Door Huub van Dongen
De schaakproblemen van de afgelopen vier weken vormden een serie. De opgave was steeds: neem één zet terug en geef dan mat. Het leek wel zo’n ‘Had-ik-maar’-verzuchting, ‘dan had ik nu …’, die noch in het schaakspel noch in het echte leven van enig belang is. De serie is een vorm van fairy chess en had een bruggetje moeten vormen naar een korte bespreking van het laatste boek uit de Harry Potter-cyclus. Ik hoopte dat het toverschaakspel uit deel één weer een rol zou spelen. Want welke relieken kunnen dodelijker zijn dan de stukken in hun kistje? Helaas dacht J.K. Rowling daar heel anders over. Gelukkig schreef ze één zinnetje dat me de mogelijkheid biedt toch in een schaakrubriek over het boek te schrijven.
Harry Potter and the Deathly Hallows is een overweldigend boek. Net als de overige Potter-boeken is het een ware page-turner, maar dit keer overtreft de almachtige J.K. zichzelf, want in het ingenieuze plot worden alle losse draadjes uit de 2800 pagina’s van de voorgaande delen keurig aan elkaar geknoopt. Alles klopt en er is nauwelijks een woord te veel geschreven om het kloppend te maken. Als een schaakgrootmeester heeft ze vanaf het begin voorzien waar het in het fictionele spel vol toverkrachten op uit moest draaien.
In november verschijnt de Nederlandse vertaling. Vertaler Wiebe Buddingh heeft het zich in de vorige delen extra moeilijk gemaakt door bijna alle namen en neologismen zeer vrij te vertalen en op die manier soms compleet andere betekenislagen aan te boren. Zo noemde Buddingh een ‘horcrux’ (een object waarin een zwarte magiër een deel van zijn ziel heeft opgesloten om onsterfelijk te worden) heel kinderachtig een ‘gruzielement’. Maar in deel zeven blijken horcruxes en hallows het kernprobleem van de hele Potter-mythologie te definiëren. Dat gaat niet lukken met zo’n flauwe woordspeling.
Bovendien heeft J.K. Rowling voor alle vertalers een gemeen plagerijtje in het boek verborgen. Op pagina 322 zegt Ron als hij in de verte het huis van Luna Lovegood ontwaart: “It looks like a giant rook!” Hermione antwoordt: “It’s nothing like a bird.” Zijn we toch weer aan het schaken. Ik ben benieuwd!
Opgave 182 is een mat in drie van de Boxtelse componist Gerard Smits. Heel moeilijk, maar in onder de 'comments' vindt u volop hulp.
De oplossing van opgave 181: wit neemt 1. c6-c7 terug en speelt vervolgens 1. d7-d8P mat. Dubbelschaak is het toverwoord.
Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.
Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.
1 opmerking:
Dit soort problemen is ontzettend lastig op te lossen. Alleen computerprogramma's hebben er meestal weinig moeite mee. Maar eigenlijk gaat het er bij schaakproblemen helemaal niet om of ze gemakkelijk of moeilijk oplosbaar zijn. De schoonheid zit in de thematiek. En het belangrijkste thema in deze driezet is de 'pickaninny'. 'Pickaninny' is een heel oud Amerikaans woord voor een Afro-Amerikaans kind. Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw is het in onbruik geraakt en tegenwoordig geldt het ongetwijfeld als beledigend. Alleen in de schaakproblematiek wordt het woord nog gebruikt: voor een zwarte pion die vier verschillende zetten kan doen om de hoofddreiging van wit te pareren. In het probleem van Gerard Smits gaat het om pion e7. Dan snapt u natuurlijk zelf wel wat de sleutelzet van wit moet zijn. Succes!
Een reactie posten