar seizoen te wachten staat, want er staan beslist nog veel sterkere tegenstanders op het programma.

Dubbelschaak '97 2065 - Veenendaal 2002 2½ - 5½
1. Huub van Dongen 2148 - Tjaart Jan Offringa 2027 0 - 1
2. Michel van der Stee 2142 - Tijmen Kampman 2008 1 - 0
3. Peter Boll 2148 - Jef Verwoert 2084 0 - 1
4. Martien van der Meijden 2043 - Joost Offringa 2016 0 - 1
5. Ad Kleijberg 2118 - Stefan Bekker 1945 ½ - ½
6. Michiel Luijpen 1976 - Leo Hovestadt 2066 0 - 1
7. Rob van Meurs 1991 - Gunie du Chatinier 1945 1 - 0
8. Hans Heijstek 1955 - Benno van der Veen 1929 0 - 1

Dubbelschaak 2 - Gardé 2½ - 5½
1. F. Steenbekkers - H.M.P. van Himbergen 1 - 0
2. G. Berkelmans - A.J.H.A. Al 0 - 1
3. W. van Lankveld - C. Winters ½ - ½
4. M.v/d Elzen - J.M.M. Broekhuis 0 - 1
5. C.H. Heystek - M. Cox ½ - ½
6. M. van Driel - J. Vermeulen 0 - 1
7. G. Tiellemans - L. Hovens 0 - 1
8. D. Claassen - A.J.W. Blank ½ - ½