donderdag 29 maart 2007

Na afloop

Huub van Dongen

Na een voetbalwedstrijd is het de gewoonte urenlang gechoqueerd te miepen over de tactische overwegingen van de coach. Veel zinnigs valt over dat alles niet te zeggen, want zelfs als er televisiecamera’s langs de lijn stonden, kan niemand met zekerheid zeggen wat de consequenties waren geweest van een andere opstelling of van iets opportunistischer spel.

In de schaaksport is de analyse achteraf een stuk wetenschappelijker. Van vrijwel iedere zet is met zekerheid vast te stellen of er een betere mogelijkheid was. Dat is een kwestie van studeren en diverse mogelijkheden uitproberen, wat tegenwoordig dankzij de computer vrij eenvoudig gaat. Zo’n bestudering van de eigen partijen is erg leerzaam. Zelfs overwinningen moeten kritisch worden bekeken. Zo won ik afgelopen weekend in de competitie een spectaculaire partij van de veelvoudig Zeeuws kampioen René Tiggelman. Direct na de partij was ik enorm tevreden. De sportieve prestatie mocht er ook zijn. Maar na analyse bleek het een foutenfestival van jewelste. In opkomende tijdnood zagen we om beurten bijna om de andere zet een betere mogelijkheid over het hoofd.

In woorden komt de kritiek hier op neer: gebrek aan kennis door onvoldoende voorbereiding, te veel tijdverbruik in relatief eenvoudige stellingen waardoor er tijdens de latere complicaties op intuïtie moest worden gespeeld, gebrek aan tactische vaardigheden en te weinig gevoel voor gevaar. Voor wie zo’n vijfendertig jaar in de landelijke competitie heeft gespeeld, is dat een tamelijk schokkende conclusie.

Nog schokkender is het om te constateren dat in andere disciplines dan de sport de bereidheid om van de eigen fouten te leren steeds meer ontbreekt. Op 27 maart stond in de Volkskrant dat uit een onderzoek aan de Sorbonne blijkt dat slechts één op de tien fusies en overnames succesvol is. Toch zijn schaalvergrotingen bij bedrijven en instellingen nog altijd aan de orde van de dag. Het allerchoquerendst maakt Balkenende het wel met zijn kabinet. Hij wil zelfs voorkomen dat er onderzoek wordt gedaan naar mogelijke fouten in het verleden. Zou hij bang zijn voor een soort voetbalanalyse?



Bovenstaande stelling is typerend voor de partij Tiggelman-Van Dongen. Wit speelde hier het zwakke 1. Dc2. Zwart hoopte op 1. Dd3-a6+ Tb7-b6 2. Da6xa7? waarna zwart met een mooie truc wint. Dat is opgave 164. Wanneer wit echter 2. Dc8! speelt heeft hij goede remisekansen.



Opgave 163 was een eindspelstudie van Frinck. Als zwart veld h8 bereikt, is het remise. Wit wint met 1. Lh3-d7! Kf2-e3 2. H2-h4 Ke3-e4 (2. … Kf4 3. Kd4 is meteen uit.) 3. h4-h5 Ke4-e5 4. h5-h6 Ke5-f6 5. Ld7-e8 en zwart moet de pion doorlaten.

Onder 'comments' kunt opmerkingen kwijt en natuurlijk de oplossing van de opgave van de week. U vindt er ook een tip. Gewoon inloggen als 'anonimous' of 'other' als u tenminste zelf geen blogger bent.

3 opmerkingen:

Huub van Dongen zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Huub van Dongen zei

Tip van de week: er zit een verborgen aftrekaanval in de stelling.

Anoniem zei

Huub, heel veel succes in het Brabants Kampioenschap. Na elf jaar zou het mooi zijn het nog een keer te winnen.