donderdag 8 mei 2008

Sergei Tiviakov

Vrijdag 2 mei is de in 1997 tot Nederlander genaturaliseerde Rus Sergei Tiviakov Europees Kampioen schaken geworden. De Volkskrant schreef er een klein stukje over. De televisie liet het natuurlijk afweten. Zaterdag was Jan Timman te gast in Dit was het Nieuws. Dat programma wordt een dag van te voren opgenomen, maar Tiviakov werd niet genoemd. Jammer, want over Tiviakov had Timman beslist iets leuks kunnen zeggen. Van het overige nieuws wist hij minder dan een ijsbeer die net uit z’n winterslaap is gewekt.

Hoewel het Europees Kampioenschap door de absolute wereldtop werd gemeden, mag de prestatie van Tiviakov niet worden onderschat. In een veld van maar liefst 337 schakers, waaronder minstens 150 sterke grootmeesters waarvan er maar liefst 30 een hogere rating hadden dan Tiviakov zelf, scoorde hij 8 ½ uit 11. Daarmee eindigde hij op de ongedeelde eerste plaats. Klasse! Hij speelde zeer efficiënt, was in geen enkele partij in gevaar en greep iedere geboden kans aan om de winst naar zich toe te trekken.

Toch had ik Timman wel eens over Tiviakov’s spel willen horen. Schaken is veel te moeilijk om alle complicaties te kunnen voorzien. Amateurs hebben de neiging zich onbekommerd op de moeilijkste verwikkelingen in te laten. De populairste topspelers doen dat ook, maar zij hebben de complicaties meestal thuis tot in detail voorbereid. Timman was door die strijdwijze in zijn topjaren een internationale held. Tiviakov speelt heel anders. Hij doet in iedere partij zijn uiterste best complicaties te vermijden. Zijn openingsvoorbereiding is erop gericht zo simpel mogelijke stellingen te krijgen. Hij speelt niet om te winnen, maar vooral om niet te verliezen. En dat is minstens zo saai als Timman op teevee.

Vooral met zwart speelt Tiviakov een hemeltergend soort afbraakschaak, puur gericht op vereenvoudiging. Zo rond de tiende zet, als de tegenstander moet kiezen om risico’s te nemen of alles af te ruilen, biedt hij remise aan. Hij krijgt nog meestal zijn zin ook. Ik vermoed dat de meeste van die korte remises van te voren zijn afgesproken. Een pure schande voor de schaaksport. Daar móet in de reglementen iets aan gedaan worden, want aan dit soort kampioenen hebben we niets.

Opgave 220 laat zo’n stukje afbraakschaak zien. De stelling ontstaat na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. Lxc6 dxc6 5. 0-0 Lg4 6. h3 h5 7. c3 Dd3. Iedere schakers van enig niveau weet nu dat wit nu 8. Te1 moet spelen als hij iets wil proberen. Maar in Mamedov-Sutovsky, twee andere toppers uit het EK in Skopje, volgde 8. h3xg4 h5xg4 9. Pf3xe5. Aan u de vraag: waarom is deze stelling meteen remise. Het werd al honderden keren eerder op precies dezelfde manier gespeeld. Allemaal afgesproken werk.


In opgave 219 speelde Daniël Stellwagen na 1. Lh5-g6? Lg7-f6! Waarna Portisch met wit zonder compensatie een stuk en de partij verliest. Portisch kon remise maken met 1. Pe7-g6+! h7xg6 (of 1. … Kg8 2. Pe7+) 2. Lh5xg6 Lg7-h6 3. Dd1-d7 Lh6-g7 4. Dd7-d1 met zetherhaling.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt u opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Wie geen blogger is, kan 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

Geen opmerkingen: