Ik geloof dat het bij geen enkele andere sport dan schaken en dammen mogelijk is om remise aan te bieden. Bij schaken gaat het volgens de spelregels zo: degene die remise wil aanbieden doet een zet en zegt vervolgens, voordat hij de klok heeft ingedrukt, tegen zijn tegenstander dat hij remise aanbiedt. De tegenstander kan dat aanbod aannemen of de partij voortzetten.
De spelregel is bedoeld om te voorkomen dat spelers gedwongen zijn verder te spelen in stellingen waarin ze niets zinnigs meer kunnen proberen. Zo’n stelling zou ook verder gespeeld kunnen worden tot er onvoldoende materiaal overblijft of er een gedwongen zetherhaling ontstaat. Zo lang de regel bestaat, wordt hij echter ook misbruikt om remise overeen te komen in allerlei andere stellingen. Bijvoorbeeld in een voor beide spelers erg riskante onoverzichtelijke stelling. Of wanneer beide spelers geen belang meer hebben bij een overwinning. Of als ze gewoon geen zin hebben.
Voor het publiek en voor de sponsors zijn zulke remises buitengewoon onbevredigend. Vandaar dat in de laatste jaren op veel toernooien is geëxperimenteerd met een verbod op het remiseaanbod en met regels die een remiseaanbod alleen toestaan na de 30e of 40e zet.
Hoe nodig zo’n spelregelwijziging is, bleek wel weer tijdens het Nederlands Kampioenschap. Van de 66 partijen eindigden er 33 in remise, waarvan 22 binnen de 30 zetten en 8 zelfs binnen de 20 zetten. Dieptepunt was de partij Ernst-Tiviakov: na acht al vele malen eerder gespeelde zetjes werden de handen geschud.
Nog bonter maakten twee lieden het onlangs tijdens de derde periode van het clubkampioenschap van Dubbelschaak. Ondanks een ratingverschil van maar liefst 259 punten – wat de hoogste ratinghouder een statistische winstkans van meer dan 80 procent oplevert – werd één van de partijen zonder te spelen remise gegeven. Op telefonische afspraak! Daar lagen ongetwijfeld ook agendaproblemen aan ten grondslag, maar de sterkste speler stelde zo de gedeelde periodetitel veilig en de zwakste speler bleef zo veilig voor degradatie.
Dat korte remises niet altijd strijdloos hoeven te zijn bleek tijdens het NK in de partij tussen de nieuwe kampioen Jan Smeets en Dimitri Reinderman. Na 24. … c3-c2 is de stelling zeer kritisch. Opgave 217: ziet u hoe wit snel remise maakt.
De partij Brandenburg-L’Ami van opgave 216 werd fraai beslist door 1. … Le7-h4+!! 2. Kg3-h3 (of 2. Kxh4 Dxg2 en wit kan het mat alleen uitstellen door veel te veel materiaal te geven) 2. … g6-g5!! en wit gaf op. Na 3. Txc6 Pxf4 is het mat en ook 3. fxg5 Pxg5+ 4. Kxh4 De4+ 5. Kxg5 (of Kh5 of Kg3) Dg4 is mat.
Onder 'reacties' (gewoon even erop klikken onder dit bericht) kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij; volledig anonieme reacties worden verwijderd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten