donderdag 29 april 2010

Koninginnendag

De spelling van de Nederlandse taal kent één bijzonder kwestieuze regel: die van de tussen-n. De hoofdregel luidt aldus: “Schrijf -en- als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat uitsluitend een meervoud op -(e)n heeft.” Een voor de hand liggend voorbeeld is: “koninginnensoep”.

Die regel kent een aantal uitzonderingen. Er wordt geen tussen-n geschreven als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die uniek is in zijn soort. Voorbeelden: “zonneschijn”, want er is maar één zon, en “Koninginnedag”, want wij hebben maar één koningin.

Er zijn nog meer regels en uitzonderingen en dat terwijl Nederlanders toch al niet van regels houden en al helemaal niet van uitzonderingen. Maar echt onduidelijk is het niet: het gaat niet om een meervoud, maar om een genitief. In België wordt jaarlijks op 15 november Koningsdag gevierd: de dag van de koning. En wij vieren Koninginnedag, de dag van de koningin. Alleen hadden de regeltjesmakers natuurlijk wel mogen bedenken dat het vrijwel altijd om een tweede naamval gaat, zodat de tussen-n bijna nooit noodzakelijk is. “Bessesap” en “boekebon” zijn ook gewoon het sap van een bes en een bon voor een boek. En om van een boerendochter te veronderstellen dat ze niet één unieke vader heeft, is toch op zijn minst een beetje merkwaardig.

Nu het niet zo heel lang meer kan duren voordat Koningin Beatrix zal aftreden, wordt het tijd na te denken wat we met Koninginnedag gaan doen. Koningsdag is natuurlijk een optie, maar ik zou liever een tussen-n toevoegen. We kunnen dan op Koninginnendag behalve de altijd stralende Máxima alle koninginnen memoreren waar we in Nederland al sinds 1890 van hebben mogen genieten. Voor republikeinen organiseren we dan een groot schaaktoernooi om de kracht van de dame te vieren. Of desnoods een bijenmarkt.

Het komt niet vaak voor dat er meerdere koninginnen op een schaakbord figureren. Opgave 318 komt uit een partij tussen Anatoly Lein en Joel Benjamin uit het Amerikaans kampioenschap van 1986. Wit speelt en wint. En wegens koninginnendag krijgt u ook nog een bonusvraag: hoeveel dames kunnen er op een schaakbord staan zonder dat ze elkaar aanvallen?

Opgave 317 illustreert de rekenkracht van Vishwanathan Anand. Kramnik dacht hier met wit in het voordeel te komen met de leuke afwikkeling 1. Pf3xd4 Df6xd4 2. Te1-d1 Pd7-f6 3. Td1xd4 Pf6xg4 4. Td4xd7+ Ke7-f6 5. Td7xb7 Tc3-c1+ 6. Lb5-f1.
Anand had het allemaal al lang zien aankomen en antwoordde koeltjes 6. … Pg4-e3!! waarna wit, ongetwijfeld met een rood hoofd, de partij meteen opgaf. Hij verliest een stuk en als hij het paard slaat loopt de zwarte pion door.

Alle informatie over de beoefening van het schaakspel in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: