donderdag 17 juni 2010

Jong, jonger, jongst

De schaaksport werd vroeger gedomineerd door bedaagde mannen, maar die tijd is voorbij. Steeds meer piepjonge grootmeesters weten de absolute wereldtop te bereiken. Sergey Karjakin was pas twaalf toen hij grootmeester werd, Magnus Carlsen net dertien. Dit jaar worden ze twintig en ze draaien al jaren mee in de wereldtop. Carlsen staat zelfs eerste op de wereldranglijst en het moet raar lopen als hij niet snel wereldkampioen wordt.

In Nederland zien we hetzelfde verschijnsel. Euwe was weliswaar pas twintig toen hij in 1921 voor het eerst Nederlands kampioen werd, maar ja, dat werd hij in 1955 nog steeds en als hij daarna mee had gedaan, had hij nog wel een aantal Nederlandse titels aan zijn palmares toegevoegd. Verder staat er maar een enkele twintiger op de erelijst der kampioenen, maar op dit moment zit Anish Giri als vijftienjarige zijn vorig jaar behaalde Nederlandse titel te verdedigen. En hij is niet eens de jongste deelnemer aan het toernooi. Robin van Kampen en Benjamin Bok zijn nog een paar maanden jonger. Giri is favoriet, maar de andere kindsterren blijken gevaarlijke outsiders. Benjamin Bok rekende in de eerste ronde zelfs hardhandig af met de doorgewinterde professional Dimitri Reinderman.

Jong-jonger-jongst: de ontwikkeling heeft alles te maken met de opkomst van de pc om het schaakspel te bestuderen. De wonderkinderen zweren bij Chessbase en Rybka, de database die praktisch alle toernooipartijen bevat en de schaaksoftware om partijen te analyseren. Een bijna onfeilbaar geheugen en een door de computer gescherpt inzicht doen de rest. Een tekenend voorbeeld van de jeugdige werkwijze is de manier waarop de 19-jarige Wouter Spoelman (foto Frans Peeters) met zwart in de derde ronde niemand minder dan zesvoudig Nederlands kampioen Loek van Wely van het bord timmerde.

Na zestien zetten stond nevenstaande staande stelling op het bord. Wit is aan zet. Op het eerste gezicht ziet het er veelbelovend uit voor wit. De achtergebleven pion op c6 dreigt een zorgenkindje te worden. Direct 17. Pa4 om de zwakte vast te leggen, geeft zwart echter tegenspel met 17. … Pg5 18. Df5 Pfe4. Van Wely had daarom in 2008 in deze stelling al eens 17. h3-h4 gespeeld en dat deed hij nu weer. Spoelman antwoordde verrassend met 17. … c6-c5! 18. d4xc5 d5-d4! Die laatste zet is veel beter dan 18. … Pxc5 19. Pxd5!! waarna de verwikkelingen gunstig zijn voor wit. Bijvoorbeeld 19. … Le5 20. Lb5! Pb3 21. Lxe8 Pxd2 22. Pxf6 Lxf6 23. Dd1 Lxa1 24. Txa1 en wit blijft een pion voor. Na de partijvoortzetting koos Van Wely voor 19. Pc3-e4 d4xe3 20. Pe4xf6+ g7xf6 21. Df3xe3?

Na zwarts antwoord zal Van Wely wel even wit zijn weggetrokken. Spoelman verklaarde na afloop dat hij de zwarte zet ook niet voorzien had. Hij had de variant voorbereid, maar Rybka had de zetten van Van Wely niet aangegeven, dus het moest wel fout zijn. Opgave 325: ziet u hoe zwart hier kan winnen?

De oplossing van opgave 324 uit de partij Kacheishvili-Van Wely, Chicago 2010 moest beginnen met 1. …Lg5xe3!! 2. Te1xe3 Df6xd4 3. Kg1-f2 Dd4-d2+ 4. Kf2-f3 en na deze inleidende zetten komt de aap uit de mouw met 4. … Te8-f8! Wit heeft geen enkele manier om mat of grof materiaalverlies te vermijden. In de partij volgde 5. Kf3-g3 d5-d4! 6. Te3-e6 Dg5+ 7. Kg3-h3 h6-h5 en wit gaf op.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl. Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog.

Geen opmerkingen: