maandag 27 augustus 2007

Discriminatie

Door Huub van Dongen

“Een schaakprobleem waarin een pion vier zetten kan doen?”
“Ja, wat is dat ook alweer. Even denken.”
Wanneer in een puzzel een schaakterm wordt gevraagd, belt m’n moeder meteen op. Als ik het antwoord niet weet, herhaalt ze de vraag luider.
“O ja, het schiet me te binnen. Een pickaninny. Zo heet het. Met c-k en een Griekse ij achteraan.”
“Dat kan er niet in.”

Een uur later ging de telefoon opnieuw.
“Het is ‘albino’”, zei m’n moeder.
“Daar geloof ik niets van. Ik heb er nog nooit van gehoord.”
“Het staat gewoon in het woordenboek.”

Ik begreep er niets van, maar vergat de vraag snel, tot ik jaren later in een boek met Piano Rags van Scott Joplin een song tegenkwam met de titel “I Am Thinking of My Pickaninny Days”. We waren inmiddels in het internettijdperk aangeland en ik googlede snel wat informatie bij elkaar.

Een ‘pickaninny’, soms ook gespeld met twee c’s, is een oud Amerikaans woord voor een Afro Amerikaans kind, dat vrijwel in onbruik is geraakt en tegenwoordig als beledigend wordt ervaren. Een ‘negerkind’ dus. Én het is een schaakprobleem waarin een zwarte pion vier verschillende zetten kan doen om een dreiging te pareren. De pickaninny is een tamelijk zeldzaam thema in schaakproblemen.

Nóg zeldzamer is de ‘albino’, in de schaakproblematiek het witte equivalent van de pickaninny. Die komt bijna alleen voor in helpmat- en zelfmatproblemen waar alleen een uiterst select groepje van schaakprobleemvrienden in geïnteresseerd is.


Opgave 183 is een albino in een normaal (conventioneel) mat in twee.


Opgave 182 was een pickaninny van de Boxtelse probleemcomponist Gerard Smits. Wit begint met 1. d5-d6. Er dreigt nu 2. Txe7+ en mat op de volgende zet. Zwart kan zich met vier pionzetten verdedigen, die steeds tot een ander mat voeren. 1. … e7xd6 2. Ld3+ Kxd5 3. Dxf3 mat; 1. … e7-e6 2. Tg4 (dreigt 3. Pg3 mat) Kxf5 3. Ld3 mat; 1. … e7-e5 2. Pg3+ Kxf4 3. Tg4 mat; 1. … e7xf6 2. Dxf3+ Kxf3 3. Ld5 mat.
Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

vrijdag 3 augustus 2007

Harry Potter

Door Huub van Dongen

De schaakproblemen van de afgelopen vier weken vormden een serie. De opgave was steeds: neem één zet terug en geef dan mat. Het leek wel zo’n ‘Had-ik-maar’-verzuchting, ‘dan had ik nu …’, die noch in het schaakspel noch in het echte leven van enig belang is. De serie is een vorm van fairy chess en had een bruggetje moeten vormen naar een korte bespreking van het laatste boek uit de Harry Potter-cyclus. Ik hoopte dat het toverschaakspel uit deel één weer een rol zou spelen. Want welke relieken kunnen dodelijker zijn dan de stukken in hun kistje? Helaas dacht J.K. Rowling daar heel anders over. Gelukkig schreef ze één zinnetje dat me de mogelijkheid biedt toch in een schaakrubriek over het boek te schrijven.

Harry Potter and the Deathly Hallows is een overweldigend boek. Net als de overige Potter-boeken is het een ware page-turner, maar dit keer overtreft de almachtige J.K. zichzelf, want in het ingenieuze plot worden alle losse draadjes uit de 2800 pagina’s van de voorgaande delen keurig aan elkaar geknoopt. Alles klopt en er is nauwelijks een woord te veel geschreven om het kloppend te maken. Als een schaakgrootmeester heeft ze vanaf het begin voorzien waar het in het fictionele spel vol toverkrachten op uit moest draaien.

In november verschijnt de Nederlandse vertaling. Vertaler Wiebe Buddingh heeft het zich in de vorige delen extra moeilijk gemaakt door bijna alle namen en neologismen zeer vrij te vertalen en op die manier soms compleet andere betekenislagen aan te boren. Zo noemde Buddingh een ‘horcrux’ (een object waarin een zwarte magiër een deel van zijn ziel heeft opgesloten om onsterfelijk te worden) heel kinderachtig een ‘gruzielement’. Maar in deel zeven blijken horcruxes en hallows het kernprobleem van de hele Potter-mythologie te definiëren. Dat gaat niet lukken met zo’n flauwe woordspeling.

Bovendien heeft J.K. Rowling voor alle vertalers een gemeen plagerijtje in het boek verborgen. Op pagina 322 zegt Ron als hij in de verte het huis van Luna Lovegood ontwaart: “It looks like a giant rook!” Hermione antwoordt: “It’s nothing like a bird.” Zijn we toch weer aan het schaken. Ik ben benieuwd!

Opgave 182 is een mat in drie van de Boxtelse componist Gerard Smits. Heel moeilijk, maar in onder de 'comments' vindt u volop hulp.


De oplossing van opgave 181: wit neemt 1. c6-c7 terug en speelt vervolgens 1. d7-d8P mat. Dubbelschaak is het toverwoord.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.