Picasso heeft wel eens gezegd dat hij op vierjarige leeftijd al kon tekenen als Rafaël, maar dat hij zijn hele leven moest ploeteren om te leren schilderen als een kind. De uitspraak schetst voorbeeldig wat er met de kunsten in de 20e eeuw gebeurde. De techniek raakte op de achtergrond. Alles ging enkele nog om expressie. Vooral in de beeldende kunst werd het usance om zo maar wat aan te rotzooien (Karel Appel), maar ook in de literatuur (James Joyce, Finnigan’s Wake) en de podiumkunst (van punk tot performance art) zijn talloze werken gerealiseerd waarvan de gewone man niets anders kan zeggen dan “Dat kan mijn kleine zusje ook”.
Ook schaken heeft allerlei kunstzinnige aspecten. Zonder creativiteit en inspiratie komt een grootmeester niet ver. Maar nog veel belangrijker is de techniek: zuivere kennis over allerlei type stellingen en diep inzicht in nog veel meer trucs. De ontwikkeling van beginneling naar gevorderde speler is nergens zo goed te zien als in jeugdtoernooien. Dubbelschaak ’97 organiseert aanstaande zondag het laatste in een reeks van vijf zogenaamde Grand Prix-toernooien voor jeugdspelers uit de districten ’s-Hertogenbosch en Tilburg van de Noord-Brabantse Schaakbond. Er zijn ongeveer honderd deelnemertjes die ingedeeld worden op sterkte volgens de Stappenmethode.
Bij de absolute beginners, die nog geen enkel Stappendiploma hebben gehaald, zie je dat ze moeite moeten doen reglementaire zetten te bedenken. Zijn ze een paar maanden verder, dan hebben ze daar geen last meer van en proberen ze in een noodtempo alles te pakken wat er te pakken valt. Daarna komt het moment dat ze van opa het herdersmat hebben geleerd. In de groep van Stap 1 en Stap 2 vallen er altijd weer talloze slachtoffers. Iedere jeugdschaakclub besteedt wel een paar lessen om de kinderen bij te brengen dat de lompe aanval gemakkelijk te pareren is en dat het helemaal fout is om de dame zo vroeg in het spel te brengen, maar bij sommige kinderen duurt het lang voor ze het door hebben. En intussen marcheert de Stappenmethode steeds verder. Bij Stap-3 en hoger zitten doortrapte trukendozen achter het bord, waar de meeste oudere clubschakers verschrikkelijk voor moeten oppassen. Ineens snappen ze hoe het spelletje gespeeld moet worden. Maar ze spelen fris, creatief, geïnspireerd en dat valt de oudere routineuze schuivers zwaar. Ze kunnen de ontwikkeling van de jeugd niet bijhouden en dat is geen wonder. Want wie echt schaken wil leren, moet leren spelen als kinderen. Het is net kunst.
Op Stappenmethode.nl staan iedere dag acht opgaven van Stap 1 tot en met 8. Deze week onder andere bovenstaand probleem (stap 7) van Troitzky. Opgave 316: wit speelt en wint.
Opgave 315 komt uit een partij tussen Smyslov-Fuller, Hastings 1968. Wit won met 1. Pe4-f6+! Lg7xf6 2. Db1-g6+! En zwart kon opgeven wegens 2. … Kg8-h7 3. Td1-d7 Pc7-e8 4. Lc4-e6.
Voor wie wil komen kijken bij de finale van het Grand Prix Toernooi in Boxtel: zondag 18 april, aanvang 10.00 uur in De Walnoot. De prijsuitreiking is rond 13.00 uur. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel en omgeving vindt u op dubbelschaak.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten