dinsdag 29 september 2009

Dubbelschaak overklast Sas van Gent

Persbericht Dubbelschaak
29 september 2009

Terwijl het eerste team van Sas van Gent in ’s-Hertogenbosch tegen Nederlands Kampioen Anish Giri en zijn teamgenoten van HMC Calder mochten aantreden, waren de Zeeuwse reserves in Boxtel bij Dubbelschaak te gast. De Brabantse gastvrijheid hebben de Zeeuwen aan de koffie kunnen ervaren, maar verder zullen ze niet veel plezier hebben beleefd aan hun uitstapje. In Den Bosch werd het 6-4, in Boxtel zelfs 6-2. Met deze uitstekende prestatie heeft Dubbelschaak zich duidelijk als kampioenskandidaat in de landelijke 3e klasse gemanifesteerd. De uitwedstrijd op 31 oktober tegen Overschie zal duidelijk moeten maken of dit vroege optimisme enige grond heeft.

Geen risico
De wedstrijd in Grand Café Rembrandt begon voorspoedig. Teamcaptain Martien van der Meijden gaf het goede voorbeeld door in een scherpe Siciliaanse opening met zwart een vergissing van zijn tegenstander hardhandig af te straffen. Ook op de meeste andere borden zag het er inmiddels florissant uit. Alleen Wil van Lankveld was in moeilijkheden, maar zelfs die leken niet onoverkomelijk.

De situatie was zo rooskleurig dat snel ieder risico werd uitgebannen. Hans Heijstek bood in een iets betere stelling remise aan, hetgeen werd geaccepteerd. En Huub van Dongen forceerde in een scherpe onoverzichtelijke stelling met een stukoffer eeuwig schaak. Dat Van Lankveld na een blunder plotseling verloor, mocht de pret niet drukken, want alle andere borden stonden zeer goed tot gewonnen.

Dat Dubbelschakers degelijk en nauwkeurig kunnen spelen, bleek in het vervolg. Eerst wonnen Rob van Meurs en Peter Boll gedecideerd hun partijen. Vervolgens troefde Michel van der Stee zijn tegenstander met een kleine combinatie af, waarna Guido Jansen op het eerste bord het karwei deskundig afrondde. Hij had eerder in de partij via een pionoffer het initiatief naar zich toegetrokken. Zijn tegenstander had zeeën van tijd nodig om de vele dreigingen af te wenden en kwam daardoor dusdanig in tijdnood dat ongelukken niet konden uitblijven. Jansen won materiaal om vervolgens het eindspel vaardig af te handelen.

Dubbelschaak-2 kansloos in Oss
Het tweede team van Dubbelschaak had in de uitwedstrijd tegen Oss minder succes. Met vier invallers voor late vakantiegangers was er weinig eer te behalen. Alleen Ebe Reitsma wist te winnen. De eindstand werd 3-5.

De volledige uitslagen in de KNSB 3e klasse F vindt u hier.
De uitslagen van de NBSB promotieklasse staan daar.

donderdag 24 september 2009

Anish Giri


In acht zware langdurige partijen tegen de top van Nederland heeft Anish Giri vorige week met ogenschijnlijk gemak 6 uit 8 gescoord en zo het Nederland Kampioenschap schaken gewonnen. Vijf en zeventig procent! Tegen bijna allemaal doorgewinterde professionals. Dat is ontzettend veel voor een jongetje van vijftien dat gewoon iedere dag naar 3 VWO gaat. Hij was er zelf na afloop nog al bescheiden over. Maar daar was bepaald geen reden toe.

Ik heb de partijen van Anish Giri met stomme verbazing nagespeeld. Het leek hem in geen enkele partij opzichtig mee te zitten. Integendeel: in de eerste ronde had de als nummer twee geplaatste Sipke Ernst echt mazzel dat hij nog een remise-eindspel kon bereiken. Ook kreeg Anish in het hele toernooi in geen enkele partij door opzichtige fouten van zijn tegenstanders de winst in de schoot geworpen. Hij moest er iedere partij voor knokken, maar daarbij kwam hij zelf nooit in gevaar. De grootse stijl waarop de grootmeesters Friso Nijboer en Karel van der Weide werden weggevaagd, deed door de diepzinnige positionele offers zelfs aan Kasparov denken.

Het enige dat wel meezat, was de vroegtijdige aftocht van Sergei Tiviakov na een conflict met de scheidsrechter. Tiviakov is een absolute wereldtopper. Giri scoorde in het kampioenschap beduidend meer punten dan op grond van zijn rating mocht worden verwacht, maar voor Tiviakov is zo’n score normaal. Bovendien had Giri na Tiviakov’s vertrek een wel heel gunstige kleurverdeling: vijf keer wit en drie keer zwart. Zou hij ook met Tiviakov hebben gewonnen?

We hoeven niet lang te wachten op een confrontatie. Van 16 tot en met 24 oktober wordt in Hoogeveen het Univé Schaaktoernooi gehouden. Daar zal Giri het behalve tegen Tiviakov moeten opnemen tegen Vassily Ivanchuk en Judith Polgar. Ik vraag me af of het verstandig is zo’n jonge jongen tegen zulke kanonnen te laten spelen. In de dubbelrondige vierkamp hoeft hij gezien zijn rating nauwelijks meer dan 1½ uit 6 te scoren, maar dat voelt iedere jeugdspeler natuurlijk als een afgang. Gelukkig is Giri niet bang.












De leukste zet uit het NK kwam ook op naam van Anish Giri. Frans Cuijpers had met zwart zo juist 39. … a5-a4 gespeeld. Dat was fout. Opgave 286: Ziet u waarom?












In de stelling van opgave 285 maakte Robin Swinkels het tegen Tiviakov heel simpel uit met 37. Dd6-c6! Dameruil is niet te vermijden. Daarna zijn wits lopers zo superieur aan de zwarte paarden dat wit snel promoveert. 37. … De8xc6 38. Ld5xc6 Pa8-c7 39. d4-d5 Pe6xg5 40. d5-d6 Pc7-e6 41.d6-d7 Pe6-d8 42.Lc6-d5 Pg5-e6 43.Lb4-e7 en zwart gaf op.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

donderdag 17 september 2009

Schandaal

In alle sporten hebben scheidsrechters het moeilijk. Als ze al geen bal door de strot krijgen geduwd, worden ze uitgescholden. Zelfs in de schaaksport, waar de scheidsrechters meestal letterlijk zitten te slapen, lopen de emoties soms hoog op.

Deze week wordt in Haaksbergen het Nederland Kampioenschap gespeeld. De scheidsrechter kon meteen aan de bak, want de nummer één van de Nederlandse ranglijst, Sergei Tiviakov, kwam - al voor het toernooi afgelopen vrijdag goed en wel was begonnen - remise overeen met Sipke Ernst, zijn tegenstander komende zondag in de laatste ronde. Zo creëerde hij een dag vrij, om mee te kunnen doen in een lucratieve wedstrijd in de Kroatische clubcompetitie. Tiviakov’s handelwijze is zonder meer een grove belediging voor het publiek en de organisatoren. De scheidsrechter bij het toernooi wees er dan ook terecht op dat iedereen die tijdens een ronde niet aan het bord verschijnt een reglementaire nederlaag krijgt toebedeeld.

Er gingen een paar dagen overheen. Schaken is voor zo ver ik weet de enige sport waar met de scheidsrechter over van alles en nog wat onderhandeld kan worden. Maar die hield voet bij stuk, terwijl de KNSB bovendien liet weten dat afwezigheid bij de prijsuitreiking contractbreuk inhield. Na afloop van de derde ronde besloot Tiviakov daarop om zich terug te trekken uit het toernooi.

Zo is een situatie ontstaan die voor iedereen onbevredigend is. Het toernooi was al gedevalueerd door het onvermogen van de schaakbond om voldoende sponsors te vinden. Toppers als Van Wely, Smeets, Stellwagen en Timman spelen daarom niet mee. Voor de bedrijven die wel geld in het toernooi staken, is de aftocht van Tiviakov een klap in het gezicht en ook de schaakliefhebber mag zich bekocht voelen. Bovendien verliest het toernooi voor de overige deelnemers veel van zijn aantrekkelijkheid. Weliswaar hebben allerlei subtoppers nu een gerede kans Nederlands Kampioen te worden, maar meerdere spelers deden uitsluitend mee om te proberen een grootmeesterresultaat te scoren en dat zit er zonder de deelname van Tiviakov niet meer in. Het zou mij niets verbazen als deze week talloze heftig geuite frustraties de landelijke pers halen: spelers die met stukken gaan smijten, sponsors die hun steun intrekken, relletjes onder het publiek …

Het zwaarst benadeeld is de jonge grootmeester Robin Swinkels uit Asten. Hij verkeert al een jaar lang in bloedvorm en wist in de tweede ronde zelfs de grote Tiviakov te verslaan. Het is de vraag of hij, nu alle uitslagen van Tiviakov worden geschrapt, alsnog voor de titel kan gaan.


In de diagramstelling heeft Swinkels met wit Tiviakov al behoorlijk ingemetseld. Hij speelde hier de klassieke doorbraak 34. f4-f5! Ld3xf5 (ook na andere zetten wordt zwart snel onder de voet gelopen) 35. Pe3xf5 e6xf5 36. Lg2xd5 Pf8-e6 om de partij vervolgens met een zeer prozaïsche zet snel te beslissen. Opgave 285: ziet u het ook?

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl. De foto bij dit artikel is van Ab Scheel.

donderdag 10 september 2009

Les 10: schaken op een club

De afgelopen weken zijn in mijn schaakrubriek in Brabants Centrum de spelregels van het schaakspel behandeld. U kunt alles nalezen op dit schaakblog, inclusief een aantal aanvullingen. Als u wilt, kunt u hier zelfs een A4-tje downloaden met alle regels en enkele tips. Rest ons alleen nog een paar aanvullingen die voor het schaken op een club van belang zijn.

In lang vervlogen tijden mochten schakers zo lang over hun zetten nadenken als ze wilden. Uiteraard leidde dat nog al eens tot wrijvingen. In 1834 werd in Londen een schaakmatch gespeeld tussen de twee beste spelers uit die tijd: de aan lager wal geraakte Franse edelman Louis Charles Mahé de la Bourdonnais (zie afbeelding) en de welgestelde Ier Alexander Macdonnell. Macdonnell had de gewoonte regelmatig een uur of anderhalf voor een zet uit te trekken. De la Bourdonnais, die veel sterker was en de match over bijna honderd partijen met overweldigende cijfers won, speelde uit de losse hand: meestal antwoordde hij meteen. Tot openlijke woordenwisselingen aan het bord kwam het nooit (Macdonnell sprak geen woord Frans en De La Bourdonnais geen Engels), maar uit ooggetuigenverslagen wordt duidelijk dat De la Bourdonnais zich tijdens de partijen meestal onder het publiek begaf, daar drinkend en vloekend voorgavepartijtjes speelde en soms luidkeels begon te zingen. Macdonnell gedroeg zich intussen zoals het een onverstoorbare Brit betaamd, maar ook hem gingen de spanningen niet in het gentleman’s outfit zitten. Kort na de match is hij overleden, naar verluid aan totale uitputting. Eén van de mooiste partijen tussen Macdonnell en De la Bourdonnais vindt u hier. Krijgt u er niet genoeg van: alle bekende partijen staan ook op het web.

Even is er nog geëxperimenteerd met zandlopers om de bedenktijd te reguleren, maar pas in het London International Chess Tournament van 1883 kwam aan dit soort schrijnende taferelen definitief een einde: de schaakklok werd geïntroduceerd. Op de afbeelding ziet u de fatorini schaakklok die in Londen werd gebruikt. Daarmee werd voor beide partijen een limiet aan de bedenktijd gesteld. Het principe is heel eenvoudig. Men gebruikt twee uurwerken: het ene loopt als wit aan zet is, het andere als zwart moet zetten. Wie zijn zet doet, brengt door een druk op een knop z’n eigen uurwerk tot stilstand en het andere in beweging. Wie de maximale bedenktijd overschrijdt, heeft verloren. De spelers moeten met dezelfde hand waarmee ze de zet doen, de klok bedienen.

Op schaakverenigingen wordt altijd met klok gespeeld. In de KNSB-competitie geldt tegenwoordig een bedenktijd van twee uur per persoon voor veertig zetten, gevolgd door een uur voor de rest van de partij. De partij duurt dan maximaal zes uur. Op clubavonden van verenigingen wordt de maximale lengte van de partij beperkt tot vier uur, maar er zijn ook competities met snellere speeltempo’s.

Een ander struikelblok voor beginnende clubspelers is vaak de notatie van de zetten. De la Bourdonnais en Macdonnell hadden daar een secretaris voor in dienst, maar tegenwoordig wordt iedereen geacht dat zelf te doen. Iedere schaakclub heeft daarvoor speciale notatiebiljetten of notatieboekjes en bijna iedereen maakt gebruik van de algebraïsche notatie, een uitvinding van Philidor, die ik tijdens deze cursus met minimale uitleg af en toe al heb geïntroduceerd. De coördinaten naast het bord wijzen de weg. Heel kort: 1. Pg1-f3 betekent dat wit op zet één zijn paard van g1 naar f3 zet. Veel clubspelers gebruiken de korte notatie: 1. Pf3 waarbij ze dus alleen het veld opschrijven waar het paard naar toe gaat. Meer hoeft u voorlopig niet te weten: de rest wordt op de club wel uitgelegd.


Ten slotte moet u er nog aan wennen dat er nog al wat pestkoppen tussen de schakers zitten. Fischer legde toen hij als 15-jarig broekie tot de wereldtop bleek te behoren zijn Russische collegagrootmeesters graag bovenstaande stelling voor. Mat in één zet, was de opgave. Dat moet voor een grootmeester natuurlijk doodsimpel zijn, maar ze zagen het niet. Er zit dan ook een addertje onder het gras: er staan negen zwarte pionnen op het bord en dat kan natuurlijk niet. Haal je één pion weg, welke dan ook, dan lukt het wel. Steeds op een andere manier. Kunt u deze negen problemen oplossen?

Heeft u na deze cursus zin om bij een schaakclub te gaan? Dat kan nog net. Dinsdag 15 september beginnen alle competities weer bij Dubbelschaak. U kunt zich aanmelden via dubbelschaak.nl. U vindt daar ook informatie over een schaakcursus voor clubspelers die nog deze maand van start gaat.

donderdag 3 september 2009

Les 9: En passant slaan

Dubbelschaak probeert een club te zijn die op landelijk niveau behoorlijke prestaties levert, maar ook veel te bieden heeft voor recreatieve schakers. Iedereen mag op dinsdagavond binnenlopen in Grand Café Rembrandt om een partijtje te spelen. Wie thuis wel eens schaakt, vindt het vaak leuk op de club. Onderling worden verschillende competities gespeeld en er is altijd iets te beleven. Nu u deze beginnerscursus heeft gevolgd, staat niets een wekelijks schaakavondje meer in de weg. U hoeft nog maar één regel te onthouden: en passant slaan.

Toen Rembrandt nog ’t Huiske heette, kwam iedere week een groepje van vier huisschakers langs. Ze wilden liever niet in de speelzaal boven schaken, maar bleven meestal beneden in het café. Daar speelden ze hun partijtjes onder het genot van een borreltje en een sigaar. Omdat ze een vast plekje aan het raam hadden, werden ze door de overige leden de ‘raamschakers’ genoemd. Na afloop van hun partijen wilde één van de routiniers altijd wel een paar aanwijzingen geven hoe het allemaal beter gespeeld had kunnen worden. Als de raamschakers gewezen werden op de mogelijkheid ‘en passant’ te slaan, bezigden ze steevast de keurig rijmende woorden: “En passant, daar doen wij niet aon.”

Toch is de ‘en passant regel’ heel eenvoudig. Wanneer een pion vanuit de beginstelling twee velden oprukt en daarbij naast een vijandelijke pion komt te staan, mag de tegenstander met zijn pion de opgerukte pion slaan alsof die maar één veldje is opgerukt. Kijk maar naar de diagrammen in de linkerkolom. Daar wordt gespeeld: 1. ... c7-c5 2. d5xc6 en passant. En passant slaan mag alleen op de eerst volgende zet nadat de pion is opgerukt. Wie een zet wacht, verspeelt zijn kans. Veel huisschakers kennen de regel niet. Clubschakers natuurlijk wel, maar zelfs grootmeesters verkijken zich wel eens op het verrassende effect. In het voorbeeld hiernaast is na 2. d5xc6 in één klap de 5e rij helemaal vrij, waar een moment eerder nog twee pionnen stonden. Ook de plotselinge onderbreking van de diagonaal a4-e8 is het visuele voorstellingsvermogen van de mens wel eens te veel.

In de derde ronde van het NH Chess Tournament dat afgelopen week in Grand Hotel Krasnapolsky in Amsterdam werd gehouden, kwam nevenstaande stelling op het bord tijdens de partij tussen Alexander Beljavsky en de Amerikaanse kampioen Hikaru Nakamura. Beljavsky, die decennialang in de toptien van de wereldranglijst stond, speelde 28. Lc5xa7. Ik ben er vrij zeker van dat hij zwarts volgende zet totaal over het hoofd heeft gezien. Zwart speelde 28. … b7-b5! Een simpele vork (de pion valt twee witte stukken aan), ware het niet dat wit 29. a5xb6 (en passant) kan spelen. Dan staat door de onderbreking van de diagonaal g1-a7 de loper op a7 dermate buitenspel dat zwart snel mat kan geven. Ziet u hoe?

Op 8 september houdt Dubbelschaak de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering in Grand Café Rembrandt. Dat gaat niet lang duren en na afloop mag u gerust een partijtje komen spelen. Als u het leuk vindt, kunt u op 15 september al met de interne competitie meedoen. Volgende week wordt deze cursus afgesloten met nog wat bijzaken over het schaken op een vereniging. Hoe dat er aan toegaat, kunt u overigens ook lezen op dubbelschaak.nl.