donderdag 21 augustus 2008

Vanaf groep 4

Je bent nooit te jong om te leren. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk om kinderen al op kleuterleeftijd de basisspelregels van het schaakspel bij te brengen. De loop van de stukken hebben ze zo onder de knie en vaak vinden ze het nog leuk ook. Voor een schaakclub is het echter erg moeilijk om kleuters te begeleiden. Eén op één gaat het prima, maar in een groepje met kinderen van andere leeftijden is schaakles voor kleuters minder leuk, ook al omdat ze niet goed zelfstandig kunnen werken. Daarom neemt Dubbelschaak alleen kinderen aan die al een beetje kunnen lezen en schrijven.

Een jaar of zeven is de ideale leeftijd om met schaken te beginnen. Het taalgevoel is ver genoeg ontwikkeld om begrippen als links, rechts, schuin en recht te begrijpen. Ze pikken de zetten heel snel op en ook allerlei basiswendingen zoals slaan, ruilen, schaak opheffen en mat hebben ze binnen de kortste keren onder de knie.

Tijdens de lessen wordt gebruik gemaakt van de Stappenmethode van Van Wijgerden en Brunia. Van Wijgerden is Internationaal Schaakmeester en pedagoog. De helaas veel te vroeg overleden Brunia was didacticus. Hun methode speelt in op het ontwikkelingsniveau van basisschoolleerlingen vanaf groep 4. Stapsgewijs behandelt de methode de talloze trucs die het schaakspel zo leuk maken. Het verschil tussen Stap 1 en Stap 8 is vooral dat de trucs veel en veel dieper zijn. Ook de techniek van het eindspel en enige basiskennis van de openingstheorie komen in de latere stappen aan de orde.

Overigens wordt er op de jeugdschaakclub niet alleen les gegeven. Schaken is een spel, dus er wordt vooral gespeeld. En dan niet alleen gewoon schaken. Er zijn allerlei andere spelvormen bedacht om bepaalde facetten van het schaakspel te oefenen. Voor de loop van de stukken is “shuffleschaak” bedacht, waarbij niets wordt geslagen en het niet om de koning gaat, maar om de stukken zo snel mogelijk terug op hun plaats te krijgen. Om de namen van de velden en de notatie te oefenen vond Dubbelschaak “schaakdarten” uit, waarbij gericht moet worden op een zelfgemaakt schaakbord. Niet met pijltjes trouwens. Daar leent de motoriek van sommige schakers zich niet voor. Bij Dubbelschaak gebruiken we muntjes en een liggend bord.



Opgave 235 is een probleem van Kozlovski. Niet moeilijk, maar ook niet echt voor beginners. Ongeveer Stap 5 lijkt me. Wit wint en dat lukt niet met 1. g6-g7, want daarmee sluit wit z’n loper op en dan komt hij niet meer verder.



Opgave 234 was veel moeilijker. Stap 7 op www.stappenmethode.nl, waar dagelijks leuke schaakproblemen opstaan op ieder niveau. Wit wint met 1. Tc4-f4+ Kf5-e6 2. Tg7-e7+ Ke6-d5 3. Te7xe5+!! Kd5xe5 4. Pa3-c4+ Ke5-d5 (4. … Ke6 5. Pg5+ Kd5 6. Pd3+ Ke5 komt op hetzelfde neer) 5. Pc4-e3+ Ke5-e6 6. Ph3-g5+ Ke6-e5 7. Tf4-e4+ Ke5-d6 8. Te4-e6+!! Tf6xe6 9. Pg5-f7 mat. Helemaal geforceerd, maar wel erg diep.

U vindt een animated gif van de oplossing op www.dubbelschaak.nl. Onder 'REACTIES' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt u opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week.

Geen opmerkingen: