donderdag 20 maart 2008

Gedevalueerd NK

De onbetwiste nummers één en twee van Nederland, Loek van Wely en Ivan Sokolov, zullen niet meespelen op het Nederlands kampioenschap dat op 2 april begint. Dat is al voor het tweede jaar op rij zo. Jan Timman, negenvoudig Nederlands kampioen en de meest succesvolle schaker uit de Nederlandse geschiedenis, doet al zeker tien jaar niet mee. Wat is er aan de hand?

Een sterk NK is de beste manier om het schaakspel te promoten. Helaas heeft de Koninklijke Nederlandse Schaakbond dat nooit begrepen. Het lijkt erop dat de schaakbond de topspelers tegen zich in het harnas wil jagen, zodat ze vooral níet meespelen. Dat gaat al jaren zo. Topspelers zijn professionals en hun inkomen is grotendeels afhankelijk van de toernooien die ze spelen. Het startgeld is hun gegarandeerde inkomen, zodat ze niet als pure gokkers door het leven moeten. Een jaar of tien geleden schafte de schaakbond het startgeld af en werd de prijzenpot verhoogd. Dit om de strijdlust te bevorderen. Jan Timman weigerde om verder nog mee te doen. Topgrootmeesters als Paul van Sterren en Jeroen Piket stopten zelfs met de wedstrijdsport.

Het is de afgelopen tien jaar alleen maar erger geworden, met de deelname van een computerprogramma en de invoering van volstrekt onzinnige dopingcontroles als dieptepunt. Drie jaar geleden leek het weer even de goede kant op te gaan toen het NK naar het Mediapark in Hilversum verhuisde. Helaas werd tegelijkertijd het prijzengeld verlaagd, terwijl de topspelers nog erger werden geschoffeerd doordat de KNSB-bijdrage aan landenwedstrijden als het EK en de schaakolympiade werd gedecimeerd.

Inmiddels is het zo ver dat behalve de toppers ook een groot contingent subtoppers het NK mijden. Zelfs voormalig kampioen en 28-voudig (!) NK-deelnemer John van der Wiel wil niet meer meedoen. Wanneer begrijpt de schaakbond nu eindelijk eens dat het NK tot de core-business behoort en je de toppers moet koesteren, ook als de sponsoring een keer een beetje tegenvalt. De bond móet er geld in stoppen, dat is de enige manier om de spiraal weer omhoog te buigen. Nu kolkt het schaken snel weg in een afvoerputje.

Opgave 213 komt uit een partij tussen Jan Timman en Dubbelschaker Job de Lange die in 1986 voor de roemruchte Koningsclub uit Bergen uitkwam. Wit aan zet wint.


Opgave 212 is een eindspelstudie van Dubbelschaker Peter Boll en Arpad Rusz. Wit wint met 1. d3-d4+ Pc5-e4 2. f2-f3 Lg8-b3+ 3. Kd1-e1 Lb3-d5. Om deze stelling gaat het. Wit kan niet winnen door op e4 te slaan. Ook 4. Lb1-c2 haalt niets uit; zwart speelt 4. ... Ld5-a2 en dan moet wit de loper geven tegen de b-pion. De stelling met drie centrumpionnen tegen de loper is remise. Als wit wil winnen, moet hij met de koning b2 veroveren. Maar op Ke1-d1 of Ke1-e2 volgt steeds schaak met de loper, waarna de koning weer terug moet. Wit kan daarom alleen bij pion b2 komen door rechtsom het hele bord rond te lopen. Dus Ke1-f1-g2-h3-h4-h5 enzovoorts, helemaal naar b2. Zwart kan er niets tegenin brengen.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. Als u zelf geen blogger bent, kunt u gewoon 'anoniem' inloggen, maar zet er dan wel even je naam bij anders komt je reactie niet op het web.

Geen opmerkingen: