donderdag 8 april 2010

De Meierijcup

Ieder seizoen schrijft de Boxtelse schaakclub Dubbelschaak een bekercompetitie om de Meierijcup uit. Het toernooi, dat op een aantal dinsdagavonden plaatsvindt in Grand Café Rembrandt, staat open voor spelers van alle verenigingen uit de omgeving. Het speelschema lijkt het meest op dat van de Champions League in het voetbal: een knock-outsysteem voorafgegaan door poulewedstrijden. De topspelers uit de regio worden zo gelijk mogelijk over de diverse poules verdeeld. Net als bij het voetbal worden er steeds twee partijen gespeeld, alleen niet thuis en uit, maar één keer met wit en één keer met zwart. Bij een gelijke eindstand volgt er een verlenging: twee potjes snelschaken met vijf minuten bedenktijd. Staat het dan nog gelijk, dan volgt de ‘sudden death’: wit vijf minuten bedenktijd, zwart vier, wit móet winnen, bij remise gaat zwart door.

In deze periode van het jaar staan de kwartfinales op het programma. In de poulewedstrijden zijn geen verrassingen gevallen. Alle topspelers zijn door en dat levert mooie affiches op, om het sportjargon maar even te handhaven. Zo speelt Dubbelschaakkampioen Job de Lange tegen correspondentieschaakgrootmeester Peter Boll: een beladen wedstrijd omdat De Lange dit seizoen in de strijd om het clubkampioenschap al is uitgeschakeld, terwijl Boll zo goed als zeker is van de play-off. Zelf speel ik in de kwartfinale een echte klassieker tegen Hans Heijstek. Het is jammer dat niemand de statistieken goed heeft bijgehouden, maar ik vermoed dat we inmiddels ruim honderdvijftig officiële partijen tegen elkaar hebben gespeeld. Keer vier uur (want zo lang duurt een gemiddelde partij wel), wat betekent dat we minstens vijfentwintig volle dagen tegenover elkaar hebben gezeten.

Anders dan bij voetbal worden bij het schaakspel wel af en toe vernieuwingen ingevoerd. Vroeger bestond een schaakklok uit twee wekkers die om de beurt liepen. Nu zo ongeveer overal op de wereld met digitale klokken wordt gespeeld, is het mogelijk de bedenktijd te maximeren, zonder heftige tijdnoodscènes met onvermijdelijke overgekookte emoties uit te lokken. In de Meierijcup wordt tegenwoordig gespeeld met een bedenktijd van vijftig minuten per persoon voor de hele partij plus tien seconden per zet. Dat is weinig genoeg om het gruwelijk spannend te maken en twee potjes op een avond te spelen, maar maakt het onmogelijk om in de tijdnoodfase puur op tijdsoverschrijding te spelen. Vooral voor de scheidsrechters blijkt dit technische foefje een enorme uitkomst. Bij het schaakspel hoeven ze nu helemaal niets meer te doen. Is er in de voetbalsport ook niet zoiets te bedenken?

De opgave van de week (nummer 315 al weer) komt uit een partij van de onlangs overleden ex-wereldkampioen Vassily Smyslov. Wit speelt en wint.

Vorige week was er geen opgave, dus deze week is er ook geen oplossing.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: