Anish Giri speelt op het eerste gezicht een heel eenvoudig soort schaak. Zijn openingsspel is erg rustig, hij neemt geen risico, maakt geen fouten en zet gewoon zijn stukken op de goede velden. Dat doet hij zo goed, dat zelfs ervaren grootmeesters er regelmatig zonder slag of stoot af worden gezet. Het ziet er allemaal uit als geroutineerd schuifwerk en dat is het moeilijkste wat er is. Combineren kun je trainen, openingen zijn een kwestie van studie, maar alle trucs eruit houden en zet na zet de stelling optimaliseren om in het eindspel toe te kunnen slaan, is alleen gegeven aan routiniers. En natuurlijk aan heel uitzonderlijke types met een gave.
In vergelijking met andere wonderkinderen uit de schaakgeschiedenis lijkt Anish Giri niet zo zeer op Bobby Fischer, die op zijn 14e het seniorenkampioenschap van de USA won, of Sergey Karjakin, die al op zijn twaalfde de grootmeestertitel binnen had, maar veel meer op de legendarische Cubaan José Raoul Capablanca, wereldkampioen van 1921 tot 1927. Capablanca versloeg op 13-jarige leeftijd in 1901 in een match over dertien partijen de toenmalige Cubaanse kampioen Juan Corzo en dat was bepaald geen prutser. Hoe? Gewoon omdat zijn eindspelbehandeling veel beter was: alles afruilen en het laatste pionnetje doorduwen. Een beetje zoals ouwe bedaagde mannetjes het liefste schaken. De vroegere Sovjet-topper Oleg Romanishin probeerde het in januari op die manier in de 8e ronde van het Corustoernooi tegen de jonge Giri. Anish won het gelijkstaande lopereindspel door het gewoon 99 zetten te blijven proberen.
Wie Anish Giri in levenden lijve wil zien schaken, kan het beste een competitiewedstrijd van HMC Den Bosch bezoeken. Zaterdag spelen ze uit in Voerendaal, maar op 10 mei speelt HMC thuis in het Hervion College.
In de partijen van Anish Giri heb ik geen enkel publiceerbaar trucje kunnen vinden. Opgave 236 komt uit een partij tussen Bernstein en Capablanca, Moskou 1914. Zwart aan zet wint.
In opgave 235 kan wit opmerkelijk genoeg winnen met 1. Ke1-d2!! Kf8xg7 2. a2-a3 en zwart kan zich niet zonder zware verliezen verweren tegen de dreiging 3. Ta1-a2 met damewinst.
Alle informatie over de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.
In vergelijking met andere wonderkinderen uit de schaakgeschiedenis lijkt Anish Giri niet zo zeer op Bobby Fischer, die op zijn 14e het seniorenkampioenschap van de USA won, of Sergey Karjakin, die al op zijn twaalfde de grootmeestertitel binnen had, maar veel meer op de legendarische Cubaan José Raoul Capablanca, wereldkampioen van 1921 tot 1927. Capablanca versloeg op 13-jarige leeftijd in 1901 in een match over dertien partijen de toenmalige Cubaanse kampioen Juan Corzo en dat was bepaald geen prutser. Hoe? Gewoon omdat zijn eindspelbehandeling veel beter was: alles afruilen en het laatste pionnetje doorduwen. Een beetje zoals ouwe bedaagde mannetjes het liefste schaken. De vroegere Sovjet-topper Oleg Romanishin probeerde het in januari op die manier in de 8e ronde van het Corustoernooi tegen de jonge Giri. Anish won het gelijkstaande lopereindspel door het gewoon 99 zetten te blijven proberen.
Wie Anish Giri in levenden lijve wil zien schaken, kan het beste een competitiewedstrijd van HMC Den Bosch bezoeken. Zaterdag spelen ze uit in Voerendaal, maar op 10 mei speelt HMC thuis in het Hervion College.
In de partijen van Anish Giri heb ik geen enkel publiceerbaar trucje kunnen vinden. Opgave 236 komt uit een partij tussen Bernstein en Capablanca, Moskou 1914. Zwart aan zet wint.
In opgave 235 kan wit opmerkelijk genoeg winnen met 1. Ke1-d2!! Kf8xg7 2. a2-a3 en zwart kan zich niet zonder zware verliezen verweren tegen de dreiging 3. Ta1-a2 met damewinst.
Alle informatie over de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.
1 opmerking:
hoi Huub,
1. ... Txc3 2. Txc3 Pxc3 3. Txc3
Db2! en wint
Groetjes,
Ramón
Een reactie posten