donderdag 28 mei 2009

Chess Strategy

De Internationale Meestertitel in het schaken wordt wel eens vergeleken met een universitaire graad. Talent en een jaar of zes keihard studeren moet voldoende zijn om je Master of Arts te mogen noemen, vergelijkbaar met de oude doctorandustitel, of Internationaal Meester wanneer je je liever op schaken toelegt. Noch op de universiteit, noch in het schaakspel heb ik het ooit gered. Mijn jeugdvriendje Herman Grooten wel. In de schaaksport, bedoel ik. Hij is Internationaal Meester. En wat zou hij graag promoveren. Grootmeester: dat is nog meer dan een doctorstitel. Alleen bereikbaar voor de echte straatvechters onder de bollebozen die in de toernooiarena keihard van zich af weten te slaan.

Vorige week belde Herman me op. Of het uitkwam … ja natuurlijk!

Hij bracht een boek voor me mee, Chess Strategy for Club Players, vers van de pers. Ik wist dat hij al jaren werkte aan een magnum opus. Voor een eerder veel bescheidener Nederlandstalig paperbackje over hetzelfde onderwerp had ik zelfs wel eens een voorwoord geschreven. Dat boek zou in het Engels vertaald worden, wist ik, en dit was het dan. Maar het boek dat ik overhandigd kreeg, was veel meer. Een knuppel van ruim vierhonderd pagina’s, vol fantastische schaakfragmenten waar het plezier van afspat. Het is een lofzang vol pure liefde voor het schaakspel, methodologisch gerangschikt, zodat het materiaal bruikbaar is voor ijverige schaakstudenten en hun trainers. Een prachtboek. Een proefschrift, waar Herman de grootmeestertitel voor verdient.

Wat zou ik met veel genoegen zijn paranimf zijn. Ik heb toch al gauw vijf meter schaakliteratuur in mijn boekenkast staan, maar dit boek hoort bij de top. Mooi geschreven, soms zelfs spannend, in stijlvol Engels, met als inhoud alles wat het schaakspel zo boeiend maakt. Ik zou alleen nog even wakker liggen van de kritische vragen van de heren professoren.

Grooten baseert zijn levenswerk op de ‘Elementen van Steinitz’. Wilhelm Steinitz domineerde de schaakwereld decennialang en was de allereerste officiële wereldkampioen van 1886 tot 1894. Hij ontdekte de basisprincipes van de schaakstrategie, die hij onderverdeelde in permanente en tijdelijke voordelen die vanaf het begin van een partij nagestreefd dienen te worden. Maar juist dat onderscheid rammelt. En zelfs de meest statische grondslagen van Steinitz’ leer, zijn door de moderne dynamiek achterhaald.

Grooten onderkent dat in zijn boek ook. Misschien een beetje te voorzichtig, denk ik. Maar daar lul ik hem wel uit. “Kijk dan naar de voorbeelden”, zou ik zeggen op de kritische vragen van de oppositie tijdens de promotieplechtigheid. “Alles is door de nieuwste schaaksoftware gecheckt Zo komen ook de modernste opvattingen aan de orde.” En trillend op mijn benen zou ik de grootmeesters toevoegen dat ze mogen hopen dat de clubschakers dit boek niet uit en te na zullen bestuderen. Want dat zou niet alleen een gesjeesde student zoals ik van zijn plaatselijke kampioenschappen beroven, maar ook het hele grootmeestersgilde van allerlei gemakkelijke overwinningen op eenvoudige amateurs. Er is geen boek dat ik u met zoveel plezier aanbeveel.



Opgave 272 van deze rubriek is een oefening uit Herman Grootens boek. Zwart (Herman zelf) heeft een pion geofferd voor een sterke loper en actieve stukken. Hij vraagt de lezer of de tijd al rijp is voor een combinatie. Zwart is aan zet.



In de stelling van de opgave van vorige week gaf de zwartspeler op. Ten onrechte. Hij kon winnen met 1. ... De2-g4!! (of 1. ... Dd1+ 2. Kh2! Dg4!!). Daarmee haalt hij het mat uit de stelling en blijft minstens een toren voor.

Herman Grooten, Chess Strategy for Club Players, New in Chess 2009, ISBN-13: 978-90-5691-268-0.

Het boek is ook verkrijgbaar bij De Beste Zet. Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vind je op dubbelschaak.nl.

vrijdag 22 mei 2009

Verliezen om te winnen

Het schaakspel heeft een eeuwenlange geschiedenis. Alle competitievormen en speelschema’s zijn uitgeprobeerd en tot in de puntjes geoptimaliseerd. Toch zijn er nog altijd lieden die het beter denken te weten. Zo bedacht het Dubbelschaak-bestuur enkele jaren geleden een geheel nieuwe opzet voor het clubkampioenschap.

Bij Dubbelschaak worden de leden op sterkte ingedeeld in poules van zes spelers. In een seizoen worden vier cycli van die poulewedstrijden afgewerkt. Heel gewoon met promotie en degradatie. Maar de puntentelling voor het clubkampioenschap is revolutionair: de nummer één in de eindrangschikking van poule 1 krijgt één kampioenspunt, nummer twee krijgt twee punten, enzovoorts. Degene met het laagste totaal plaatst zich voor de play-offs. Aangevuld met iedereen die niet meer dan drie kampioenspunten achterstand heeft.

“Er heeft nog nooit iemand gewonnen door op te geven!” Het zijn gevleugelde woorden in de schaaksport. De kans bestaat dat er in Boxtel binnenkort een situatie ontstaat waarin het om te winnen verstandig is keihard te capituleren. Voor het mooi zijn natuurlijk liefst in een gewonnen stelling!

Wat is er aan de hand? Na drie van de vier periodes is er één speler zeker van de play-offs. Dat ben ik zelf. Twee spelers kunnen zich nog plaatsen: Peter Boll, maar alleen als hij de vierde periode wint, en Job de Lange als hij in de laatste periode hoger eindigt dan de vierde plaats. Maar stel nou eens dat Peter Boll het niet haalt (dat is niet onredelijk, want hij heeft nog nooit eerder een periodetitel behaald). En stel nou eens dat ik net als in twee van de drie vorige periodes opnieuw met enige voorsprong eerste wordt (ook niet zo’n gekke veronderstelling, want ik heb Job in de vierde periode al verslagen). Dan kan in één van de laatste ronden wel eens een heel vreemde situatie ontstaan, waarin voor mij verliezen belangrijker is dan winnen. Om zonder play-offs kampioen te worden, hoef ik dan immers alleen nog een achtervolger te helpen om Job te passeren.

Zoals u merkt, proberen schakers ook buiten het schaakbord ver vooruit te denken. Veel resultaat levert dat niet altijd op.



Opgeven in een gewonnen stelling komt overigens vrij regelmatig voor. Tim Krabbé noemt het ‘de ultieme blunder’. Opgave 241 is een voorbeeld. Zwart is zo juist verrast door een wit dameoffer op f6. Hij zag geen mogelijkheid meer om zich te verdedigen en gaf de partij op. Ziet u hoe zwart kan winnen?



Opgave 240 kwam uit een vluggertje met één minuut bedenktijd tussen Bronstein en Spassky. Bronstein won met 1. Tf1-f5+ Pd4xf5 2. c2-c4 mat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.

Snelschaken

Dinsdag 26 mei staat in Grand Café Rembrandt het snelschaakkampioenschap van Dubbelschaak op het programma. Voor wie liever geen urenlange partijen speelt, is het een mooie gelegenheid om een keer mee te doen. Ook niet-leden zijn welkom. Maar vergist u zich niet: snelschaken met maar vijf minuten bedenktijd per persoon per partij is een uiterst inspannende en slopende activiteit. Het is een kwestie van ultieme concentratie. Bovendien kunnen de emotie hoog oplopen, vooral als er stukken worden omgestoten, of wanneer iemand in een dooie remise stelling de tegenstander door zijn bedenktijd probeert te jagen. Vooral als het ergens om gaat, zoals een clubkampioenschap, gieren bij de meeste spelers de zenuwen door de keel. U begrijpt het al: snelschaken is ook voor de toeschouwer een fantastisch tafereel. U bent van harte welkom.

Heel anders gaat het er aan toe als geroutineerde schakers voor hun plezier in het café snelschaken. Dan gaat het er vooral om verrassende trucs uit te halen en tegelijkertijd met allerlei praatjes de tegenstander om de tuin te leiden. Je kunt dan de gekste opmerkingen horen: “Ben ik aan zet?” “Doet ie dat echt?” “Dat heb je niet gezien hè!” “Ja, hoor, het is weer klaar!”

Afgelopen zaterdag ging het eerste team van Dubbelschaak na de wedstrijd tegen Stein eten bij de Italiaan op Fellenoord. Over de wedstrijd was iedereen gauw uitgepraat. Toen kwamen, zoals het mannen onder elkaar betaamt, allerlei cabaretteksten aan bod. Vooral Koot en Bie bleken nog goed in de herinnering te liggen. De ultieme verzetsdaad van hun gebroeders Gé en Arie Temmes, die in de oorlog een Duister de verkeerde kant op stuurden toen hij naar het station vroeg, wekte weer veel hilariteit op.

Later op de avond werd er bij een van de spelers thuis nog even gesnelschaakt onder het genot van flink wat bier en wijn. Wie er mee begon, weet ik niet meer, maar al gauw werd bij iedere verrassende zet door alle aanwezigen “Do ist der Bahnhof!” geroepen. Want daar gaat het natuurlijk om bij snelschaken: de tegenstander de verkeerde kant op sturen.


In een vluggertje met één minuut bedenktijd kregen Bronstein en Spassky na 13 zetten de stelling van opgave 240. Wit speelde verrassend 1. Te1xe6! Kd7xe6 2. Pc3xd5! Zwart zit opeens in een moeilijk parket. 2. … Pxd5 3. Df5+ Ke7 4. Df7 is mat. Spassky speelde 2. … Pc6xd4 3. Df3-e3 Ke6xd5. Het is nu mat in twee en u mag er zo lang over nadenken als u wilt.



Opgave 239 van Bondarenko illustreert fraai de kracht van een Zwickmühle. Wit wint steeds een tempo om weer een stuk te pakken. 1. Tg8-h8+!! Kh7xh8 2. Tc5-c8+ Kh8-h7 3. Lf7-g8+ Kh7-h8 4. Lg8-xe6+ Kh8-h7 5. Le6-g8+ Kh7-h8 6. Lg8xd5+ Kh8-h7 7. Ld5-g8+ Kh7-h8 8. Lg8xc4+ Kh8-h7 9. Lc4-g8+ Kh7-h8 10. Lg8-xb3+ Kh8-h7 11. Lb3-g8+ Kh7-h8 12. Lg8xa2+ Kh7 13. La2-g8+ Kh7-h8 14. Lg8-b3+ Kh8-h7 15. Lb3xf7+ en wit wint gemakkelijk.

Wie nu nog niet begrijpt hoe leuk schaken is, kan maar beter geen lid worden van de club. Anderen verwijs ik voor alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel graag naar dubbelschaak.nl.

Dubbelschaak derde

5½ - 2½ uit in Stein

Na een even gemakkelijke als overtuigende overwinning op Stein-2 in het verre Zuid-Limburg is Dubbelschaak in de eindrangschikking van de 3e klasse van de KNSB-competitie op een derde plaats geëindigd. Het Boxtelse team kwam uiteindelijk maar één competitiepunt te kort op de koplopers Veenendaal en D4 uit Oosterhout. Die vochten in de laatste ronde onderling een ware kraker uit. D4, een team met bij elkaar gebracht jong talent uit België en Nederland, won nipt met 4½ – 3½, maar dat was net een half puntje te weinig om Veenendaal van promotie af te houden.

De wedstrijd van Dubbelschaak begon een beetje moeizaam. Routinier Huub van Dongen speelde direct na de opening een scherpe combinatie. In de vooruitberekening had hij echter een venijnige tussenzet gemist waarna hij meteen kon opgeven. Gelukkig trok Guido Jansen op bord één de stand slechts enkele minuten later gelijk. Hij heeft dit jaar een eigen bestrijdingswijze van een van de belangrijkste varianten van de Hollandse Verdediging ontwikkeld. Eerder dit seizoen won hij er al een belangrijke partij mee van FIDE-meester Dirk van Dooren. De minder geroutineerde topper uit Stein kwam er evenmin aan te pas.

Dubbelschaak duidelijk te sterk

Bij deze 1-1 stand begon de match pas echt. Dubbelschaak stond op alle borden heel bevredigend en bleek ook veel beter in de afwerking. Zo won Martien van der Meijden op het derde bord uiteindelijk met een fraaie mataanval en slaagde Rob van Meurs erin een toren van zijn tegenstander in te sluiten. Peter Boll, die de hele partij iets beter stond, berustte gezien de goede vooruitzichten op de andere borden in remise. En als Michiel Luijpen zich met een stuk meer niet had laten bedriegen, was de wedstrijd al over geweest.

Nu moest er met een 3½ - 2½ tussenstand nog even stevig doorgeknokt worden door Hans Heijstek en Michel van der Stee. Heijstek scoorde het verlossende punt nadat hij een afwikkeling naar het eindspel veel beter had beoordeeld dan zijn tegenstander en ook Van der Stee won uiteindelijk toen hij in het eindspel de ene pion na de andere kon ophalen.

Zware concurrentie voor volgend seizoen

De uitslag betekende rechtstreekse degradatie voor Stein-2. Dubbelschaak mag het volgend seizoen opnieuw in de KNSB-competitie proberen. Gemakkelijk zal het niet worden, want behalve het talententeam van D4 uit Oosterhout, krijgt Dubbelschaak te maken met HMC Calder-3 uit Den Bosch dat uit de promotieklasse van de NBSB promoveerde. HMC Calder-3 won in de laatste ronde met maar liefst 8-0 van Dubbelschaak-2. Dat geeft wel aan welk niveau er van de Bosschenaren mag worden verwacht.

Rob van Meurs topscorer

Terugblikkend op het seizoen mag geconstateerd worden dat veel Boxtelnaren matig tot slecht gepresteerd hebben in deze competitie. De enige uitzondering was Rob van Meurs. Met 8 uit 9 werd hij niet alleen topscorer van de poule, hij haalde er ook de fel begeerde Walhoofd-bokaal mee binnen, de wisseltrofee die indertijd door De Waltoren in het leven is geroepen voor de beste score van de club in alle teams in de externe competitie.

Pandemonium

Kent u de legende van de rijstkorreltjes nog? De uitvinder van het schaakspel vroeg als beloning één rijstkorreltje op het eerste veld van het schaakbord, twee op het tweede, vier op het derde en zo steeds verdubbelend verder voor alle vierenzestig velden. Dat leek niet veel, maar het totaal is 2 tot de macht 64 – 1 en dat is maar liefst 18 triljoen 446 biljard 774 biljoen 073 miljard 709 miljoen 551 duizend 615.

Zo snel kan het gaan. Als één grieppatiënt twee mensen aansteekt – laten we zeggen op één dag en dan verder niet meer –, dan zijn na een week 127 mensen besmet, na twee weken 16.383, na drie weken 2.097.151 en na vier weken 268.435.455. Vijf dagen later hebben we het allemaal en gaan we allemaal dood.

Als de mensheid aan haar einde komt, is het gelukkig ook afgelopen met alle onzinnige apocalyptische voorspellingen. Wanneer het niet gewoon het einde der tijden is, is het wel een meteoor, de bom, de klimaatverandering of een pandemie waar we voor vrezen. De media buitelen over elkaar heen om zogenaamd genuanceerd en zonder paniek te zaaien kond te doen van het naderende onheil. Vandaag besteedt zelfs de schaakrubriek er al aandacht aan. Weliswaar om u gerust te stellen, maar toch. Volgens de schrijver is er niets aan de hand. Er is niet eens een epidemie. En hoogstwaarschijnlijk gaan er in een stad als Mexico City, waar dertig miljoen mensen op een kluitje wonen en de bewoners om ruimte te sparen in de metro zelfs onder de banken gaan liggen, elke dag wel honderdvijftig mensen dood aan griepachtige verschijnselen. Van een pandemie is al helemaal geen sprake. Vooralsnog is het slechts een pandemonium.

Zoals zo vaak kan de mensheid veel van het schaakspel leren. In 1925 verscheen Mein System van Aäron Nimzowitsch, een van de beroemdste boeken uit de schaakliteratuur. Nimzowitsch adviseert een heel bijzondere strategie, waarin alle latente dreigingen van de tegenstander, al lang voordat ze manifest worden, in de kiem worden gesmoord. ‘Prophylaxe’ noemt hij dat, een begrip uit de medische wetenschap. Jezelf niet verzwakken is het geheim. Zoiets als gezond leven dus. Dan heb je van een griepje echt niets te vrezen.

Overigens is deze rubriek wegens vakantieperikelen al lang voor de verschijningsdatum geschreven. Als ie niet verschijnt, hebben we een groot probleem. Maar mocht u dit lezen, dan bewijst dat het gelijk van de schrijver.



Dat er ook in het schaakspel veel slachtoffers kunnen vallen, bewijst opgave 239, een studie van Bondarenko. Wit speelt en wint.



Anne Haast won in de stelling van opgave 238 met 1. Te6xg6!! De witte dame is nu onkwetsbaar wegens 2. Lf6 mat. Zwart rest niets anders dan 1. … h7xg6 2. Lg5-f6+ Kh8-h7 3. Dg4-h4+ Kh7-g8 4. Dh4-h8+ Kg8-f7 5. Dh8-g7+ Kf7-e6 6. Ta1-e1+ Ke6-f5 7. g2-g4+ Kf5xg4 8. Dg7xg6+ Kg4-f3 9. Dg6-g2+ Kf3-f4 10. Dg2-g3+ Kf4-f5 11. Dg3-g5 mat.

Alle informatie over de beoefening van de schaaksport in Boxtel vindt u op dubbelschaak.nl.