donderdag 6 september 2007

Integratie

Door Huub van Dongen

Vorige week hebben we kennisgemaakt met een zwart pionnetje dat door probleemcomponisten om zijn hyperactieve gedrag ‘pickaninny’ werd gedoopt. Ook zijn blanke zielsverwant, de ‘albino’, leerden we kennen. Allebei zijn het pionnen die in hun beginstelling vier zetten kunnen doen, die van beslissend belang zijn in een schaakopgave. Beide thema’s zijn al oeroud. De politiek incorrecte naamgeving moeten we daarom maar voor lief nemen.

Ik ben bij lange na geen specialist in de subtiele melodieën van het probleemschaak, maar je zou verwachten dat de componisten geen rust zouden kennen voordat ze de pickaninny en de albino in volledige harmonie een duet leerden zingen. Maar voor zover ik weet bestaan problemen met dit dubbele thema alleen in het helpschaak, het zelfmat of in andere sprookjesvarianten. Toch is het schema vrij duidelijk. Wit begint en doet een zet met een vreselijke dreiging. Zwart kan op vier manieren pareren: de vier zetten met de zwarte pion op de zevende rij. Op ieder van die vier opties antwoordt wit op zijn beurt met één van de vier mogelijke zetten van een pion op de tweede rij. En dan is het geforceerd mat.

Is zoiets onmogelijk? Ik denk het niet. Volgende week zal ik u laten zien hoe een dergelijk probleem met een minstens zo lastig thema via decennialang onderzoek uiteindelijk werd gekraakt. Deze week wil ik u verrassen met een dubbele albino in een eenvoudige tweezet. Zoals gebruikelijk is er geen prijs voor de oplossing. Wanneer zich echter iemand meldt met een schaakprobleem waarin een pickaninny met een albino is geïntegreerd, zal ik met plezier een avond lang trakteren. ’t Is tenslotte maar één keer per jaar kermis.


Opgave 184 vraagt om een mat in twee. Er zit een opzichtige albino in de stelling. Met zwart aan zet volgt op 1. ... Tc4 2. c3 mat, op 1. ... Tb3 2. cb3 mat, op 1. ... Td3 2. cd3 mat en op 1. ... Tc5 2. c4 mat. Maar verrassend genoeg heeft dat niets met de oplossing te maken.


Opgave 183 bracht ook een albino in beeld. Wit begint met 1. Pa3-b1. De dreiging is 2. Ta3 mat. Zwart heeft vier parades die de albino in al zijn schoonheid laten zien: 1. … Lb5 2. c3 mat, 1. … Ld5 2. c4 mat, 1. … Lb3 2. cxb3 mat en 1. … Ld3 2. cxd3 mat. Dit elegante probleem van Camil Seneca werd in 1949 gepubliceerd in het Bulletin Ouvrier des Échecs.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

Geen opmerkingen: