donderdag 7 januari 2010

Oplossingen

Het schaakspel is geen oorlogsspel.
Geweld hoort er niet bij. Echt niet.
Een denksport is het echter wel.
Niet sterk maar slim zijn wij. O zo!
Als ieder zijn verstand gebruikt,
voordat hij woedend wordt (dat kan!),
blijft voortaan elke oorlog uit
behalve op het bord. Echt waar!

Bovenstaand gedicht was de oplossing van de paardensprongpuzzel uit de kerstrubriek. Zo’n paardenrondgang is al een heel oude puzzel. Al in de 9e eeuw construeerde Rudrata, een dichter uit Kasjmir, een vergelijkbaar gedicht in het Sanskriet. Volgens Wikipedia hebben wiskundigen berekend dat er precies 26.534.728.821.064 verschillende paardenrondgangen mogelijk zijn op een gewoon schaakbord. Dat lijkt mij nog al veel, want het is al moeilijk genoeg om er eentje te vinden.

Opgave 299 van Aleister Crowley is mat in drie met als wit begint met 1. Dg1-b6!!.

In opgave 300 uit de oudejaarsrubriek kan wit op twee manieren mat in twee geven: 1. Pc7xd5+ Kf6-e6 2. Tg7-e7 mat, of 1. Pc7-e8+ Kf6-e6 2. Tg7-e7 mat. In beide gevallen ontstaat de afbeelding van een kruis op het bord, waardoor het voor de duivel onmogelijk is het mat uit te voeren.

Hetzelfde effect treedt op in opgave 231 na 1. Pe2-d4+ Ke6-d6 2. Dh7xd7+ Pe5xd7 3. Ta5xd5+ Pf4xd5 4. Te1-e6 mat. Wits tweede en derde zet kunnen worden omgedraaid.



Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: