donderdag 16 november 2006

Geheugenverlies

Door Huub van Dongen

Alexander Ilyin werd in 1894 in St. Petersburg geboren. Hij leerde al vroeg schaken en als vijftienjarige kwalificeerde hij zich al voor de ijzersterke finale van het stadskampioenschap. Waarschijnlijk was hij ook in andere zaken nogal voorlijk, want in 1912 werd hij, net achttien, gearresteerd wegens zijn bemoeienissen met de Bolsjewistische beweging. Hij wist echter te ontsnappen en vluchtte naar Zwitserland waar hij in 1914 kampioen van Genève werd en in de middenmoot eindigde bij het landskampioenschap.

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar Rusland. Voor de zekerheid nam hij de naam Alexander Zhenevsky (Van Genève) aan, maar dat hielp niets. Hij werd onmiddellijk naar het front gestuurd waar hij al snel door een granaatscherf in zijn hoofd werd getroffen. Hij heeft ruim een jaar in ziekenhuizen gelegen en hij was z’n complete geheugen kwijt. Lezen, schrijven, zelfs de spelregels van het schaken kende hij niet meer.

Zhenevsky leerde het spel opnieuw, helemaal van voor af aan, en z’n reputatie groeide zo snel dat hij zijn Bolsjewistische vrienden, die na de Oktober Revolutie het schaakspel als een bourgeois-bezigheid wilden verbieden, wist te overtuigen dat schaken juist de intellectuele suprematie van Rusland zou kunnen bewijzen. Hij kreeg zijn zin en slaagde erin in de kortste keren overal in het land schaakscholen uit de grond te stampen. Toen in 1922 de Sovjetunie werd gesticht, was de hele schaakstructuur al klaar. Zelf speelde Alexander Ilyin Zhenevsky herhaaldelijk mee in het Sovjet-kampioenschap en wie zich daarvoor kwalificeert, is al een absolute topper. Maar als schaakpromotor was hij nóg succesvoller. Vanaf 1927 tot op heden, met drie heel korte onderbrekingen (Euwe, Fischer en Topalov), zijn alle wereldkampioenen altijd Russen of tenminste Sovjets geweest.

Misschien moet we op de schaakclub in Boxtel ook maar eens alles vergeten. Gewoon opnieuw beginnen met Oom Jan leert z‘n neefje schaken. En schaakklasjes oprichten op de basisscholen.

Opgave 147 komt uit een partij tussen wereldkampioen Capablanca met wit en Alexander Ilyin Zhenevsky, Moskou 1925. Wit heeft de vreselijke dreiging Tf1-f3-h3. Zwart heeft echter verder gekeken. Hoe rolt Zhenevsky de onverslaanbare wereldkampioen op?


Opgave 146, een driezet waar Gerard Smits in 1976 de eerste prijs mee behaalde in de compositiewedstrijd van het Parool, was buitengewoon lastig op te lossen. Na de sleutelzet 1. Lf7-g8 heeft zwart 48 verschillende zetten, maar op iedere zet is het mat in twee. Bijvoorbeeld: 1. ... Dg4 2. Lg3+ Dxg3 (Tf4 3. De7 mat) 3. Pc8 mat. Of 1. ... Df5 2. Lc5+ Dxc5 3. Pc8 mat. Of 1. ... De6 2. Dxe7+ Dxe7 3. Pc8 mat. Of 1. ... Tge5 2. Dxe7 Txe7 3. Lc5 mat. De volledige oplossing:
1.Bg8 [1.Qc3 Rc4 2.Qd3+ Rd4 3.Qxd4+ Rd5] 1...Qg4 [1...Qf5 2.Bc5+ Qxc5 3.Nc8#; 1...Qe6 2.Qxe7+ Qxe7 3.Nc8#; 1...Qd7 2.R1c6+ Qxc6 3.Nc8#; 1...Qc8+ of een andere damezet die c8 opgeeft 2.Nxc8#; 1...b4 2.Nc4+ (2.Qxe7+ Rxe7 3.Nc4#) 2...Rxc4 3.Qxe7#; 1...Ra4 of een andere torenzet die e7 loslaat 2.Qxe7#; 1...Re6 2.Qd4+ Rd5 3.Qxd5# (3.Nc8#) ; 1...Ree5 2.Bc5+ Rxc5 3.Qxe7#; 1...Rd5 2.Bg3+ Ree5 (2...Qxg3 3.Nc8#) 3.Qxe7#; 1...Rge5 2.Qxe7+ Rxe7 3.Bc5#; 1...Rf5 2.Nc8#; 1...Rh5 2.Bg3+ Qxg3 3.Nc8#; 1...e6 of e5 2.Qe7#; 1...Bf7 of xg6 of -c6 2.R1c6#; 1...Bd7 2.Nc8+ Bxc8 3.R1c6#] 2.Bg3+ Qxg3 [2...Rf4 3.Qxe7#; 2...Ree5 3.Qxe7#; 2...Rge5 3.Qxe7#; 2...Qf4 3.Nc8#; 2...e5 3.Qf8#] 3.Nc8# 1–0

Commentaar en opmerking kunt u plaatsen in 'comment'. Heel simpel, gewoon 'other' of 'anonymous' aanvinken. Ook de oplossing van het probleem van de week kunt u onder 'comment' plaatsen. U vindt er zelfs een hint.

1 opmerking:

Huub van Dongen zei

Alexander Ilyin Zhenevski heeft een harde tegenaanval waar Capablanca kennelijk niet op gerekend had. Een echt geforceerde winst zoeken we niet. Wel het opgeven van wat materiaal om de zwarte torens ideaal op te stellen. Zo ideaal, dat zelfs de onverslaanbare Capablanca het niet meer kon houden.