donderdag 3 september 2009

Les 9: En passant slaan

Dubbelschaak probeert een club te zijn die op landelijk niveau behoorlijke prestaties levert, maar ook veel te bieden heeft voor recreatieve schakers. Iedereen mag op dinsdagavond binnenlopen in Grand Café Rembrandt om een partijtje te spelen. Wie thuis wel eens schaakt, vindt het vaak leuk op de club. Onderling worden verschillende competities gespeeld en er is altijd iets te beleven. Nu u deze beginnerscursus heeft gevolgd, staat niets een wekelijks schaakavondje meer in de weg. U hoeft nog maar één regel te onthouden: en passant slaan.

Toen Rembrandt nog ’t Huiske heette, kwam iedere week een groepje van vier huisschakers langs. Ze wilden liever niet in de speelzaal boven schaken, maar bleven meestal beneden in het café. Daar speelden ze hun partijtjes onder het genot van een borreltje en een sigaar. Omdat ze een vast plekje aan het raam hadden, werden ze door de overige leden de ‘raamschakers’ genoemd. Na afloop van hun partijen wilde één van de routiniers altijd wel een paar aanwijzingen geven hoe het allemaal beter gespeeld had kunnen worden. Als de raamschakers gewezen werden op de mogelijkheid ‘en passant’ te slaan, bezigden ze steevast de keurig rijmende woorden: “En passant, daar doen wij niet aon.”

Toch is de ‘en passant regel’ heel eenvoudig. Wanneer een pion vanuit de beginstelling twee velden oprukt en daarbij naast een vijandelijke pion komt te staan, mag de tegenstander met zijn pion de opgerukte pion slaan alsof die maar één veldje is opgerukt. Kijk maar naar de diagrammen in de linkerkolom. Daar wordt gespeeld: 1. ... c7-c5 2. d5xc6 en passant. En passant slaan mag alleen op de eerst volgende zet nadat de pion is opgerukt. Wie een zet wacht, verspeelt zijn kans. Veel huisschakers kennen de regel niet. Clubschakers natuurlijk wel, maar zelfs grootmeesters verkijken zich wel eens op het verrassende effect. In het voorbeeld hiernaast is na 2. d5xc6 in één klap de 5e rij helemaal vrij, waar een moment eerder nog twee pionnen stonden. Ook de plotselinge onderbreking van de diagonaal a4-e8 is het visuele voorstellingsvermogen van de mens wel eens te veel.

In de derde ronde van het NH Chess Tournament dat afgelopen week in Grand Hotel Krasnapolsky in Amsterdam werd gehouden, kwam nevenstaande stelling op het bord tijdens de partij tussen Alexander Beljavsky en de Amerikaanse kampioen Hikaru Nakamura. Beljavsky, die decennialang in de toptien van de wereldranglijst stond, speelde 28. Lc5xa7. Ik ben er vrij zeker van dat hij zwarts volgende zet totaal over het hoofd heeft gezien. Zwart speelde 28. … b7-b5! Een simpele vork (de pion valt twee witte stukken aan), ware het niet dat wit 29. a5xb6 (en passant) kan spelen. Dan staat door de onderbreking van de diagonaal g1-a7 de loper op a7 dermate buitenspel dat zwart snel mat kan geven. Ziet u hoe?

Op 8 september houdt Dubbelschaak de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering in Grand Café Rembrandt. Dat gaat niet lang duren en na afloop mag u gerust een partijtje komen spelen. Als u het leuk vindt, kunt u op 15 september al met de interne competitie meedoen. Volgende week wordt deze cursus afgesloten met nog wat bijzaken over het schaken op een vereniging. Hoe dat er aan toegaat, kunt u overigens ook lezen op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: