vrijdag 8 februari 2008

Klassiekers

Nederland kent twee schaaktoernooien die al sinds mensenheugenis worden gehouden. Echte klassiekers. Het internationale schaak begint ieder jaar onder de rook van de Hoogovens van IJmuiden: het Corustoernooi dat wordt gespeeld in Wijk aan Zee. Voor het jaar 2000 stond het bekend als het Hoogovenstoernooi. Het eerste Hoogovenstoernooi werd in 1938 gespeeld in Beverwijk.

Had het toernooi in 1938 nog een bescheiden opzet met een invitatiegroep van vier deelnemers, dit jaar telde het een kleine 5000 deelnemers. In Grootmeestergroep A speelt de absolute wereldtop. Daaronder begint met de Grootmeestergroepen B en C een kwalificatieladder voor het toernooi van volgend jaar. Het interessants daarbij is de enorme piramide aan tienkampen, waarmee amateurs kunnen opklimmen naar de top. Ze spelen in dezelfde ambiance als de grootmeesters en hun strijd is minstens zo verwoed. Dit jaar degradeerde Dubbelschaker Rob van Meurs uit de tweede categorie tienkampen. Het was een soort wisseling van de wacht, want Ad Kleijberg won overtuigend groep 3B en promoveert.

Nog ouder is de voorjaarsklassieker in Leiden, genoemd naar Daniël Noteboom, een Nederlandse coryfee uit het begin van de vorige eeuw. Net als het Hoogovens- begon het Noteboomtoernooi indertijd als een vierkamp, maar de eerste aflevering in 1936 was meteen erg sterk bezet. Wereldkampioen Max Euwe won.

Het Noteboomtoernooi is nu een weekendtoernooi. Het wordt elk jaar in het Carnavalsweekend gehouden. Het is bij lange na niet zo’n prestigieus toernooi als het Corus-, maar in Leiden spelen professionals en amateurs tegen elkaar, wat het in zekere zin nóg aantrekkelijker maakt. Dankzij het zogenaamde Zwitserse systeem speelt iedereen iedere ronde tegen iemand die ongeveer gelijk staat op de toernooiranglijst. De toppers klimmen zo vanzelf naar boven. Maar in de eerste rondes moeten de grootmeesters zich eerst onderscheiden van de minder goden. Dan is er prachtig schaak te zien. De amateurs zetten hun beste beentje voor, wat soms tot verrassingen leidt, maar meestal mist de liefhebber een verrassende wending die de grootmeester al lang zag aankomen.


Dit jaar speelde Koert van Bemmel uit Arnhem in de eerste ronde tegen Pedrag Nikolic, die net als vorig jaar het toernooi won. Van Bemmel zal ook wel begrepen hebben dat hij minder stond. Maar de manier waarop hij werd opgebracht was indrukwekkend. Zwart begon met 1. … f5-f4! Na 2. e3xf4 bleek er iets verrassends in de stelling te zitten. Ziet u het aankomen?


In opgave 206 speelde Fischer tegen Beach in 1963 1. Lc1-h6! Da5-c7 2. Pe4-d6! Ke8-d8 3. Lh6xg7 Dc7xg7 4. Dg3xe5 en zwart gaf op. 1. ... Lxh6 2. Dxe5 0-0 is ook geen serieuze verdediging. Wit vervolgt simpel met 3. Dxe6+ Kh8 4. Pd6! waarna wit in elk geval pion d5 wint, maar ook aanval houdt.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Als u zelf geen blogger bent, kunt u gewoon 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij anders komt je reactie niet op het web.

Geen opmerkingen: