Al in 1676 moet het café hebben bestaan. Oorspronkelijk was het gevestigd op de hoek van de Rue Saint Honoré en de Place du Palais Royal. In 1855 verhuisde het naar Rue Saint Honoré 161. Het was het stamcafé van schrijvers en intellectuelen. Ze vertoefden hier allemaal: Voltaire, Benjamin Franklin, Jean-Jacques Rousseau, Robespierre, Napoleon, Toergenjev, Karl Marx, Friedrich Ernst. En al die grootheden kwamen maar om één ding naar Café de la Régence: ze speelden er schaak. Het café was een aaneenschakeling van rokerige zaaltjes met schaaktafeltjes. En zelfs de bloeddorstigste volksmenners, revolutionairen en oorlogshitsers onder hen waren, net als alle andere passanten, slechts kanonnenvoer. Want hier resideerden 250 jaar lang zo ongeveer alle beroepsspelers van de wereld. Ze speelden, desnoods met voorgift of blind, tegen iedereen die zich een inzet kon veroorloven. En de kampioen van Café de la Régence was de sterkste schaker van de wereld; dat stond buiten kijf. François-André Danican Philidor (1726-1795), de grondlegger van het positiespel, maakte hier naam. En ook Paul Morphy (1837-1884), misschien wel het grootste schaakgenie aller tijden, werd pas in al zijn grootheid erkend nadat hij uit de Verenigde Staten naar Europa was gekomen om in Café de la Régence iedereen in te maken.
Het belangrijkste jaar voor Café de la Régence was echter 1834. Louis-Charles Mahé de La Bourdonnais (1795-1840), zowel aan de toog als op het schaakbord al sinds jaar en dag praktisch onverslaanbaar, was naar Londen gereisd om er een soort match om het wereldkampioenschap te spelen tegen de Ier Alexander McDonnell (1798-1835). McDonnell werd ingemaakt (51½ - 33½) en volgens sommige schaakhistorici werd dat zijn dood. Als nevenactiviteit werd een correspondentieschaakmatch georganiseerd tussen de Westminster Chess Club, waar La Bourdonnais en McDonnell speelden, en Café de la Régence. Het Franse team bestond uit Pierre Charles Fournier de Saint-Amant, Aaron Alexandre en twee schaakmeesters waarvan de voornaam niet bekend is: Boncourt en Chamouillet. De zetten werden met de postkoets en de boot over en weer gestuurd en de twee partijen zouden uiteindelijk ruim twee jaar duren. In Franse schaakkringen was in die dagen met zwart een opening in zwang die, vrij vertaald, “Koningspion 1 vooruit” werd genoemd. In algebraïsche notatie 1. e2-e4 e7-e6. Saint-Amant, de speler met de grootste reputatie van het gezelschap, overtuigde de anderen om in de correspondentiepartij die opzet te kiezen. Het werd een groot succes. Het perfide Albion werd ingemaakt en sindsdien wordt het systeem overal de Franse Verdediging genoemd.
De Franse Verdediging is een loopgravenoorlog waarin beide partijen zich achter een stevige pionnenstructuur verschansen. Maar toen de loopgraven in het begin van de 20e eeuw werkelijkheid werden, was het afgelopen met de schaakbeoefening in Café de la Régence. In 1916 werden de schaakzalen gesloten. Op diezelfde dag is de verloedering van Frankrijk ingezet. Na de oorlog werd de zaak verbouwd tot restaurant. Voordat het uiteindelijk werd opgedoekt, leidde Café de la Régence als middelmatige eettent nog decennialang een kwijnend bestaan. Tegenwoordig is op nummer 161 van de Rue Saint Honoré het Marokkaans Verkeersbureau gevestigd. Het moet niet gekker worden.
Een fatsoenlijke Franse partij uit die tijd heb ik niet kunnen ontdekken. Maar Pierre Charles Fournier de Saint-Amant (1800-1872) was wel degelijk een goede speler. Opgave 334 komt uit een partij tussen Saint-Amant en Howard Staunton, gespeeld in Café de la Régence in 1843. Wit speelde 1. d4-d5 e4xf3 (1. … Lf4 2. Dd1 exf3 3. Txe6 bood zwart betere overlevingskansen) 2. Te2xe6! Dc8-d8 en nu maakte wit het hardhandig uit. Ziet u hoe?
Vorige week hadden we maar liefst vier opgaves naar aanleiding van het diagram links, afkomstig uit een analyse van Greco.
333a: 10. ... Ke8-d7 11. Lh4xg5 De7-g7 is uit na 12. Lc4-e6+! Kd7xe6 13. Dh5-e8+ Pc6-e7 14. d4-d5 mat.
333b: 10. ... Ke8-d7 11. Lh4xg5 De7-f8 levert wit groot voordeel op na 12. Lc4-f7! (dreigt 13. Dg4 mat). Greco geeft nog 12. ... Pce7 13. dxe5 h6 14. Lh4 Th7 15. e6+ Kc6 16. Le8+ Dxe8 17. Dxe8+ enz.
333c: 10. ... Ke8-d8 11. Lh4xg5 Pg8-f6 12. Dh5-h6 Th8-f8 vind ik een heel indrukwekkende vondst van Greco. Fritz heeft het niet meteen door, maar wit bereikt groot voordeel met 13. f2-f4!! e5xd4? (Fritz houdt de zwarte stlling nog enigszins bij elkaar door 13. ... Pxd4 te suggereren) 14. e4-e5 d4xc3+ 15. Kg1-h1 c3xb2 16. e5xf6 b2xa1D 17. f6xe7+ Pc6xe7 18. Dh6xf8+ Kd8-d7 19. Pc4-b5+ Pe7-c6 20. Df8xe7 mat.
333d: Hier vroegen we de winst aan te tonen na 10. ... Ke8-f8. Deze laatste opgave is speciaal toegevoegd voor liefhebbers van historische curiositeiten. Verschillende bronnen, bijvoorbeeld Estrin, De Italiaanse Partij, Zutphen 1987, geven een partijtje tussen Jean Jacques Rousseau en de Prince de Conti - dat moet Louis Francois de Bourbon I (1717-1776) of II (1734-1814) zijn geweest -, dat gespeeld zou zijn in 1759. Estrin is vol lof over de zetvolgorde 11. Lxg5 Dg7 12. f4 exd4 13. f5 dxc3+ 14. Kh1 cxb2 15. Lxg8 bxa1D 16. f6 "en zwart, met een dame en een toren meer, moet opgeven" aldus Estrin. Daar klopt geen hout van, want 16. ... Daxf6 17. Txf6+ Dxf6 18. Lxf6 Txg8 (of 17. Lxf6 Dxg6) is eenvoudig gewonnen voor zwart. Wie bereid is even te zoeken, ziet al gauw dat 11. f2-f4! snel een eenvoudig wint.
Deze rubriek verschijnt wekelijks op donderdag in Brabants Centrum. Op Schaaksite.nl wordt elke donderdag een link geplaatst naar het nieuwste stukje op dit blog. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten