
In deze periode van het jaar staan de kwartfinales op het programma. In de poulewedstrijden zijn geen verrassingen gevallen. Alle topspelers zijn door en dat levert mooie affiches op, om het sportjargon maar even te handhaven. Zo speelt Dubbelschaakkampioen Job de Lange tegen correspondentieschaakgrootmeester Peter Boll: een beladen wedstrijd omdat De Lange dit seizoen in de strijd om het clubkampioenschap al is uitgeschakeld, terwijl Boll zo goed als zeker is van de play-off. Zelf speel ik in de kwartfinale een echte klassieker tegen Hans Heijstek. Het is jammer dat niemand de statistieken goed heeft bijgehouden, maar ik vermoed dat we inmiddels ruim honderdvijftig officiële partijen tegen elkaar hebben gespeeld. Keer vier uur (want zo lang duurt een gemiddelde partij wel), wat betekent dat we minstens vijfentwintig volle dagen tegenover elkaar hebben gezeten.
Anders dan bij voetbal worden bij het schaakspel wel af en toe vernieuwingen ingevoerd. Vroeger bestond een schaakklok uit twee wekkers die om de beurt liepen. Nu zo ongeveer overal op de wereld met digitale klokken wordt gespeeld, is het mogelijk de bedenktijd te maximeren, zonder heftige tijdnoodscènes met onvermijdelijke overgekookte emoties uit te lokken. In de Meierijcup wordt tegenwoordig gespeeld met een bedenktijd van vijftig minuten per persoon voor de hele partij plus tien seconden per zet. Dat is weinig genoeg om het gruwelijk spannend te maken en twee potjes op een avond te spelen, maar maakt het onmogelijk om in de tijdnoodfase puur op tijdsoverschrijding te spelen. Vooral voor de scheidsrechters blijkt dit technische foefje een enorme uitkomst. Bij het schaakspel hoeven ze nu helemaal niets meer te doen. Is er in de voetbalsport ook niet zoiets te bedenken?

Vorige week was er geen opgave, dus deze week is er ook geen oplossing.
Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten