donderdag 1 mei 2008

Het Koninklijke Spel

Soms is het lastig om een geschikt onderwerp voor de schaakrubriek te vinden. Deze week stond een stukje over het Gulden Hoekpiontoernooi gepland, dat Dubbelschaak traditioneel op Koninginnedag organiseert. Het toernooi is helaas wegens gebrek aan belangstelling geannuleerd; iedereen is op vakantie. Als alternatief was een stukje over het Koninklijk Huis en de schaaksport vandaag erg aantrekkelijk geweest. Maar helaas heeft geen enkele Oranje zich voor zo ver ik weet met het schaakspel onledig gehouden.

Dat is des te erger omdat het weblog waar deze rubriek (met soms een kleine aanpassing) na publicatie in Brabants Centrum op verschijnt best wat meer bezoekers kan gebruiken. Wie over Prinses Maxima schrijft, krijgt meteen honderden bezoekers extra. Maar helaas hebben noch Maxima, noch Laurentien, noch Koningin Beatrix ooit een schaaktoernooi geopend, laat staan een potje gespeeld. Ja, Mabel Wisse Smit schijnt het wel eens gedaan te hebben, met Klaas Bruinsma, maar daar houdt het ook wel mee op.

Nog beter ware het als Koninklijk Huis met seks, naaktfoto’s en erotiek in één zin met het schaakspel kon worden verbonden. Daar zie ik helaas geen kans toe. Maar dan zou het blog ongetwijfeld wegens overweldigende bezoekersaantallen overbelast worden. En dan stond het schaakspel pas echt op de kaart en dat is toch wat een schaakpromotor als ik het liefste wil bereiken.

Laat ik me er daarom deze week maar toe beperken uit te leggen waarom het schaakspel zo vaak het Koninklijke Spel genoemd wordt. Koningin Victoria schijnt nadat ze weduwe werd zo veel troost te hebben gevonden in het schaakspel dat ze nooit reisde zonder een fraai uitgevoerde schaakset in haar bagage. Het concept van het reisschaakspel zou trouwens aan het brein van Lodewijk XIII zijn ontsproten: een spel van wol in de vorm van een kussen. Ook de tsaren speelden schaak, allemaal, terwijl Willem de Veroveraar wel eens een bord op het hoofd van een Franse prins stukgeslagen moet hebben na een verloren partij. Zelfs Karel de Grote en vooral zijn Arabische tijdgenoot Haroen al-Rashid brachten hun vrije tijd veelal schakend door. Maar het heeft er allemaal niets mee te maken. Het woord ‘schaak’ komt gewoon van het Perzische ‘sjah’, wat koning of keizer betekent.

Het schaakspel is dus gewoon letterlijk het spel van de koning. Gelukkig kunnen de kinderen van de Openbare Bloemcampschool in Wassenaar zich vanaf stap 5 opgeven voor een Stappencursus bij de Wassenaarse Schaakvereniging. Echt iets voor Catherina Amalia. Dan wordt het schaakspel in Nederland ook weer een Koninklijk spel.

Daniël Stellwagen zit intussen in Malmö een grootmeestertoernooi te winnen, waar oude glories als Timman en Portisch verschrikkelijk in de pan worden gehakt. In de stelling van opgave 219 speelde Portisch tegen Stellwagen de slechte zet 1. Lh5-g6. Twee vragen: hoe won zwart? En wat had Portisch moeten spelen om remise te maken?

Opgave 218 komt uit de Bekerwedstrijd LSG-HSG. Leidenaar Edwin van Haastert versloeg in de diagramstelling Henk Vedder met het fraaie 1. Lf6-h8! Dd7-e7 2. Lh3xe6+ Kg8xh8 3. Tf4-f7 en zwart gaf op.

Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.

Geen opmerkingen: