vrijdag 8 juni 2007

Oordeel en plan

Door Huub van Dongen

Over weinig politiek-sociologische begrippen wordt tegenwoordig met zoveel dedain gesproken als over de maakbaarheid van de samenleving. In de jaren zeventig moest je wel heel rechts zijn om niet te menen dat door overheidsingrijpen een mooiere, betere, eerlijkere en vreedzamere maatschappij gebouwd kon worden. De leidende politici droegen dat ideaal ook uit. Nu is ‘het geloof in de maakbare samenleving’ verworden tot een onpareerbare sneer van televisiejournalisten richting politici met ambitieuze plannen.

Tegenwoordig hebben politieke partijen geen ideologie meer. Politici vragen de burgers wat ze moeten doen. Fora als Standpunt.nl, dat louter ongenuanceerde ja-nee-antwoorden genereert, lijken meer invloed te hebben dan partijprogramma’s. Van politieke leiders is het charisma belangrijker dan het ideeëngoed. Zoals de wind waait, waait m’n rokje, is het algemene politieke devies. De Partij van de Arbeid heeft er een onderzoekscommissie voor nodig om te constateren dat de storm ook wel eens tegen kan zitten.

Hoe de minachting voor maakbaarheid is ontstaan, is een raadsel. Alles wat we hebben, hebben we samen gemaakt. De riolering is geen geologisch verschijnsel. Lantaarnpalen zijn geen bomen. De deltawerken zijn duinen noch rotskust of rif. Zelfs vrede en welvaart zijn geen natuurverschijnselen. Wat wij van politici mogen verwachten, begint dan ook met een analyse van hoe we ervoor staan en ideeën van waar we naar toe willen. Ze krijgen onze stem om die ideeën te verwezenlijken, planmatig en georganiseerd.

Het lijkt wel schaken. Wie het geloof in de maakbaarheid van zijn stelling verliest, kan beter opgeven. Oordeel en Plan is de beroemdste titel uit de onafzienbare reeks publicaties van onze vader des vaderlands Max Euwe. Euwe betoogt in het boek dat een schaker bij iedere zet de kansen en bedreigingen van zijn stelling moet analyseren om tot een oordeel te komen. Op basis van dat oordeel moet hij een toekomstvisie ontwikkelen: een plan waar zijn stukken naar toe moeten. Zelfs als het uiteindelijke doel, de overwinning, nog lang niet in zicht is, helpt Euwe’s methode de schaker om zijn stukken te laten samenwerken.

Hadden we in de politiek ook maar zo’n leerboek. Wouter Bos raad ik intussen aan met Oom Jan leert z’n neefje schaken te beginnen.



Opgave 174 komt uit een partij die aan Karl Marx wordt toegeschreven. Ouderwetse propaganda, natuurlijk. Zwart speelt en wint.


In opgave 173 wint wit met 1. Pe6-f8!! Kf7xf8 2. Kf5-e6 en zwart is in zetdwang. In een partij hernandez-Sula op de Olympiade van Thessaloniki in 1984 volgde 2. .. Pg7+ 3. hxg7 Kxg7 4. Kxd6 h5 5. Ke7 h4 6. d6 h3 7. d7 h2 8. d8D h1D 9. Df8+ Kh7 10. Df7+ Kh8 11. Dxf6+ en zwart gaf op. Andere verdedigingspogingen halen ook niets uit. Bijvoorbeeld: 2. ... Pc7+ 3. Kxd6 Pa8 4. Kd7 of 2. ... Kg8 3. Ke7. Als zwart nog iets wil proberen moet hij het op de eerste zet doen met het verrassende 1. ... Kg8! Eindspelliefhebbers wordt aangeraden deze stelling zelf te kraken. De oplossing vind je onder het volgende diagram.



In deze stelling haalt 2. Ke6 Kxf8 3. Kd7 Kf7 niets uit. Winst is wel te behalen met 2. Pe6 Kf7 3. Pd8+ Ke7 4. Pxb7! Kd7 5. Pd8! Kxd8 6. Ke6 Pc7+ 7. Kxd6 Pe8+ 8. Kxc5 Kd7 9. Kd4! en wits pionnenlawine moet de overwinning brengen. Ook winnend is 2. Pxh7! Kxh7 3. Kd6 Kxh6 4. Ke7 Pg7 5. Kxd6 Kg6! (5. ... Kg5 6. Ke7! f5 7. d6 en Kg5 staat ongelukkig omdat wit in veel varianten met schaak promoveert.) 6. Kxc5! (6. Ke7? f5 7. d6 fxe4 7. d7 Pf5+ 8. Kf8 Pd4 en zwart heeft de pion gestopt.) 6. ... Kg5 7. Kb6 Kf4 8. Kxb7 Kxe4 9. Kxa6 f5 10. Kb6 f4 11. a6 f3 12. a7 f2 13. a8D f1D 14. d6+ en 15. Dd5 en wits pionnen winnen gemakkelijk.
Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

Geen opmerkingen: