vrijdag 16 juli 2010

Nomenclatuur

Het is al meer dan 500 jaar gelden dat de eerste schaakboeken werden gepubliceerd. Luis Ramírez de Lucena liet in 1497 in Salamanca zijn Repetición de Amores y Arte de Ajedrez con ci Iuegos de Partido drukken. Links ziet u een bladzijde. Het boek is volgens de geschiedschrijvers geplagieerd van een nóg ouder incunabel (drukwerk van voor 1500), geschreven door Vicent en gedrukt in Valencia in 1495, maar van dat boek zijn geen exemplaren bewaard gebleven. Lucena geeft onder andere een aantal adviezen over de opening van schaakpartijen. Daarmee heeft hij de aanzet gegeven voor de openingstheorie: een ongelofelijke en schieroneindige reeks publicaties over ons spel en hoe het gespeeld moet worden.

Sinds in 1966 de eerste Schachinformator verscheen, een halfjaarlijks periodiek uit Belgrado waarin de belangrijkste schaakpartijen van de afgelopen periode worden geanalyseerd, zijn de diverse openingsystemen gecodeerd met letters en cijfers: de zogenaamde ECO-codes. Het is een systematisch systeem dat naar believen uitgebreid kan worden, of gedetailleerd door achter de komma varianten door te nummeren. Ook de Encyclopaedia of Chess Openings, van dezelfde uitgeverij, gebruikt de ECO-codes. Het Nederlandse New in Chess, dat min of meer volgens hetzelfde verdienmodel werkt, heeft een eigen code, die ik zelf wat gemakkelijker in het gebruik vindt, maar internationaal minder wordt gebruikt. Maar een spel dat al meer dan vijfhonderd jaar volgens dezelfde spelregels wordt gespeeld, heeft natuurlijk ook oude romantische namen voor spelsystemen. Namen die nooit zijn uit te wissen en altijd in gebruik zullen blijven. Net zoals voor plantenliefhebbers een Vergeet-me-nietje nooit een Myosotis arvensis zal worden.

Maar waar komen die namen vandaan? De Spaanse Opening, het Italiaans, de Indische verdedigingen. Er is zelfs een Orang-oetanopening, een Egel-systeem een Lolli-gambiet en een Siësta-variant. Waarom worden die openingen zo genoemd? Wie heeft dat bedacht?

In de komende vakantieweken krijgt u in deze rubriek een aantal verhalen voorgeschoteld rond de nomenclatuur van enkele schaakopeningen. Geen zetten of speladviezen, alleen de romantiek. En u hoeft natuurlijk al helemaal niet op volledigheid te rekenen: het Handbuch des Schachspiels, waarvan de eerste druk in 1843 verscheen (eerste editie als google-book), telde al meer dan duizend pagina’s en behandelde vrijwel uitsluitend openingsystemen. Wij moeten het met een paar kolommen doen.

Opgave 330: wit speelt en wint.

Opgave 329: in de partij Hendrikx-Slingerland, HSG open 2010, speelde wit na 1. … Tf8-f7 heel fraai 2. Te7xf7! Pf4-e2+ 3. Kg1-h2 Pe2xg3 4. Te7-g7+ Kg8-f8 ( 4. … Kh8 5. Pe5 is ook uit) 5. Tb7-f7+ Kf8-e8 6. Pf3-e5 en zwart kan mat niet meer voorkomen.

Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Geen opmerkingen: