Praten
Door Huub van Dongen
Tijdens een officiële schaakpartij is het niet toegestaan met de tegenstander te praten. Er is één uitzondering: het remiseaanbod. Remise aanbieden is strak gereglementeerd. Het mag alleen als je aan zet bent: je doet een zet, zegt tegen je tegenstander dat je remise aanbiedt, en dan druk je de klok in. Volgens de competitieregels is zo ongeveer iedere andere wijze van mondelinge communicatie verboden. En daar komen wel eens problemen van.
In de normale clubcompetitie is het gebruikelijk om de tegenstander gedurende de partij een keer iets te drinken aan te bieden. Fatsoenlijke spelers gebruiken dezelfde conventie als bij het remiseaanbod: zet doen, drankje aanbieden, klok indrukken. Wie het anders doet, overtreedt een ongeschreven wet. Eén keer heb ik het meegemaakt dat een tegenstander reageerde met: “U mag niet tegen me praten tijdens de partij!” Toen was het oorlog.
Ook in het professionele schaak ontstaan er wel eens misverstanden. Miguel Naidorf en Samuel Reshevski, twee topgrootmeesteres die tot op zeer late leeftijd actief bleven, hebben volgens de overlevering de volgende conversatie gehad. Najdorf doet een zet en zegt: “Voelt u iets voor remise?” “Ja, met wolkje melk.” “Nee, sorry, ik wil alleen weten of u verder wilt spelen.” “Biedt u remise aan?” “Als u er op staat.” De beleefdheidsfrase “Voelt u iets voor …” werd door Najdorf kennelijk letterlijk gebruikt om erachter te komen of de tegenstander op winst speelde.
Het kan nog erger. Vooral in de Brabantse competitie komen de gekste situaties voor. Wat denkt u hiervan. De stelling is onduidelijk. Beide spelers kunnen tot diepe onoverzichtelijke afwikkeling besluiten, maar wit aan zet biedt remise aan. A la Najdorf doet hij het heel beleefd: “Mag ik u remise aanbieden?” Zwart riposteert onmiddellijk: “Nee dank u, doet u mij maar een rode wijn.”
In opgave 166 hierboven heeft zwart geen slinks remiseaanbod nodig om de partij te redden. Hij dreigt op allerlei manieren in zetdwang te komen, maar hij weet zich verrassend te redden.
Opgave 165 komt uit een partij tussen Jiri Obels en Huub van Dongen uit het Brabants Kampioenschap van dit jaar. Zwart won met 1. … Tc7-c2 2. Db2-b1 Ld5-e4!! Zwart heft de penning op en handhaaft de dreiging op e2 en g2.
Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.
woensdag 18 april 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Het lijkt altijd zo simpel met enkel pionnetjes, maar schijn bedriegt. Er ontstaat heel gauw zetdwang en dat is altijd moeilijk te voorzien. Bovendien, en dat is de tip van de week, zit zetdwang soms verdraaid dicht tegen pat aan.
Een reactie posten