De eerste partij moet zijn superioriteitsgevoel hebben versterkt. Giri bereikte met zwart na een Koningsgambiet een toreneindspel met een pion meer, dat net niet te winnen was. Maar in de tweede partij ging onze jonge held lelijk in de fout. Short ontweek Giri’s specialiteit, het Catalaans, door in te gaan op de Moderne Benoni-verdediging. Dat bleek een goede keuze, want Giri werd weggespeeld. Dat hij nog met remise wegkwam, mag een wonder heten en zijn commentaar na afloop was ronduit brutaal: “Hij speelt nooit de Benoni en ik dacht dat hij er niets van af wist”.
Het verbaasde me dan ook niet dat Giri in de derde partij werd afgeslacht. Na Short’s zeer rustige opening (de juiste keuze tegen brutale jeugdspelers) koos Giri voor een veel te scherpe aanpak waarna hij als een kind werd weggespeeld.
Het pleit voor Giri dat hij de laatste partij won en zo de stand gelijk trok. Het was op het eerste gezicht een leuk potje, maar bij nader inzien bevalt het me geenszins. Op Chessbase.com, waar Giri zich eerder deze maand onderscheidde met zeer deskundige en kritische commentaren op de match Anand-Topalov, beweert hij dat hij door een onzorgvuldige zet een strategisch gewonnen stelling verknoeide. Dat kan best kloppen, maar het pion- en kwaliteitsoffer waar hij op de volgende zet voor koos, was volgens mij een serieuze verliespoging. Short verdedigde zich verre van optimaal en liet zich op zijn beurt als een kind wegspelen. 2-2 tegen Short is een goed resultaat, maar als Giri volgende maand in Eindhoven zijn Nederlandse titel wil prolongeren, zal hij uit een ander vaatje moeten tappen. Het NK is dit jaar zeer sterk bezet. Laat de match met Short een waarschuwing voor hem zijn.
Anish Giri’s spel in de laatste partij tegen Short was gebaseerd op een thema dat ‘eeuwige penning’ wordt genoemd. Deze rubriek is te klein om te bewijzen dat de penning niet zo funest had hoeven zijn. (Tenminste in de krant, maar op het web kan het natuurlijk wel; klik voor een analyse hier!) Daarom een schematisch voorbeeld uit Mein System van Nimzowitsch. Nimzowitsch beweert dat wit in deze stelling door een eeuwige penning zou kunnen winnen. Maar ook hij vergist zich. Opgave 321: wat was het idee van Nimzowitsch en waarom is het dan toch remise.
Opgave 320 kwam uit de partij Anne Haast-David Klein uit het Nederlands jeugdkampioenschap. Anne wimpelde de dreigende damevangst keurig af met 1. Pc4-d6! Nu faalt 1. … Tc7 op 2. Pb7! In de partij volgde 1. … Tb8-a8 2. Pd6xc8 Ta8xa7 3. Pc8xa7 Dd8-a8 (op 3. … Dc7 volgt ook 4. Pb5!) 4. Pa7-b5! en nu het paard ontsnapt, wint wit gemakkelijk met de vrije a-pion.
Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten