donderdag 17 maart 2011

De Babson Task

Rubriek 24 februari 2011

DJ Kasparov noemt één van zijn platen The Babson Task. De tekst van het nummer is onverstaanbaar, maar de Babson Task is een schaakprobleem, waar grote verhalen bij horen. Vooral Tim Krabbé heeft er veel over gepubliceerd.

De Babson Task heeft alles te maken met pionnen die promoveren als ze de overkant bereiken. De promovendus heeft daarbij de keuze of hij als paard, loper, toren of dame door het leven wil. Natuurlijk is promotie tot dame bijna altijd de beste keuze. Ook de paardpromotie is vrij gewoon; het paard kan soms door zijn specifieke gang een snelle beslissing forceren. Zinvolle promoties tot toren of loper zijn echter zeldzaam. Ze kunnen aanvallend alleen gemotiveerd worden om pat te vermijden en defensief alleen om aan een zelfpat te bouwen.

Doordat onze patregel pas rond 1800 is ingevoerd, is ook de toren- en loperpromotie relatief jong. In 1836 publiceerde J. Calvi er de eerste schaakproblemen mee. Daarna kwam al gauw iemand op het idee om de vier promoties in één stelling en dan nog het liefst in één pion te combineren. Zo’n probleem wordt een AUW genoemd naar het Duitse ‘Allumwandlung’ en heeft het volgende schema:
  1. Wit doet een zet. 
  2. Zwart kan zich op vier manieren verdedigen. 
  3. Maar op variant A promoveert wit tot Dame en wint, op variant B promoveert hij tot toren, in C tot loper en D tot paard.
Het duurde tot 1905 voor dat concept in een ordentelijk schaakprobleem was gevangen. De Noorse componist Niels Høeg maakte zich er onsterfelijk mee. Wit geeft mat in drie. Als u het probleem zelf op wilt lossen, lees dan even niet verder, want het gaat zo:
1. f6 en nu
1. ... Kd6 2. f8D Kc6 3. Dc5 mat of 2. ... Ke6 3. De7 mat,
1. ... exf4 2. f8T Kd6 3. Tf6 mat,
1. ... exd4 2. f8L Kf6 3. Ta6 mat,
1. ... Kf6 2. f8P exd4 3. Tf7 mat.

De Amerikaan Joseph Ney Babson (1852-1929) was de eerste die bedacht dat in stap 2 van het bovenstaande schema ook een AUW past. Zo werd de Babson Task geboren: de opdracht om zo’n dubbele Allumwandlung in een schaakprobleem te realiseren:
  1. Wit doet een zet.
  2. Zwart kan zich op vier manieren verdedigen: A door promotie tot Dame, B door promotie tot Toren, C door loperpromotie en D door paardpomotie.
  3. Maar op variant A promoveert wit tot Dame en wint, op variant B promoveert hij tot toren, in C tot loper en D tot paard.
Lange tijd werd zo’n schepping zelfs door de grootste componisten voor onmogelijk gehouden. Tot in 1983 de toen 26-jarige voetbaltrainer Leonid Jarosj binnen enkele maanden maar liefst drie Babsons publiceerde. De stelling hierboven (opgave 361) is volgens Tim Krabbé de mooiste. Wit geeft mat in vier. De sleutelzet is 1. a6-a7. Na 1. … a2xb1D 2. a7xb8D (dreigt mat in twee via f4) Db1xb2 (of 2. … De4 3. Dxf4 en mat op de volgende zet) 3. Db8xb3 en het mat op f4 kan alleen verhinderd worden met 3. … Db2-c3, maar dan volgt 4. Dxc3 mat. De varianten met de andere promoties mag u zelf oplossen.

In opgave 360 ziet u een, uiterst zeldzame, loperpromotie een praktische partij. In Chan-Depasquale, Laoag 1985, speelde zwart 1. … g2-g1L!! met snelle winst. Dat is de enige manier, want 1. ... g1D 2. Te7+ Kg8 3. Te8+ Kh7 4. Th8+ leidt tot pat. 1. ... g1T 2. Txe3 geeft een remisetoreneindspel en na 1. ... g1P 2. Kh2 Pf3+ 3. Kg3 Pd2! 4. Txe3 Pf1+ 5. Kf3 Pxf3 6. Kxe3 staat het[pionneneindspel ook remise.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: