donderdag 31 december 2009

Griezelen op oudejaarsavond

Een goed schaakprobleem drukt een idee uit. De beginstelling leidt via een aantal bijzondere zetten tot een onontkoombare conclusie. Het eindresultaat is een gevoel van esthetiek. Zo moet het, zo is het en o wat is de wereld mooi. Voor een schaker is er niets zo akelig als een probleem dat niet klopt.

Bij presentaties heb ik vaak het verhaal verteld van de schaakpartij tussen de zelfmoordenaar en de duivel. Een jongeman, die have en goed had verspeeld in het schaakcafé, had zich voorgenomen om op oudejaarsavond zelfmoord te plegen. (Ik kan hier het beste even invoegen dat hij van zijn laatste centen een fles Malt Whisky had gekocht die hij precies om middernacht in één teug leeg wou drinken, dat komt mooi uit in de rest van het verhaal.) Die avond verschijnt echter de duivel ten tonele, die de jongeman uitdaagt voor een allerlaatste schaakpartij, uiteraard met als inzet de ziel van de jongeman. Wat de duivel ertegenover stelt, weet ik niet meer, het zal wel talent zijn geweest, maar dat doet er niet toe; de jongeman heeft geen keus: zijn ziel is toch verloren wanneer hij zelfmoord pleegt.

Bij het verhaal hoort een schaakprobleem, zogenaamd een stelling uit deze duistere schaakpartij. Het probleem eindigt met een bijzondere frappe, die de duivel verhindert mat te geven, waarna de jongeman zich in de oorspronkelijke versie bekeert. Ik maak er altijd van dat hij zich met hernieuwde kracht op de schaakstudie stort, want dat vind ik leuker. Het is precies dit verhaal en dit schaakprobleem dat ik wilde gebruiken voor de oudejaarsavondpuzzel. Maar toen ontdekte ik op internet een totaal andere versie van het probleem: een zevenzetter, waarin de duivel aan het eind gedwongen is te kiezen tussen twee manieren om in Gods val te trappen.

Ik vloekte hartgrondig toen ik merkte dat de stelling vol nevenoplossingen zat. Voor ik er erg in had, zat ik al stukken te verplaatsen om het probleem correct te krijgen en niets is zo’n helse klus als het componeren van schaakproblemen. “Het was of hij een kloppende detective probeerde te schrijven en ineens merkte dat het tweede hoofdstuk over de irrigatiewerken in Ethiopië ging. Schrapte hij dat hoofdstuk, dan heetten alle vrouwen Rodrigo, en als ze hun eigen namen weer hadden, dan bleek het lijk op de oneven bladzijden toch te leven”, schrijft Tim Krabbé in het verhaal Meester Jacobson (uit De Matador en andere verhalen), als hij de moeilijkheden om een schaakprobleem te creëren probeert uit te leggen.

De jongeman had het moeilijk. De duivel stonk naar zwavel, bij iedere zet stootte hij een holle lach uit en in bovenstaande stelling, opgave 230, kondigde hij met wit opeens mat in zeven aan. In lang vervlogen tijden was het heel gebruikelijk vooraf aan te kondigen in hoeveel zetten de tegenstander mat zou lopen: de ultieme vernedering voor de tegenstander, maar als de berekening niet klopte, was dat een minstens zo grote schande als het verlies van de partij.

De duivel begon met 1. Tg8xg7+, een afschuwelijke sleutelzet in een schaakprobleem: de ware kunst verdraagt noch een schaak, noch een slagzet. 1. … Kg7-f6 2. Da6xc6+! In de stelling die ik op internet vond, staat de zwarte dame op a3, maar dan leidt 2. Dxa3 ook tot mat in zeven. 2. … Tc5xc6 3. Tc1xc6+ Db4-d6 4. Tc6xd6+ c7xd6 5. Pa8-c7? Maar hier maakt de duivel een verschrikkelijke fout. Deze dual krijg ik er niet uit en ik heb de Malt Whisky uit de tweede alinea nodig om de duivelse blunder te verklaren. 5. Pb6! is een nevenoplossing, die de duivel wel succes zou hebben gebracht. Had hij maar niet zo veel moeten drinken! 5. … d6-d5!

In de stelling die nu is ontstaan, kan de duivel op twee manieren mat in twee geven. Maar plotseling is hij, terwijl de klok twaalf slaat, met een knal en een lichtflits verdwenen. Ziet u wat er aan de hand is?

De tweede diagramstelling verdient een beter inleiding op het schaakbord. Voor wie zich een keer aan de compositie wil wagen, is ook dat misschien een mooie oudejaarspuzzel. Maar voorlopig vertel ik mijn verhaal maar weer met opgave 301. Hetzelfde verhaal, maar hier kondigde de duivel mat in vier aan.

Maar daarmee is dit griezelverhaal nog niet ten einde. Op 31 december 2009 verscheen dit verhaal in brabants centrum en daarna op deze site. De krant lag nog maar nauwelijks op de mat, toen ik een mailtje binnenkreeg van Gerard Smits, een grote probleemcomponist die woonachtig is in Boxtel. Hij schreef:

"Lang geleden dat ik me met je rubriek heb bemoeid, maar als ik zie dat het over schaakproblemen gaat kan ik me niet inhouden...

Bijgaand een correcte (computergeteste) versie van je zevenzet. Een stille zet als sleutel zit er waarschijnlijk niet in vanwege zwarts vele mogelijkheden tot schaak.

Op zich wordt het bestaan van twee mogelijkheden in het oplossingsverloop (een zgn. dual) in schaakprobleemkringen als verwerpelijk beschouwd, maar in je verhaal komt het goed tot zijn recht. Het is ook leuker dan in de vierzet die je in je rubriek laat zien, want daar is alleen sprake van zetverwisseling en is de matstand in beide gevallen identiek. In de zevenzet zijn er twee verschillende matstanden.
Prettige jaarwisseling en veel succes in 2010 met je rubriek en met Dubbelschaak!"

Gerard, bedankt! De whisky is in het verhaal niet meer nodig. Laten we die vanavond zelf maar opdrinken. Proost.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: